Met Vloedlijnen
laat Piet Gerbrandy eens te meer zien waarom hij een van de interessantste
dichters van het ogenblik is. Zowel thematisch als formeel zet de nieuwe bundel
de lijn verder die met Steencirkels
tot een absoluut hoogtepunt had geleid. Net zoals in die voorganger speelt de
dichter ook nu weer met tal van genres en registers om op die manier het begrip
poëzie zoveel mogelijk uit te breiden.
De
bundel bestaat uit een aantal reeksen , telkens met een eenlettergrepige titel,
van ‘Zand’ over ‘Plot’ tot ‘As’ en ‘Ziel’. Het lijkt het verhaal van
transformaties en gebeurtenissen, en gedeeltelijk is het opnieuw een bundel
geworden van een queeste. Toch vertoont Vloedlijnen
minder samenhang dan zijn voorganger. De lange reeks ‘As’ is bijvoorbeeld een
theatertekst die los gebaseerd is op de informatielekken van Assange (‘As’
verwijst onder meer naar zijn naam). Tegelijk is het een herdichting van
mythische liefdesverhalen zoals dat van Orpheus en Eurydice, maar tegelijk
wordt gerefereerd aan de hedendaagse vormen van tirannie en manipulatie, onder
meer via de toevloed aan selectieve informatie.
Dat combineren van antieke thema’s
en motieven met een hedendaagse vraagstelling is ook de leidraad in de overige
teksten. Het is Gerbrandy immers niet te doen om de oudheid als zodanig, maar
om de manier waarop de historische waarheden, overtuigingen en misvattingen
onze cultuur vandaag nog beheersen, of hoe ze de 21ste-eeuwse dichter en mens
nog kunnen inspireren. In het besef dat allerlei gebruiksboeken over
filosofische onderwerpen bestsellers zijn – met makkelijke vragen en zogenaamd
pasklare antwoorden – kiest de dichter evenwel voor een andere, minder
vanzelfsprekende weg. Zijn sterke retorische verzen zijn eerder gericht op het
stellen van vragen en het formuleren van existentiële raadsels dan op het
bereiken van concrete resultaten. De retoriek zelf wordt zo ook onderkend als
een probleem, want de taal stuurt ons voortdurend allerlei kanten op, door
tegenstellingen, betekenissen en concepten als vanzelfsprekend voor te stellen.
Dat wordt onderstreept door de gedichten voortdurend te fragmenteren: brokken
tekst in diverse lettertypes, prozafragmenten en beschouwingen in combinatie met
lyrische evocaties, historische verwijzingen naast actuele problemen…
In de openingstekst,
‘Zand’, treedt bijvoorbeeld een man op die aan het strand mijmert over het
leven en allerlei vragen stelt. Die gedachtestroom wordt onderbroken door
bedenkingen van de verteller maar ook door tekstfragmenten. Daardoor worden
allerlei kwesties opgeroepen: er wordt privé gealludeerd op een gewelddadige
erotische relatie (of een zelfmoord), maar die sensuele passages staan in
contrast met beschouwingen over het nieuws of over de teloorgang van het geloof
in goden. Lyrische natuurbeschrijvingen worden dan weer gecontrasteerd met
beschouwingen over het klimaat of over de manier waarop de mensheid samenleven
heeft georganiseerd. Daardoor wordt de lezer onophoudelijk geattendeerd op de
spanning tussen een privéleven en een maatschappij, tussen onze hedendaagse
actualiteit en de geschiedenis… De afdeling ‘Plot’ laat dan weer zien, met
behulp van de legendarische inzichten van Aristoteles over de tragedie, hoe wij
voortdurend verhalende verbanden leggen tussen gebeurtenissen in de hoop de
wereld beter te begrijpen.
Al die aspecten maken van deze Vloedlijnen opnieuw een intrigerende lappendeken. De titel verwijst
naar de relatie tussen aarde en water: elkaars grens en complement, maar ook
elkaars vijand. Net om die grensbepalingen is het Gerbrandy als dichter steeds
meer te doen. Het resultaat is ditmaal misschien wat minder consistent dan in
het magistrale Steencirkels, maar dat
maakt deze bundel niet minder belangrijk.
Piet Gerbrandy: Vloedlijnen,
Atlas/Contact, Amsterdam 2018, 102 p. ISBN 9789025453145. Distributie VBK
België
deze pagina printen of opslaan