Nederlands proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2019

Robert Vuijsje : Salomons oordeel

door Tom Rummens

Max Cohen, hoofdpersonage in Robert Vuijsjes nieuwe roman, Salomons oordeel, wordt als een witte Nederlander beschouwd, al voelt de werkelijkheid voor hem veel complexer aan. Alleen al door zijn joods-zijn, maar ook omdat hij getrouwd is met Alissa, een zwarte vrouw. En omdat Salomon, hun enige zoon, uiterlijk meer op haar lijkt dan op hem. Het is een intrigerende driehoek, die tussen de vader, de moeder en de zoon in dit gezinnetje ontstaat.  
 
Ze wonen in Amsterdam Zuid, in een groot huis met uitzicht op het Vondelpark, in een volstrekt burgerlijke, witte wijk. Geen van gedrieën voelen zich er echt thuis. Voortdurend voeren ze discussies over identiteit. Of liever: proberen ze die discussies te voeren. Want echt begrijpen doen ze elkaar niet. Max zoekt zich een houding maar botst bij Alissa onophoudelijk op een muur van onbegrip. Ze verwijt hem onder andere aan white fragility te leiden: ‘Ik mag jou niet kwetsen,’ slingert ze hem naar het hoofd, ‘anders trek jij je kostbare steun is waar ik je zo dankbaar voor moet zijn.’. Wanneer ze geconfronteerd worden met een zoveelste geval van pertinent racisme, en Max zich daar boos over maakt, antwoordt zij koeltjes dat ze echt haar tijd en energie niet gaat stoppen in de houding van mensen die ze niet eens kent.
 
Qua thematiek ligt Salomons oordeel daarmee behoorlijk in de lijn van Alleen maar nette mensen, de debuutroman waarmee Vuijsje in 2008 de nodige potten brak. Hij won er de Gouden Uil mee, maar oogstte ook veel kritiek voor de cynische, voor velen zelfs ronduit respectloze manier waarmee hij met name zwarte vrouwen wegzette. Het boek legde een breuklijn bloot, ook en vooral in het intellectuele debat, met aan de ene kant denkers als Gloria Wekker, die intussen het boegbeeld is van de strijd tegen de witte onschuld, en anderzijds een heleboel, niet toevallig merendeels witte, commentatoren die het allemaal wel vonden kunnen.

Dat de tijden ook in het afgelopen decennium behoorlijk veranderd zijn, blijkt ook uit Salomons oordeel. Het boek toont en doorvoelt de intense complexiteit van het dekolonisatiedebat, waarbij ook, en misschien vooral, die mensen die menen het ‘goed voor te hebben’, herhaaldelijk en genadeloos gewezen worden op het problematische gehalte van veel van hun denkbeelden. Of die denkbeelden nu bewust of onbewust zijn. Want nee, anno 2019 zijn identiteiten geen hokjes meer en worden de scheefgegroeide machtsverhoudingen veel zwaarder meegewogen. We beleven sinds enkele jaren een paradigmashift: iedereen die een beetje mee is met het debat, begrijpt intussen dat je geen rechtse conservatieveling hoeft te zijn om er koloniale denkbeelden op na te houden. Je komt er als witte man – of witte mens, in het algemeen – niet meer vanaf met een welwillende houding. Het is een broodnodig debat dat tegelijk ook tot frustratie en irritatie leidt.  
 
Robert Vuijsje slaagt er wonderwel in om die context weer te geven in een romanvorm, met Alissa als onvermoeibare luis in de pels, Max als dodelijk vermoeide, verwarde, witte man vol goede bedoelingen en Salomon, die een plot in zijn mouw heeft zitten die er voor zorgt dat je Salomons oordeel in een ruk moet uitlezen. Voeg daar Vuijsjes scherpe, humorvolle, expliciete en tóch genuanceerde pen aan toe en je hebt een uiterst krachtige roman die midden in de tijdsgeest zit.

Robert Vuijsje: Salomons oordeel, Lebowski, Amsterdam 2019, 239 p. ISBN 9789048846795 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri