Big data van
Anne Vegter, voormalig Dichter des Vaderlands, is een drieluik, onderverdeeld
in ‘Hoe Europa doen (Interview)’, ‘Big data (Gedichten)’ en ‘Medea 2.0
(Monoloog)’. Deel een, het verhaal van de Zuid-Afrikaanse dichter Ingrid Jonker
en deel drie, Medea, omsluiten het middelste deel dat autobiografisch is.
Hierin dicht Anne Vegter over haar relatiebreuk.
Big Data is een spannende
bundel om te lezen. De boosheid van de spreker spat ervan af. Ook de vorm is
gewaagd. Het eerste deel wijkt nogal af van de rest. Waar Vegter in deel twee
en drie speelt met de taal, originele beelden creëert die je wel voelt, maar
niet meteen kan plaatsen, schrijft ze in het eerste deel haast in spreektaal
is. In heldere prozazinnen vertelt Ingrid Jonker over haar reis naar Europa en over
haar moeizame relatie met mannen die zijn oorsprong vindt in de relatie met haar
vader:
‘Ze zeggen dat verledens schuld hebben.
Ik had inderdaad een vader die ik echt niemand zou toewensen.
Eentje die nooit te beroerd was om mij te ontmoedigen. <br
/> Hij was het soort mislukte Afrikaanse schrijver van wie niemand nog een
titel weet.
Dus die had de pest in dat ik zomaar floep beroemd
werd met mijn gedichten.’
De relatie met haar vader is een
voorbode van haar problematisch relatie met Jack Cope en met haar minnaar André
Brink. Uiteindelijk eindigt Jonker in een kliniek.
‘Toen ging ik naar de kliniek, misschien voor Breyten.
Ik
neem dit niemand kwalijk.
Ik wilde zelf ook want ik moest van
mezelf almaar dood.’
We weten dat Ingrid Jonker niet
lang nadat ze uit de kliniek kwam door zelfverdrinking in zee om het leven is
gekomen.
‘Weg met Ingrid Jonker.
Ek dag
ek sal neerstort in die berge.
De dood opent zijn grote bek en
mijn vliegtuig vliegt naar binnen.
Dan heeft ie me eindelijk te
pakken.’
<br
/> Het middelste deel van de bundel is niet zo eenduidig als het relaas van
Ingrid Jonker. Hier laat Vegter de prozataal los en wordt het ook meer poëzie
met beelden die om een actieve lezer vragen:
‘baby, die van zichzelf doorlatend is
zien jullie
dat er ook een boomklever in me schuilt
het geheugen van de rug
die onrustige adem is je bloedcadeau
je heet de
achterste wolvendoder
het tikken van je vierde wereld.’ <br
/>
Zoals de dichter zelf
naar ‘de oorsprong van de leugen’ zoekt, zoekt de lezer mee in de meerduidige
zinnen. Ook in dit deel van de bundel is de relatie met de man uiteindelijk een
teleurstelling. De vrouw en haar zoons zijn verlaten voor een andere vrouw.
‘ik zeg het
niet graag, maar de zee is eerlijk
even tussen de vader en mij,
vanwege het onderzoek:
had ik je nou betrapt op een aanloop <br
/> ging jij nou heimelijk springen
diep onder jou kleurt de zee
van licht naar schuld, een noodsprong’
De boosheid en het rauwe
verdriet spatten ervan af:
‘voor de hallelujaman en zijn drie kleine dames,
bruinharigen met zorgbehoeften,
herhaal ik:
ik ruk
mijn haren uit, ik ben het vlot, ik drijf op oude kranten en een vork trekt
mijn
gezicht
los’
De titel Big
data staat voor alle data die een relatie in zich draagt, maar het woord ‘big’
staat ook letterlijk voor een big, de man als een jong varkentje. <br
/>
‘dat wordt tollen
deze week, je staat op schijf en we zijn blij voor je, topbig
je
hebt de dagprijs gewonnen. moet gezegd klapvee had z’n bedenkingen, <br
/>
de zeugen zuchtten
maar er zaten extra beren in de zaal tijdens de algemene
stemming, hoefjes op, dit is de
dag. waarom staar je naar ons met die bek’
De elektriserende schrijfstijl
wordt voortgezet in Medea 2.0, het dramatische derde deel waarin een moderne,
wanhopige en wraakzuchtige Medea aan het woord is. De inzet hier zijn de
kinderen:
‘de
moeder die haar kinderen verloor
is die nog steeds een moeder’
Waar Medea
haar kinderen offert om het verraad van haar Jason te wreken, trekt de spreker
hier zichzelf aan haar eigen haren uit het moeras en kiest ervoor om net niet
te verzuipen:
‘jason
is lomp
jij bent berekenend
jason is een onnozelaar
hij wilde iets voor me regelen
een hutje, voedsel, zorg voor de
kinderen
jij liet me achter en eiste geen comfort
maar
verdween op je tenen
de stilte in
de weg naar voederplaats 2.0
benoem het cliché
er zijn weinig verschillen <br
/> (perspectief van jason op medea)
je wilde niet zijn: man van
je wilde zijn: man
je wilde niet zijn: mijn man
je werd: haar man
niet weer een medea
o
jawel
eentje die probeert haar kinderen op het nippertje te sparen’
Er valt heus
wel iets af te dingen op de bundel, soms zijn de teksten vertellerig van toon, maar
de levendigheid en speelsheid van de taal, waardoor je de hele bundel door het
kloppende hart van de spreker voelt, compenseert alle minpuntjes en overstijgt
ook het persoonlijke verhaal van Anne Vegter zelf.
Anne Vegter: Big data, Querido,
Amsterdam 2020, 87 p. ISBN 9789021417257. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan