Oyinkan Braithwaite (1988)
groeide op in Nigeria en het Verenigd Koninkrijk. Ze verhuisde met haar familie
naar Southgate (Londen) waar ze school liep tot haar broer geboren werd en het
gezin terugkeerde naar Lagos in 2001. Later keerde ze terug naar
Groot-Brittannië, liep kostschool in Shropshire en studeerde rechten en
creative writing aan de universiteiten van Surrey en Kingston. Met haar diploma
op zak vertrok Oyinkan in 2012 opnieuw naar Lagos, waar ze werkte als
assistent-uitgever voor uitgeverij Kachifo en als productiemanager voor het
familebedrijf Ajapaworld (education & entertainment).
Doordat ze opgroeide in twee alternerende en totaal verschillende werelden
heeft Braithwaite weinig kennis over de turbulente politieke geschiedenis van
Nigeria, die opduikt in romans van Chimamanda Ngozi Adichie en Ayòbámi Adébáyò.
De idee dat er een gedeelde, universele Nigeriaanse ervaringswereld bestaat,
wijst ze resoluut van de hand:
‘We have a wide divide between classes and we have a wide divide between
cultures because we’re from different tribes, we have different religions. You
don’t have to walk very far to see someone who has a really different life from
you. I wouldn’t want to write a novel and people feel that I’m speaking to a
Nigerian experience – I’m speaking to my experience, to the things I’m
interested in, and that’s all I can do.’ (The Guardian)
De ambitie om een grootse roman te schrijven, nadat een kortverhaal genomineerd
werd voor de Commonwealth Short Story Prize 2016, verlamde haar compleet.
Uiteindelijk koos ze gewoon voor het plezier van het schrijven met haar
debuutroman My Sister, the Serial Killer (Mijn zusje, de
seriemoordenaar). Ze haalde er de shortlist van de Women’s Prize for
Fiction 2019 mee.
Hoewel de plot volledig fictief is, put Braithwaite voor de relatie tussen twee
zussen uit haar eigen leven. Ze heeft twee jongere zussen en heeft een
bijzondere band (‘going through life together’) met de oudste, Obafunke, twee
jaar jonger dan zij: ‘Sometimes we hate each other. Sometimes we are really not
speaking, but I’ve noticed that when push comes to shove we can also band
together quite tightly. You know that, whatever happens, that person will be
there for you’.
Als oudste is Braithwaite zich sterk bewust van de verantwoordelijkheid die ze
heeft voor de jongere zus. In de woorden van haar moeder moest ze zich gedragen
als een vuilnisbak: ‘You’ve got to take whatever shit, whatever rubbish comes
your way. And you have to be gracious about it.’ (The Guardian). Dat maakt dat
in de roman de verpleegster Korede meteen naar het bleekwater en de rubber
handschoenen grijpt als zusje Ayoola in paniek aan de telefoon hangt. Ayoola is
bloedmooi en de lieveling van iedereen, maar ook een seriemoordenaar. Tot drie
maal toe staat haar oudste, minder bedeelde zus klaar om met een ijzeren maag
de gevolgen van een zoveelste zogenaamde zelfverdediging op te ruimen.
De liefde voor haar zus maakt dat ze niet naar de politie kan stappen, bloed
kruipt waar het niet gaan kan. Maar wanneer Ayoola een oogje heeft op de knappe
dokter van het ziekenhuis, waar Korede stiekem op verliefd is, wordt de
zusterliefde op de proef gesteld. Een van beide zal het loodje moeten leggen…
Oyinkan Braithwaite: Mijn zusje, de seriemoordenaar, Pluim, Amsterdam
2018, 230 p. ISBN 9789492928061. Vertaling van My Sister, the Serial
Killer door Astrid Huisman en Roos van de Wardt
deze pagina printen of opslaan