Het is een vaak aangehaald citaat als het gaat over de
positie van de vrouw in de oudheid. Het komt van Pericles, niet de minste, en
hij probeert er weduwes mee te troosten die hun man verloren in het eerste
oorlogsjaar van de Peloponnesische Oorlog: ‘Leid uw leven zo dat mannen zo
weinig mogelijk over u spreken, niet in positieve en niet in negatieve zin.’
Een deugdelijke vrouw was dus maar beter onzichtbaar.
Was dat ook zo in Rome? Wie de
Romeinse geschiedenis een beetje kent, is vertrouwd met personages als Agrippina,
Messalina en anderen, en zal dus ontkennend antwoorden, maar dat is natuurlijk
de high society. Wat in die kringen geldt, is daarbuiten nooit zomaar van
toepassing. Emily Hemelrijk onderzoekt in Verborgen levens, publieke figuren
of vrouwen enige status binnen de gemeenschap konden opbouwen, maar kiest er
resoluut voor om de blik af te wenden van de hoofdstad. Dat is een goede keuze.
De vrouwen die daar woonden zijn al vaker beschreven en kan je dus bezwaarlijk een
voorbeeld noemen voor de hele samenleving. Bovendien wordt ze op die manier ook
gedwongen om vooral archeologische (epigrafische) en in mindere mate literaire
bronnen te gebruiken, die sowieso al oververtegenwoordigd zijn in biografieën.
Romeinse
vrouwen hadden het grote voordeel dat de huwelijkswetgeving in de loop van de
eerste eeuw voor Christus in hun voordeel aangepast werd, of toch in het
voordeel van de eigen familie. Waar een kersverse bruid voorheen overgebracht
werd naar de familie van de echtgenoot, kon ze voortaan onder het vaderlijke of
zelfs grootvaderlijke gezag blijven. Op het eerste gezicht lijkt er niet veel
te veranderen, want wanneer die overleed, kwam een voogd in zijn plaats om te
verhoeden dat mevrouw te roekeloze financiële beslissingen nam. In de praktijk
zorgde dit toch vaak voor een relatieve onafhankelijkheid, zeker wanneer ze
haar voogd min of meer zelf had kunnen kiezen.
En zo konden vrouwen zich binnen
hun eigen gemeenschap inzetten of profileren. Het ideaal bleef de kuise vrouw
aan de haard die haar eigen kleren maakte. Emily Hemelrijk laat echter zien dat
ze in werkelijkheid soms een fortuin uitbouwden waardoor ze in staat waren om
lokale verenigingen te sponsoren, patrones van een stad te worden of een
priesterambt op te nemen. Anders dan bij ons was dat laatste namelijk ook een
prestigefunctie die betalend was, voor de ambtsdrager weliswaar.
Een enkele keer levert de vrijgevigheid de erfgenamen
kopzorgen op (bijvoorbeeld wanneer vrouwen in latere eeuwen grote sommen
overmaken aan de Kerk), maar meestal kaderde deze autonomie in de algemene
versterking van de hoeksteen van de Romeinse maatschappij: de familie. Mannen
dekten zo in hun patronaat eerder de harde sectoren af, denk aan beroepsverenigingen,
vrouwen werden patrones of ‘moeder’ van jeugd- of cultusverbanden, een enkele
uitzondering niet te na gesproken. Ook in het Vlaanderen van nog niet zo lang
geleden was het niet ongewoon dat de vrouw van dokter of notaris de
plaatselijke fanfare sponsorde en ‘bemoederde’. En door een standbeeld op te
richten voor een te vroeg heengegane echtgenote, eerde de stadsraad van een of
ander Romeins provinciestadje meteen, en minder opzichtig, ook de
achtergebleven man.
In dit boek gaat het dus niet enkel over vrouwen, het gaat over de
systemen die de radertjes van de Romeinse maatschappij smeerden: familiebanden
en verenigingen die konden zorgen voor sociale mobiliteit. Net door het citeren
van de vele bronnen (een enkele keer kon dat wel korter) toont Emily Hemelrijk
dat vrouwen daar ook hun rol in opnamen en niet louter de passieve rol van
uitwisselbruid opnamen.
Emily Hemelrijk: Verborgen levens, publieke figuren.
Romeinse vrouwen buiten Rome, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2021,
277 p. ISBN 9789025313081. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan