Poëzie

BOEKEN NR. 2, FEBRUARI 2020

Chris Marmenout: Het verlangen van de zee

door Stefan van den Bossche

Het verlangen van de zee is de debuutbundel van dichteres Chris Marmenout (Blankenberge 1951). Eerder verschenen gedichten van haar in Kunsttijdschrift Vlaanderen en in Gierik en Nieuw Vlaams Tijdschrift. In 2003 werden haar gedichten bekroond met de Basiel de Craeneprijs van de Poëziedagen in Merendree. De dichteres is al behoorlijk lang actief, maar treedt nu pas voor het voetlicht met een volledige bundel. Een laat debuut dus, bij een uitgeverij die zich wat poëzie betreft toch min of meer in de marge begeeft, ook al werd doorheen de jaren werk uitgegeven van onder anderen Eric Derluyn, naast dat van heel wat mindere en onbekende goden.  
 
Met Chris Marmenout is een zachte, mijmerende stem aan het woord gekomen. Haar gedichten bestormen geen literaire heilige huisjes, en dat hoeft ook niet. Het gehanteerde vocabularium en de beeldspraak zijn niet meteen verrassend, maar om een goed gedicht te schrijven is ook dat niet nodig. Een alledaagse gewoonheid kan op zich al verrassend genoeg zijn, en op bepaalde momenten behoorlijk beklijvend. Marmenout kan schrijven, zoveel is zeker. Ze hanteert haar pen als het ware met een soepele tred, in een vloeiende beweging. Niettemin stokt die beweging wel eens, hoewel men ziet dat de intensiteit en verbaliteit wel degelijk aanwezig zijn en, mits wat redactionele ondersteuning, alle gedichten op hetzelfde, zeer behoorlijke niveau zouden zijn getild. Een goeie redactie helpt een auteur afstand te nemen van haar of zijn werk. Maar voor een goed begrip: in deze bundel is een aantal nu al het bloemlezen waard.  
 
Het verlangen van de zee is verdeeld in zeven afdelingen. De eerste reeks, ‘Woorden’, bevat slechts drie gedichten. Het titelgedicht van deze cyclus is ronduit sterk. De dichteres gaat erin op zoek naar een soort rustpunt, een nulpunt, een milde plek die slechts door woorden wordt gerealiseerd:  
 
‘misschien hadden ze even
in die witte vlek kunnen vertoeven
genadeloos bloot te kijk staan
de armen van de nacht voelen
een koesterende ijlte
waar niemand weet van heeft’.
 
Die ijlte wil de auteur proberen te vatten, vast te houden en in beelden te capteren. Het gevaar blijft dat dit nulpunt zich transformeert tot roerloosheid, ‘albast geworden / in tastbaar licht’. Anderzijds is er, meteen daarop, het gedicht ‘Rivier van leven’, waar het water een soort tegengewicht vormt voor de angst voor die roerloosheid en stilstand. De rivier, ‘opstuwend uit de luwte / een bedding zoeken / stromen tegen beter weten in’. Dit zijn ronduit schitterende versregels.
 
Marmenout bespeelt bovendien op intrigerende wijze de natuurelementen aarde, water, wind en vuur. De connotaties en intrinsieke tegenstellingen van de elementen worden in de gedichten verwerkt: zacht-hard, glad-ruw, zwaar-licht (aarde), cohesie-adhesie (water), warmte-koude (vuur) en duwen-afstoten (wind). In bepaalde gedichten komen ze alle aan bod. In dit titelloze gedicht bijvoorbeeld, uit de hoofdcyclus ‘Het verlangen van de zee’:  
 
‘zo open en bloot
heb ik de lucht nog nooit gezien
de zee weerkaatst
tegen de witte huizen
gulzig likt de zon
de gevels schoon
 
een jongen gooit een
balletje tegen een muur
en loopt dan heen
de echo veert verloren
het huis is weer alleen’.
 
In het werk van Chris Marmenout is een grote mate van eenzaamheid en zwijgzaamheid aanwezig, wellicht de allergrootste poëtische verlangens om niet te moeten spreken en de taal van de dingen en de elementen te laten opklinken. Dat maakt deze gedichten uniek en knap. Ik kijk uit naar een volgende bundel.  
 
Chris Marmenout: Het verlangen van de zee, De Vries-Brouwers, Antwerpen 2019, 88 p. ISBN 9789059276260

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri