In Genovesi’s romans speelt zijn geboortestreek, Versilia, steeds een
hoofdrol, maar hij focust daarbij niet op de toeristische noch de mondaine kant
van die Toscaanse kust. Dat was als zo in Wat de golven brengen en nu ook in In het diepe, zijn laatste roman waarvan
de titel opnieuw expliciet naar de zee verwijst.
Hoofdpersonage is echter de
jonge Fabio Mancini, het alter-ego van de auteur (1974), die niet opgroeit
zoals alle andere kinderen in de buurt. Hij heeft immers een tiental grootvaders,
de ongetrouwde broers die na de dood van Fabio’s biologische grootvader diens
rol collectief hebben overgenomen. Die grootvaders, wier namen regelrecht uit
avonturenromans à la Dumas komen, stouwen de leefwereld van hun kleinzoon vol
met verhalen, verhalen die zich met andere verweven en die ‘elke avond smeuïger
en grootser’ worden. Die verhalen maken van Fabio een naïef, onschuldig maar
ook vroegrijp jongetje, dat fictie en realiteit niet echt weet te
onderscheiden. Met In het diepe wil
Genovesi misschien ook gewoon aangeven dat dat onderscheid niet
levensnoodzakelijk is: laat dat wat verzonnen nu net het meest geloofwaardige
zijn…
Het is
maar op school dat Fabio leeftijdsgenoten leert kennen, vreemde wezens die
elkaar geen verhalen vertellen, maar wel opgaan in voor het hoofdpersonage
onbekende spelletjes. Zijn leefwereld wordt verder door elkaar geschud door
Lieveheersbeestje, het meisje dat zich alleen op carnavalsdag niet verkleedt
als een insect. In haar aanwezigheid gedraagt Fabio zich stuntelig en kan hij
niet gevat noch betweterig antwoorden, wat hij in de klas gewoonlijk wel doet.
In dat bonte
gezelschap valt Fabio’s vader behoorlijk uit de toon. Hij is een man van weinig
woorden, die zijn zoon wel de juiste levenslessen meegeeft. Fabio leert zo dat
je, als je in het diepe wordt gegooid, ook komt bovendrijven, iets wat het
jongetje ook letterlijk ervaart bij het leren zwemmen. De vader-zoonrelatie
wordt echter onderbroken wanneer Fabio’s vader na een val in een coma raakt.
Fabio probeert zijn vader weer tot ‘leven’ te roepen door hem voor te lezen. Het
jongetje leest hem in eerste instantie geen verhalen voor, maar handboeken
alsof die instructies bevatten om zijn vaders bewustzijn te activeren, waarbij
ieders geduld op de proef wordt gesteld. Ten slotte beseft Fabio dat zijn eigen
verhaal levenslessen voor zijn vader zou kunnen bevatten. Het is
‘de magie waardoor al die domme kleine stapjes (van ons
leven) worden samengesmeed tot iets groots, en dat is dan de richting die we op
gaan. Waar we precies naar op weg zijn is niet duidelijk, maar intussen gaan we
maar gewoon door, en de magie die erachter schuilt zie je niet, maar die duwt
je wel voort, en die is precies hetzelfde als wat je onder je voeten hebt als
je in het diepe wordt gegooid en je eerst denkt dat je kopje-onder zult gaan,
maar nee, dat gebeurt niet, omdat er iets onzichtbaar is dat je boven water
houdt, je hapt naar adem, maar je leeft, en je houdt je wijd open ogen op de
horizon gericht’.
Het zijn precies die pagina’s waarin Genovesi de vader-zoonrelatie
uitwerkt die tot de meest ontroerende van de roman behoren, die over zijn
grootvader reken je dan weer tot de meest fantasierijke. In het middendeel
vergaloppeert de auteur zich wellicht wat. Het is de vraag hoe de meermaals
bekroonde auteur in de toekomst ontroering, geestigheid en zijn ongebreidelde verteldrang
zal combineren.
Fabio Genovesi: In het diepe, Signatuur, Amsterdam 2019,
390 p. ISBN 9789056726140.Vertaling van Il mare dove non si tocca door Manon
Smits en Pieter van der Drift. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan