Poëzie

BOEKEN NR. 2, JANUARI 2019

Bernard Dewulf: Naar het gras

door Dirk de Geest

Bernard Dewulf is een schrijver van de miniatuur. Of hij nu essays schrijft voor de krant of gedichten, telkens is een tekst van hem ‘af’. Stilistisch is hij een meester in het spaarzame maar tegelijk precieze woord, in de afgemeten zin, in de meeslepende pointe. Tegelijk is hij begaan met zijn lezers. Hij neemt hen mee in zijn denkwereld, in zijn zoektocht naar betekenissen van wat er in het leven en de kunst zoal omgaat.
 
Al die kwaliteiten zijn opnieuw overvloedig terug te vinden in de jongste dichtbundel, Naar het gras. De publicatie daarvan komt enigszins als een verrassing want het jongste decennium schreef Dewulf hoofdzakelijk columns en essayistische beschouwingen over beeldende kunst. Poëzie, zo lijkt het, ontstaat altijd in de marge daarvan, als een restcategorie. Net dat bestaan in de marge maakt zijn gedichten echter extra intens, want doorgaans zijn ook zij beschouwend van toon. Dewulf vertrekt weliswaar van de observatie of de anekdote, maar in feite vormen die voor hem het vertrekpunt voor een proces van overpeinzing en verwondering waaraan hij de lezer deelachtig maakt. In het openingsgedicht gaat hij daarom schuil achter de ‘slapeloze’, die onophoudelijk indrukken verzamelt.
 
De bundel bevat een aantal thematisch samenhangende reeksen, waarin Dewulf als het ware een stand van zaken opmaakt. Aan de ene kant is er de blik vooruit naar de toekomst, die al preludeert op de ouderdom en de dood. Dat perspectief wordt evenwel met een ongewone mildheid opgeroepen, als onvermijdelijk maar ook als een volgend stadium in het bestaan. Aan de andere kant wordt er in deze bundel veel teruggeblikt en omgekeken, maar ook die herinneringen zijn niet enkel nostalgisch en vol heimwee. De dichter is er immers van overtuigd dat de vorige generaties in hem voortbestaan: de zoon is ondertussen vader geworden, en die samenhang tussen de generaties wekt verwantschap en vertrouwen. Op die manier krijgt de werkelijkheid van het heden wel een onvermoede diepgang. Het dichterlijke ik heeft zich gaandeweg verdiept in het leren ‘kijken’, iets wat nauw aansluit bij de prachtige essays van Dewulf over beeldende kunst. Stilistisch resulteert dit in prachtige beelden, tegelijk sober en intens. De dichter heeft geen grootspraak of pathos nodig om zijn schitterende poëzie te kruiden, daartoe volstaan eenvoudige zinnen, een uiterst precieze verwoording, de stilte tussen afzonderlijke uitspraken, en vooral efficiënte herhalingen. Dewulf is immers een meester in de variatie en de herhaling.
 
Thematisch zijn veel gedichten gebaseerd op het mechanisme van de vertraging. Naarmate de dichter ouder wordt lijkt er – behalve het besef van de voortschrijdende tijd – ruimte vrij te komen voor een ‘tragere’ en meer bewuste beleving van de werkelijkheid. Die aandacht roept vragen op voor de mysteries van het alledaagse maar zorgt ook voor een grote affiniteit met wat in de beeldende kunsten gebeurt. Het is in die zin geen toeval dat veel van de hier opgenomen verzen hun inspiratie in voorstellingen van kunstenaars hebben gevonden. Ook dan beperkt Dewulf zich evenwel niet tot een soort van realistische weergave, maar gebruikt hij die visuele prikkels om tot een diepere vraagstelling te komen. Dat haast perfecte evenwicht tussen realiteit en wat daarbuiten valt (het sublieme, het oneindige, de stilstand of gewoon de vraag) maakt van het lezen en herlezen van deze bundel een bijzonder, waardevol genot.
 
Bernard Dewulf: Naar het gras, Atlas/Contact, Amsterdam 2018, 63 p. ISBN 9789025453367. Distributie VBK België 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri