De
Nederlandse auteur P.F. Thomése leerde Jos Kessels een eeuwigheid geleden
kennen op de redactie van Het Nieuwsblad van het Zuiden, een Tilburgse
krant. Ze werden vrienden en reisden enkele keren samen door de Verenigde
Staten, zich onderdompelend in de rijkdom van de lokale (maar wereldberoemde)
country- en westernmuziek in het land van ‘lovers and losers and lost souls
alike’. Tot zover datgene wat we voorzichtig de feiten kunnen noemen.
Aan het begin van
deze eeuw rijpte bij Thomése vervolgens het idee om van zijn vriend een
personage te maken. En zo werd J. Kessels geboren, de auteurs ‘beste vriend en
favoriete romanpersonage’. Hij duikt voor het eerst op in de verhalenbundel Greatest
hits (2001), waar hij weinig flatterend wordt neergezet als een in
sigarettenrook en bier gedrenkte eenzame cowboy.
Niettemin bleek Thomése nog lang niet uitgeschreven over J.
Kessels en zijn avonturen. In 2009 verscheen J. Kessels: The Novel, een
op de leest van Keourac geschoeid reisverhaal naar Hamburg, dat in 2015
verfilmd werd met Frank Lammers in de rol van J. Kessels. Nadien volgden nog de
romans Het Bamischandaal (2014) en Ik, J. Kessels (2018). De drie
J. Kessels-romans zijn nu opnieuw uitgegeven in een verzameling met de titel Tilburg
trilogy, een uitnodiging om ze ook eens als geheel ter hand te nemen.
De
moeilijkheid met verhalen die met één been in de realiteit staan en via het
andere been gretig uit de verbeelding van de auteur putten, is dat ze zich op
een flinterdunne grens bevinden van wat fijn is om te lezen en van wat ronduit
onacceptabel is. Wat ik hiermee wil zeggen is dit: Thomése heeft duidelijk
gekozen voor het groteske. Het gaat in het geval van deze romans om fictie,
niet om memoires. Al zijn personages zijn karikaturale uitvergrotingen, naar we
vermoeden losjes gebaseerd op bestaande figuren.
In J. Kessels: The Novel
lijkt hij in die zin soms nog wat zoekend. Hij tast voorzichtig de grens af,
als een taalkundig experiment in het fictionaliseren van een verder
ondoordacht/semi-waargebeurd verhaal. Thomése kent zichzelf daarbij een niet
onaanzienlijke rol toe, waarin hij als auteur graag ingrijpt in de situatie en
dat ook letterlijk neerschrijft. Zit hij met een vervelend nevenpersonage? Wel,
misschien moet hij het maar naar een ander hotel sturen. En hupsakee, daar gaat
hij.
Dit levert een hilarisch, bij
momenten grandioos boek op met knallende zinnen als: ‘Het dubbele billenbestand
had de frikadellen ongedeerd op het droge gekregen en serveerde ze nu uit met
een baaierd aan sauzen’. Of nog: ‘Ik bleef twaalf, ik bleef op de drempel
dralen, op de rand van de afgrond, de afgrondelijke, bodemloze afgrond […]’.
Over Het bamischandaal
kan ik daarentegen duidelijk zijn: hier helt alles door in de verkeerde
richting. Het lijkt op een goedkope, amateuristische kopie van het eerste boek.
De roman is als een oude Duitse pornofilm, vulgair en wansmakelijk - een
metafoor die ik, voor de duidelijkheid, uit het boek zelf haal. Het is
slapstick, maar niet grappig en dus zielig. Ik zou zelfs durven stellen: één
groot tijdverlies. (Markant detail: aan het eind van boek drie lijkt hij zich
hiervoor tussen de regels door zelfs te verontschuldigen.)
Dat zoeken en falen heeft -
gelukkig voor de lezer - wel ergens toe gediend. In Ik, J. Kessels heeft
Thomése dat evenwicht wél gevonden. Hij maakt nog steeds gebruik van dezelfde
ingrediënten als in de twee vorige boeken, met name Tilburg, borsten, billen,
sigaretten en bier. En een buitensporig verlangen naar een lang vervlogen tijd.
Alleen straalt zijn stem ineens een fascinerende maturiteit uit, zonder het
hijgerige en geobsedeerde van ervoor. J. Kessels en het personage P.F. Thomése
zijn fantastische heerschappen, weliswaar met een kink in de kabel van hun
vriendschap als gevolg van de hele ‘J. Kessels-hype’. Treurige mannen,
gemarineerd in een eindeloos aantal referenties naar countrymuziek, niet voor
niets het genre van de verloren zielen, bij wie je zo een arm om de schouders
zou slaan.
Een
aanrader is Ik, J. Kessels zeker en vast. Maar dan moet je dus wel eerst
langs J. Kessels: The Novel en - oh, help - Het bamischandaal. En
dan rijst de vraag wat precies de meerwaarde is aan een gebundelde heruitgave.
Eerlijk gezegd, ik zie ze niet.
P.F. Thomése: Tilburg Trilogy, Prometheus, Amsterdam 2020,
683 p. ISBN 9789044646368. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan