Bezette stad 100
Het
minste wat men kan zeggen is dat de honderdste verjaardag van de publicatie van
Paul van Ostaijens baanbrekende dichtbundel Bezette
stad niet onopgemerkt voorbij is gegaan. Het grote nieuws was natuurlijk de
aankoop van het manuscript van de iconische bundel door de Vlaamse Gemeenschap
voor de nette som van 725.000 euro. Nog tot 27 juni kan iedereen de literaire
schat gaan bewonderen op de expo rond Bezette stad in het Letterenhuis te
Antwerpen, of online
bekijken. Bijna tegelijk doken er ook originele tekeningen voor de bundel van
Oscar Jespers op, waarrond boekhandel De Slegte in Antwerpen een kleine
tentoonstelling opzette (tot 10 april). En het Poëziecentrum geeft het kleinood
Marc, een interpretatie van ‘Marc groet ’s morgens de dingen’ door Paul
Verrept opnieuw uit. Uiteraard kon Matthijs de Ridder, die momenteel de laatste
hand legt aan de biografie van Paul van Ostaijen, niet op het appel ontbreken.
Jan de Jong typeerde
De Ridders BOEM Paukeslag. Op strooptocht
door Paul Van Ostaijens Bezette stad op Tzum
literair weblog heel juist als ‘de biografie van een dichtbundel’. De
auteur zelf noemt het ‘een strooptocht’. Hij gaat in ieder geval heel
meticuleus te werk en leest de tekst zo close als maar kan. Maar anders dan de New
Critics in de jaren 1920 en hun Nederlandse navolgers rond het tijdschrift Merlyn in de jaren 1960, kijkt de
hedendaagse close reader wel verder dan zijn neus lang is. De Ridder gaat niet
alleen op zoek naar de tekstimmanente betekenis van woorden, maar vooral ook
naar de werkelijkheid buiten de tekst die voor vele gewone en zelfs ervaren
lezers van vandaag grotendeels onbekend is. Deze zoektocht naar historische en
biografische referenties levert interessante resultaten op en leidt zelfs tot enkele
hypotheses over Paul van Ostaijens bedoelingen met deze bundel. Van dat laatste
zou een Merlynist als A.L. Sötemann gegruwd hebben, want zo stelde hij: ‘wat de
auteur gewild heeft, regardeert ons niet’. Terwijl dat net het enige is wat
vele, zoniet de meeste lezers interesseert. En schrijvers willen doorgaans ook
begrepen worden.
Van Ostaijen heeft wel goed zijn best gedaan om zijn bedoelingen te
maskeren, niet alleen door de unieke, maar bevreemdende vormgeving, de
‘ritmiese typografie’, maar ook door zijn tekst vol verwijzingen naar in zijn
tijd populaire liedjes en films te stoppen. Niet iedereen echter kwam zo vaak
in de Music Hall als Van Ostaijen en niet iedereen had ‘veel films gezien’,
zodat zijn tijdgenoten vaak geen touw konden vastknopen aan zijn Bezette stad. Natuurlijk valt de bundel
ook te genieten zonder dat men elk woord begrijpt, maar het voegt er wel een
dimensie aan toe, toont aan hoe rijk de tekst is en, vooral, dat het allemaal
wel degelijk iets betekent. De Ridder heeft zijn best gedaan om zo goed als alle
verwijzingen te duiden. Hij kon daarbij gebruik maken van eerder onderzoek,
maar dankzij internet (en een netwerk van informanten) heeft hij op korte tijd
veel meer kunnen doen, dan erudiete voorlopers als Gerrit Borgers en Robert
Snoeck met hun analoog bronnenonderzoek ooit konden bereiken.
Natuurlijk blijft ook zo’n close
reading 2.0 een interpretatie en als lezer hoef je het niet altijd eens te zijn
met De Ridders bevindingen. Zo betwijfel ik bijvoorbeeld dat Van Ostaijen Théophile
Steinlen ‘ter verantwoording’ roept omdat hij ‘sfeervolle prostitutiescènes’
zou getekend hebben. Steinlen stond immers bekend om zijn grote sociale
betrokkenheid en net zijn tekeningen die hij van en tijdens de Eerste
Wereldoorlog maakte, getuigen daarvan. Voorts zou ik niet Berlijn, maar eerder
Parijs in 1920 de titel van ‘hoofdstad van de internationale avant-garde’ gunnen,
maar dat is muggenziften. Matthijs de Ridder verdient alle lof voor deze lucratieve
en bovendien bijzonder leesbare literaire strooptocht. Dat belooft voor de
biografie!
Tegelijk
met BOEM Paukeslag verscheen Besmette stad, een bundel in A4-formaat,
waarin 65 kunstenaars ‘antwoorden’ op Bezette
stad, met bijhorende website. Bekende schrijvers als Ilja Leonard Pfeijffer, Jeroen Olyslaegers,
Maud Vanhauwaert en Koen Peeters, figureren er naast beeldende kunstenaars als
Koen Broucke, Kati Heck, Wide Vercnocke en de betreurde Ward Zwart, aan wie het
boek is opgedragen. De bijdragen zijn erg verscheiden zowel qua vorm –
variaties op Van Ostaijens avontuurlijke typografie lagen voor de hand – als
qua inhoud. Vast staat dat de Matthijs de Ridder van 2121 een vette kluif zal
hebben aan het duiden van hedendaagse fenomenen als Tik Tok, Corona, Netflix,
5G en de slogan ‘Blijf in uw kot!’.
Matthijs de Ridder: BOEM Paukeslag.
Een strooptocht door Paul van Ostaijens Bezette stad. Pelckmans, Kalmthout 2021,
324 p. ill. ISBN 9789463105927
Matthijs de Ridder, Willem Bongers-Dek (sam.): Besmette
Stad. Vijfenzestig kunstenaars antwoorden op Bezette stad van Paul van Ostaijen.
Pelckmans, Kalmthout 2021, 256 p. :ill. ISBN 9789463105910
deze pagina printen of opslaan