Journalist Frank Heinen, bekend van zijn
boeken over wielrennen, debuteert met De
zaak Tom als romancier en dat doet hij goed: met een spannende road novel
met een daverende ontknoping, verteld in een staccato stijl met af en toe een
aforisme, zoals deze: ‘Geslaagd, het favoriete adjectief van mensen die niet
doorhebben dat er niet zoiets bestaat als slagen, dat hun slagen hoogstens
tijdelijk uitstel van onvermijdelijk falen betekent.’
Bob Persoon is de hoofdpersoon.
Na zijn pensioen gaat hij regelmatig op bezoek bij zijn doofstomme broer Tom,
die in een zorginstelling zit. Op een dag neemt hij hem mee zonder medeweten
van het personeel. Hij heeft zijn hele huis laten verbouwen om Tom, die ook
niet goed ter been is, een onderkomen te kunnen bieden. Al snel wordt het Bob
duidelijk dat hij Tom echter niet zomaar mee had mogen nemen: hij wordt nu gezocht
voor ontvoering. Samen met Nina, een meisje uit de bibliotheek, slaat Bob op de
vlucht. Met z’n drieën rijden ze naar Duitsland, waar ze als een trip down
memory lane het jaarlijkse vakantieoord van de ouders van Bob en Tom bezoeken.
Net als in de klassiek geworden road novel De
honderdjarige man die uit het raam klom en verdween van Jonas Jonasson
wordt het reisgezelschap steeds groter, maar in tegenstelling tot die roman is
het niet de hoofdpersoon die de leiding neemt hierbij. Hij lijkt eerder een
willoze speelbal van het lot, of wellicht van Nina.
Hoe verder in het verhaal, hoe
meer vragen het oproept. Bob volgde blijkbaar therapie en slikte medicijnen:
wat is of was er met hem aan de hand? Waarom gaat Nina zomaar met de twee
broers mee? Welk doel heeft zij? En hoe komt het dat er geen vakantiefoto’s
zijn waar Bob en Tom als kinderen samen op staan? Waarom wordt Bob de
‘bezoekouder’ van Tom genoemd? Waarom heeft hij het vertrek van Tom uit de
zorginrichting niet officieel geregeld? Al deze vragen worden beantwoord als de
journalist Jonas zich bij de groep aansluit en hij Bob zover weet te krijgen
dat hij aan een tv-show deelneemt. Tijdens deze show blijkt niemand te zijn wie
hij of zij beweerde te zijn: ieder personage speelde zijn eigen spel met de
andere personages om er een eigen slaatje uit te slaan. Alleen Bob blijft in
zijn eigen altruïsme geloven: ‘Iedereen wil altijd iets terug. Ik wilde niets
terug willen.’ Vandaar zijn keuze om Tom te ontvoeren, die door zijn handicap
niets terug kan geven.
Bob speelt wellicht geen spel met anderen, wel met de
werkelijkheid, waarbij hij duidelijk de regie verliest -- als hij die al ooit heeft
gehad. Frank Heinen speelt op zijn beurt een spel met een onbetrouwbare
verteller. Wat mij betreft, is het een geslaagd spel waarbij je sympathie
blijft voelen voor Bob, ook als alle puzzelstukjes op hun plek vallen en hij
niet blijkt te zijn wat hij de lezer heeft voorgehouden.
Frank Heinen: De zaak Tom, De
Bezige Bij, Amsterdam 2019, 287 p. ISBN: 9789403104607. Distributie Standaard
Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan