‘Zolang ik nog
leef zal ik mij beijveren om het een eventuele toekomstige biograaf zo moeilijk
mogelijk te maken. Blijf in godsnaam van mijn leven af,’ betoogt auteur Maarten
’t Hart in zijn autobiografische Dienstreizen van een thuisblijver (2011).
Elsbeth Etty las het wellicht ook, toen ze het gehele oeuvre van de schrijver
uit Warmond opnieuw doornam om Minnebrieven aan Maarten te schrijven.
Etty besloot een analyse te maken van zijn werk en het verband te leggen tussen
de schrijver en zijn oeuvre. Haar werkwijze en overwegingen brengt ze naar
voren in de proloog, een verantwoording waarom de Minnebrieven aan Maarten
zeker niet kunnen gezien worden als een autobiografie – ook omdat in zijn eigen
werk al zoveel autobiografische elementen zitten, aldus Etty. De term ‘minnebrieven’
zelf is uitdrukkelijk een verwijzing naar het werk met dezelfde titel van
Multatuli, de schrijver die ook door Maarten ’t Hart zo bewonderd wordt.
Aanleiding voor deze
uitgave is de 75ste verjaardag van Maarten ’t Hart. De auteur
weigerde onderwerp te zijn van allerlei vieringen, aangezien hij sinds zijn
vroege jeugd al alle soorten van verjaardagsfeesten mijdt waar hij maar kan. Etty
zelf houdt niet van biografieën van nog in leven zijnde schrijvers en liet zich
inspireren door Mirjam van Hengels Een knipperend ogenblik over Remco Campert. Deze recente uitgave is gebaseerd op gesprekken met
de schrijver. Aldus kwam er een correspondentie op gang tussen Etty en ‘t Hart.
Ze bezocht voor het eerst van haar leven Maassluis, de geboortestad van de
schrijver en ontmoette ‘t Hart in zijn huis in Warmond.
Haar hoop met Minnebrieven
aan Maarten bij te dragen aan het doorgronden van ‘t Harts werk, diens
persoonlijkheid en literaire betekenis werd bewaarheid: met voldoende afstand
maakte ze een analyse van het werk van een van de meest gelezen Nederlandse
schrijvers. Ze stelde hem daartoe ongegeneerd vragen over de verbanden tussen
leven en werk, maar publiceerde vragen noch antwoorden integraal, aldus Etty in
haar verantwoording. Haar bevindingen resulteerden in vier hoofdstukken: ‘Terug
naar Maassluis’, ‘Bedriegen of bedroeven’, ‘Tot kwellen geneigd’ en ‘De
vrolijke provocateur’. Ze citeert uit het werk van ‘t Hart, alsook uit dat van
critici én uit teksten van Multatuli, door ‘t Hart zelf zo bewonderd.
Een aantal van zijn
belangrijke thema’s komen natuurlijk aan bod, zoals zijn jeugd, het geloof,
alsook zijn verliefdheden en verhouding tot het andere geslacht en zijn
travestie. Andere, als zijn specialisatie in de ethologie en zijn liefde voor
muziek (Bach!) worden buiten beschouwing gelaten. In dat opzicht is Minnebrieven aan Maarten veeleer een
inleiding tot het werk van Maarten ‘t Hart, en leer je de man en diens werk pas
ten gronde kennen door het lezen van de ‘core business’ – niet alleen zijn
romans maar zeker ook zijn dagboeken als Het roer kan nog zesmaal om, Een
deerne in lokkend postuur of Dienstreizen voor een thuisblijver,
alle uitgegeven in de prestigieuze Privé-domeinreeks. Daarin leer je ook die
andere kant van ‘t Hart kennen, namelijk die van een beminnelijke, humorvolle
man die zijn eigen koers bepaalt. En die zich aangesproken voelt bij
gerechtelijke dwalingen, zoals blijkt bij zijn inzet voor de vrijlating van de
onterecht voor moord veroordeelde verpleegkundige Lucia de Berk. Maarten ’t
Hart liet geen gelegenheid onbenut haar lot aan te kaarten, en zorgde er met
zijn medestanders voor dat zij uiteindelijk werd vrijgesproken.
Minnebrieven aan
Maarten is een compacte analyse geworden, bovendien verzorgd uitgegeven met
een katern kleurenfoto’s. Een aanzet voor de lezer om nader kennis te maken met
deze grote schrijver.
Elsbeth Etty: Minnebrieven aan Maarten, De Arbeiderspers,
Amsterdam 2019, 151 p. ISBN 9789029540421. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan