In een interview met een Italiaans tijdschrift stelt auteur en lerares
Italiaans-geschiedenis, Raffaella Romagnolo (1971), dat ze zich voor Een verloren vriendin liet inspireren
door Liefde in tijden van cholera,
Gabriel García Márquez’ roman over een levenslang onbeantwoorde liefde. In
Romagnolo’s nieuwste roman draait het, zoals de titel in het Nederlands
aangeeft, eerder om een onderbroken vriendschap tussen twee hartsvriendinnen,
Giulia en Anita.
Wanneer Giulia op zeventienjarige leeftijd plots verdwijnt, weet niemand
dat ze zwanger is en dat ze een nieuw leven wil opbouwen in de Verenigde Staten.
Drie dagen daarvoor had Giulia haar verloofde Pietro en Anita zien kussen. Dat
die laatste twee geen lang en gelukkig leven samen beschoren zal zijn, komt
Giulia te weten in mei 1946, meer dan veertig jaar na haar vertrek. Samen met
haar zoon, die alleen maar stuntelig Italiaans spreekt, keert ze terug naar
haar geboortedorp in Piëmont, Borgo di Dentro, dat haar ondanks de oversteek
nooit heeft losgelaten. In die zin is de fictieve naam van haar geboorteplaats
treffend: in Een verloren vriendin
betekent ‘dentro’ (binnen) ‘opgesloten’.
Borgo di
Dentro lijkt in die halve eeuw niet veranderd te zijn, al wijken Giulia’s
herinneringen af van de werkelijkheid en moet haar kennis van Borgo di Dentro’s
geschiedenis bijgesteld worden. Zo leert Giulia hoe het protest van de
zijdespinsters – Romagnolo baseerde zich op historische feiten – niet het
gewenste resultaat opgeleverd. In haar afwezigheid hebben haar dorpsgenoten
barre tijden gekend: armoede, honger en twee oorlogen, met een dubbele strijd,
aan het front in de loopgraven en meer diffuus in Piëmont via de verzetsstrijders.
Emblematisch zijn de passages waarin Pietro de wreedheid van een
loopgravenoorlog lange tijd censureert in de brieven aan Anita terwijl de lezer
zijn radeloosheid onverbloemd krijgt voorgeschoteld. Giulia heeft het overigens
in Manhattan ook niet makkelijk gehad: de brieven aan haar moeder, met wie ze
nooit heeft kunnen opschieten, blijven onbeantwoord, zij en haar gezin werden
geconfronteerd met discriminatie en haar ongeletterde man werd het slachtoffer
van een verstrengd immigratiebeleid, maar Giulia’s gezin heeft zich wel weten
op te werken.
Romagnolo deelt Giulia’s
geschiedenis in drie boeken in, waarin de auteur de lotgevallen van de
Borgo-dorpelingen verweeft. Elk deel wordt voorafgegaan door de stambomen van de
twee vriendinnen met een verschillende achtergrond zonder dat ze daarbij
visualiseert hoe die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Romagnolo’s
dubbele familiekroniek doet dat wel, vanuit een overwegend vrouwelijk
perspectief, maar die wordt nooit sentimenteel en, ook al lijkt de cover er wel
op aan te sturen, de vergelijking met Ferrante’s Napolitaanse romans blijft
beter achterwege. Romagnolo weet echter wel te beroeren, maar komt ook
komisch-ironisch uit de hoek, zoals wanneer de markiezin uit Borgo haar
opzichter huwt en haar vader en passant
een les in nederigheid geeft. Borgo di Dentro telt ook personages met
historische namen, zoals Giuseppe Garibaldi die Italiës eenmaking eigenhandig wist
te forceren, personages die zich niet volgens de tijdsgeest lijken te gedragen.
En dan heb je nog de vele honden met bevreemdende namen die dartel door het
dorp lopen en die ongestoord hun soortgenoten maar ook de dorpelingen
bestuderen.
Raffaella
Romagnolo: Een verloren vriendin,
Signatuur, Amsterdam 2019, 447 p. Vertaling van Destino door Hilda Schraa en Manon Smits. ISBN 9789056726348.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan