Poëzie

BOEKEN NR. 6, JUNI 2020

Paul Demets: De aangelanden

door Dirk De Geest

Paul Demets was de afgelopen jaren actief als plattelandsdichter van de provincie Oost-Vlaanderen. Het is een functie die hij op een bijzonder intense manier heeft vervuld. Daarvan getuigt de lijvige bundel De aangelanden die nu voorligt. Tegelijk valt op hoe de bundel niet verschijnt bij Demets’ reguliere uitgever, waardoor het aparte statuut van de uitgave wordt onderstreept. Dat blijkt ook uit de manier waarop de hier bij elkaar gebrachte gedichten worden omkaderd met verklarende aantekeningen. Bij het merendeel van de teksten worden de omstandigheden beschreven waarin ze tot stand kwamen.
 
Het onderstreept het sterke realiteitsbetrokken karakter van deze verzen, die door de dichter zelf als ‘documentaire poëzie’ worden gekarakteriseerd. De meeste teksten zijn inderdaad occasioneel tot stand gekomen, naar aanleiding van ontmoetingen of ter gelegenheid van een of andere manifestatie (tot de verkiezing van de mooiste boerin). Ze bieden zo al een zekere spiegel van het leven op het platteland, met zijn lief en leed: ongevallen en overlijdens maar ook feesten en herdenkingen.
 
Toch slaagt Demets erin om dat gelegenheidskarakter te overstijgen en krachtige poëzie neer te zetten. Dat hangt deels samen met de positie die hij inneemt als ‘aangelande’, iemand die op het platteland is komen wonen en daardoor een insider is geworden, maar niettemin toch ook een buitenstaander blijft: ‘Vanmorgen werd ik wakker als een dorp’, luidt de openingsregel van de bundel. Vooral in de aanvang van de bundel wordt die dubbelzinnige positie keer op keer belicht. Zo laat de dichter zich niet alleen inspireren door het landschap en door wat hij nauwlettend waarneemt, maar ook door zijn contacten met literatuur of met beeldende kunstenaars. Zijn blik is die van iemand die ‘verder’ zoekt dan wat zich onmiddellijk aandient, die op zoek gaat naar onderliggende verbanden, naar verklaringen: het poëtische versmelt in deze bundel onmiskenbaar met het perspectief van de antropoloog. Dat zorgt voor complexere maar tegelijk ook rijke verzen. Het feit dat de dichter graag de ‘jij-vorm’ gebruikt, draagt bij tot de veralgemening van zijn ervaringen en inzichten.  
 
Thematisch cirkelen alle gedichten, nogal vanzelfsprekend, rond het leven op het platteland, maar dat neemt sterk uiteenlopende gedaanten aan. Soms vormt een ongeval of een gebeurtenis de aanleiding voor het vers: de verkiezing van de boerin of de boom van het jaar, een jammerlijk ongeval, een betwistbare beslissing van de overheid. In dergelijke gevallen toont de dichter zowel zijn empathisch vermogen als zijn engagement. Hij weet protagonisten een hart onder de riem te steken en toont zijn vertrouwdheid met het landleven (met inbegrip van het ingebakken conservatisme). Tegelijk klaagt hij mistoestanden aan en neemt hij het resoluut op voor de bedreigde natuur. Net door die persoonlijke insteek en door het stilistisch vermogen van de auteur (vooral zijn beelden zijn vaak revelerend) krijgt deze verzameling onmiskenbaar een meerwaarde. De aangelanden is toegankelijke maar tegelijk gelaagde poëzie over problemen die eenieder aanbelangen.
 
Paul Demets: De aangelanden, Poëziecentrum, Gent 2020, 95 p. ISBN 9789056553586

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri