Alle goede dingen bestaan uit drie, zo leert ons een oude volkswijsheid.
In zijn pas afgeronde Frankrijktrilogie vult Bart Van Loo die Drievuldigheid in
met reizen, koken en seks. Na een literaire reisgids (Parijs retour,
2006) en een boek vol literaire recepten en culinaire verhalen (Als kok in
Frankrijk, 2008) gaat het dit keer dus over 'seks, erotiek en literatuur'.
De keuze van onderwerpen kan bezwaarlijk origineel genoemd worden, de aanpak is
dat wel.
Van Loo opteerde in zijn
'intieme geschiedenis van pornografie en erotiek', waarin hij vaststelt dat het
boek heeft afgedaan als drager van seksueel plezier, namelijk niet voor het
beeld, maar voor het woord. Het lijkt er inderdaad op dat de auteur het als
zijn missie beschouwt om de kracht van het
woord, en van de literatuur in het bijzonder, in de verf te zetten. Het
verzamelde bronnenmateriaal is alvast bijzonder rijk en biedt stof voor een
heuse alternatieve literaire geschiedenis. Het ontsluiten van een heel aantal
vergeten werken (van onbekende, maar ook van meer gecanoniseerde auteurs) is
ongetwijfeld een van de grootste verdiensten van O vermiljoenen spleet!
De
beschrijving op de achterflap maakt duidelijk dat O vermiljoenen spleet!
de lezer wil verleiden. Daarmee past de auteur het uitgangspunt van veel van
zijn bestudeerde auteurs toe op zijn eigen werk: literatuur is niet alleen in
staat tot het verschaffen van esthetisch plezier en erotisch genot, maar
bovendien werken beide tendenzen versterkend op elkaar in. 'Literatuur is het
ultieme afrodisiacum', zegt Van Loo ergens, en die waarheid komt dan op een
voorbeeldige manier tot uiting in de Franse letteren. De vraag dringt zich op
of die stelling verzoenbaar is met de beoefening van het historisch metier. De
aanpak van Van Loo heeft alvast zijn gevolgen voor de opzet van het boek. Te
beginnen met de structuur, die de vorm aanneemt van een uitgebreid liefdesspel
('verleiding', 'voorspel', 'hoogtepunten', 'naspel' enz.). De titels en
ondertitels zijn telkens zorgvuldig uitgekozen, pikante citaten waarin nogal
wat pikken en kutten in het rond vliegen. Daarnaast is de schriftuur van Van
Loo zelf ook esthetiserend, in die zin dat ze soms meer de aandacht op zichzelf
vestigt dan op hetgeen waarover ze handelt. Bijgevolg balanceert de tekst soms
tussen een aangename stijl en pedante mooischrijverij.
De historicus maakt grotendeels
plaats voor de schrijver. Het geheel heeft dan ook meer weg van een literaire
bloemlezing van erotisch-pornografische literatuur dan van een literaire
geschiedenis die die naam waardig is. Niet dat historische perspectieven
ontbreken, maar de manier waarop de literatuur daarin wordt ingepast, wordt te
eenzijdig dualistisch opgevat als conformisme of verzet. Een aantal cruciale
vragen worden daarbij onvoldoende beantwoord. Hoe verhoudt deze 'alternatieve
geschiedenis' zich tot de canonieke? Is de evolutie van de rol van seksualiteit
en erotische literatuur in de Franse maatschappij meer dan een verhaal van een
continu gevecht met de censuur die geleidelijk afzwakt? Hoe kan literatuur een
specifieke rol spelen in de wisselende plaats die seksualiteit inneemt in de
maatschappij? Op welke verschillende manieren zijn seks, erotiek en pornografie
ingezet in de literatuur zelf?
In plaats van de vele directe citaten, zouden een aantal
minutieuze lecturen op dat punt bijzonder verhelderend geweest zijn. Die zouden
niet alleen de literaire kwaliteiten van de auteur in kwestie onderstrepen,
maar ook op een structureel niveau de rol van de seksualiteit in de
maatschappij situeren en de cruciale functie die sommige schrijvers daarin
bekleden. Zo is de betekenis van De Sade voor de Franse literatuur(kritiek)
veel meer dan een overtreffende trap van pornografische literatuur. Van Loo
maakt er zich nogal gemakkelijk vanaf door te stellen dat sommigen 'hem via allerlei
filosofische en literaire constructies [weten] op te trekken tot een hoogte die
ruikt naar een bizarre vorm van afgoderij.' Een dergelijke stellingname vereist
toch een grondiger argumentatie.
Maar goed, eens de lezer zich verzoend heeft met het
uitgangspunt van de auteur, is de kans reëel dat die bezwijkt voor zijn
verleidelijke pen. Die voert hem of haar behendig langs de bijzonder talrijke
vondsten die de Franse literatuur sinds de middeleeuwen rijk is. Wie zich op
zo'n omvangrijk corpus stort, moet dan ook onvermijdelijk keuzes maken. O
vermiljoenen spleet! vertrekt van de spanning tussen woord en beeld.
Misschien moesten we het maar eens hebben over die tussen uitgestelde begeerte
en onmiddellijke voldoening.
Bart Van Loo: O vermiljoenen spleet!, De Bezige Bij, Amsterdam
2010, 293 p. : ill. ISBN 9789085421092. Distributie Standaard Uitgeverij
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswolf
deze pagina printen of opslaan