De Republiek Namibië is met 2,6 inwoners per vierkante
kilometer een van de dunbevolktste gebieden van de wereld. Het grootste deel
van het wegennet bestaat uit gravelwegen die na het regenseizoen met bulldozers
hersteld en opnieuw geëffend worden. Terreinvoertuigen zijn noodzakelijk om de
vele potholes, road dips, rivierbeddingen en weggespoelde wegdelen aan te
kunnen. Rij je helemaal off-road, dan kan je gemakkelijk een hele dag rijden
zonder een mens te bespeuren. Namibië is uitgegroeid tot een van de
belangrijkste bestemmingen in Afrika voor ecotoerisme. Het uitgebreide aanbod
aan wildlife en de adembenemende landschappen maken dat het land bijna vijftien
procent van zijn inkomsten uit het toerisme haalt, dat op zijn beurt zorgt voor
twintig procent van de werkgelegenheid. De grote kloof tussen arm en rijk wordt
in de hand gewerkt doordat in de steden en lodges een westerse economie draait,
terwijl kleine landbouwers en nomaden (himba’s en bosjesmannen) in de uithoeken
van het land op een Afrikaanse overlevingseconomie aangewezen zijn. Het feit
dat de meeste goederen geïmporteerd worden, maakt van hoofdstad Windhoek een
dure stad.
Fotograaf Thorsten Milse focust in Skeleton Coast op de
langgerekte kustlijn van Namibië en het aansluitende binnenland, een barre,
woestijnachtige omgeving, berucht voor zijn (zand)stormen en schipbreuken. Van
zuid naar noord sluiten vier nationale parken aan elkaar. Buiten de scoop van
Milses boek valt Sperrgebiet National Park, een van de rijkste diamantgebieden
ter wereld, dat recent gedeeltelijk als natuurpark werd ontwikkeld. De oeroude
Namib woestijn loopt van daaruit door in het ver naar het binnenland
uitstrekkende Namib Naukluft National Park, met hoogtepunten als Sossusvlei (de
hoogste duinen ter wereld) en de Naukluftbergen. Via het meer recreatief
ingestelde Dorob National Park (rond de kuststad Swakopmund) belanden we in het
eigenlijke Skeleton Coast National Park. Dit onherbergzame gebied wordt wel
eens bestempeld als de laatste Afrikaanse wildernis: een gebied dat best in
konvooi van minstens twee terreinvoertuigen bezocht wordt. Milse zelf maakt
gebruik van vliegtuigjes om een aantal van de minder bereikbare regio’s te
fotograferen. Daarbij valt op hoe droge rivierbeddingen als de Hoarusib en
Hoanib na een toevloed van regenwater tijdelijk omgevormd worden tot grazige
oases. Zo worden de rivierbeddingen levensaders die aan de woestijn aangepaste
dieren als olifanten, giraffen en leeuwen toelaten om tot aan de kust door te
dringen.
De Britse fotograaf Chris Wildblood situeert het eigenlijke
rijk van de woestijnolifant in het noordwestelijke Kunene gebied, dat in het
noorden afgebakend wordt door de Kunene, de grensrivier tussen Angola en
Namibië. Het gebied valt in twee delen uiteen, Kaokoland en Damaraland, die in
het westen grenzen aan Skeleton Coast National Park. Typisch aan de
woestijnolifant is dat die iets kleiner is dan de olifanten van de savanne, met
proportioneel langere benen en grotere voeten om zich beter over het zachte
zand te kunnen bewegen. Ze kunnen tot vier dagen zonder water, maar preferen om
de andere dag te drinken. Daarvoor doorkruisen ze het gebied langs de droge
rivierbeddingen geleid door een matriarch, die de schaarse drinkplaatsen weet
terug te vinden. Zo leggen ze in het droge seizoen gemakkelijk tot zeventig
kilometer per dag af. Net zoals de woestijnolifanten van Mali, bestempelen
sommigen de Namibische woestijnolifant als een aparte (onder)soort, maar
daarover bestaat geen wetenschappelijke consensus. Het contrast van deze grote
dieren (en andere aan de woestijn aangepaste zoogdieren als de leeuw en de
giraf) met de adembenemende landschappen staat garant voor verrassende foto’s.
Een gegeven dat het sterkst bij Milse speelt, terwijl Wildblood een divers
beeld van mens en dier in de Kunene regio toont.
Door hun aanpassing aan de harde levensomstandigheden van
het noordwesten, maken de woestijnolifanten weinig contact met de
savanne-olifanten van het aangrenzende Etosha, een van de grootste en rijkste
natuurparken van Zuidelijk Afrika. Het is gesitueerd rond een immense zoutpan,
die tijdens de regens water verzamelt om daarna geleidelijk uit te drogen. Het
park beslaat nu wel nog slechts een vierde van het oorspronkelijke park dat
door de Duitse koloniale machthebbers in 1907 werd opgericht als grootste
wildpark ter wereld. Tegen woordig is het meer dan 22.000 km² grote gebied
omheind als bescherming tegen de verspreiding van ziekten. De dieren zijn voor
hun overleving dan ook afhankelijk van de vele drenkplaatsen, waar ze in het
droge hoogseizoen samentroepen om zich na de eerste regens weer te verspreiden.
Vrij uniek is dat je de dieren ’s nachts kan observeren vanuit de drie omheinde
kampplaatsen aan een verlichte drenkplaats.
De Caprivi, een lange, smalle grenstrook die de bulk van
Namibië verbindt met Zimbabwe en Zambia, is nog een erfenis van de Duitse
koloniale tijd. Het kaderde in een poging om Namibië met het huidige Tanzania
te verbinden. Tegenwoordig is het een aaneenschakeling van kleinere
natuurparken (Bwabwata, Mudumu, Manili), die de verbinding maken naar Chobe
National Park in Botswana. De Caprivi vormt een uitgebreid vogelreservaat aan
de oevers van de Okavango-, Kwando en Zambezi-rivier; een groen en vruchtbaar
gebied in vergelijking met de rest van Namibië. Via Khadoum Game Reserve en
Waterberg komen we terug in het middendeel van Namibië en de naar het oosten
uitstrekkende Kalahari. Dit schrale gebied, dat zich over Namibië, Botswana en
Zuid-Afrika uitstrekt, trekt in het regenseizoen veel wild uit de Botswaanse
Okavangodelta, dat zich tegoed doet aan de uitgestrekte graslanden.
Uiteindelijk vinden de zuidelijk gelegen Fish River Canyon (de tweede langste
ter wereld na de Grand Canyon) en het Ai-Ais/Richtersveld Transfrontier Park de
aansluiting met Zuid-Afrika. Zuid-Afrika veroverde het land in 1915 op de
Duitsers en bezette het tot 1988, waarna een parlementaire democratie opgericht
werd.
In vergelijking met Milse en Wildblood opteert de Italiaanse
fotograaf Mario Vidor in Namibia voor een globaal sfeerbeeld van het
woestijnige Namibië. Zijn foto’s volgen heel wat van de typische toeristische
trekpleisters van een Namibische rondreis. Ook de timing lijkt sterk op die van
het hoogseizoen, wanneer de dieren bij de schaarse waterplekken samenkomen. Je
voelt het spoor van de georganiseerde reis, maar het grote formaat en de
kwaliteit van de foto’s geven een indrukwekkend beeld van de prachtige
Namibische landschappen. Thomas Dressler bespeelt in Namibia: A Visual Tour
through its Regions op klein formaat de noden van het toeristische publiek. Hij
beslaat het volledige land en geeft daardoor een veel diverser beeld met ook
wat ruimte voor stedelijke regio’s. Maar als je specifieke aandacht wil over de
natuurlijke hoogtepunten van Namibië ben je eerder aangewezen op Secret Namibia
van Lily en Marcel Jouve. Achttien bekende en minder bekende regio’s als
Waterberg, Spitzkoppe, Epupa Falls, Zaris Mountains en Giants’ Playground
worden overzichtelijk beschreven met aandacht voor de geologie, fauna, flora en
toegankelijkheid. De foto’s zijn soms minder prominent, maar geven wel een
vollediger beeld van de Namibische natuur doorheen de seizoenen. Onvermijdelijk
is er aandacht voor de zogenaamde private concessions die doorgaans een unieke,
luxueuze maar stevig geprijsde locatie aanbieden. Voorstellen van routes en
verblijfplaatsen maken van dit boek een eerste stap om een concrete reis door
de Namibische landschappen te plannen.
Thomas Dressler: Namibia: A Visual Tour through its Regions,
Sunbird Publishers Cape Town, 2010, 142 p.: ill. ISBN 9781920289195
Lily and Marcel Jouve: Secret Namibia, Struik Travel &
Heritage Cape Town, 2010, 152 p. : ill. ISBN 9781770076945. Distr.: New Holland Publishers
Thorsten Milse: Skeleton Coast. Africa’s Last Wilderness.
Struik Travel & Heritage Cape Town, 2011, 152 p.: ill. ISBN 9781770076945. Distributie: New Holland Publishers
Mario Vidor: Namibia, the Beautiful Landscape, Punto Marte
[sl], 2011, 131 p. : ill. Distributie: John Rule Sales & Marketing
Chris Wildblood: The Realm of the Desert Elephant: Kakaoland
and Damaraland, Sunbird Publishers Cape Town / Matador Leicester, 2012,
126 p. : ill. ISBN 9781848767690. Distributie: Troubador Publishing
deze pagina printen of opslaan