Vertaald proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2022

Hermann Ungar: Knapen en moordenaars

door Kris Velter

Hermann Ungar (1893-1921) had tijdens zijn leven een relatief grote groep lezers, maar is daarna in de vergetelheid geraakt. Tijdgenoten zoals Franz Kafka en Rainer Maria Rilke zijn bij het grote publiek veel bekender. Een en ander heeft te maken met de onderwerpen die Ungar behandelt: degeneratie, paranoia, ziekte, gestoorde seksualiteit. Maar ook zijn vroege dood en de Tweede Wereldoorlog hebben ervoor gezorgd dat zijn werk niet de bekendheid kreeg die het verdiende. Gelukkig is er sinds enkele tientallen jaren een kentering gekomen. Daarbij werd voornamelijk de focus gelegd op de romans, die het hoogtepunt vormen uit zijn korte literaire carrière: De verminkten (Pandora 1994), Ungars debuutroman, is ondertussen een klassieker en De klas (Damon 2022) bezit ongetwijfeld dezelfde kwaliteiten. Nu heeft Huub Beurskens ook Knaben und Mörder vertaald, het debuut van Ungar dat twee verhalen bevat.  

Knapen en moordenaars
kreeg bij verschijning in 1921 een lovende recensie van Thomas Mann. Het pad was geëffend. Ook Stefan Zweig was een vroege bewonderaar. In tegenstelling tot de romans van Ungar, zijn beide verhalen geschreven in de eerste persoon enkelvoud. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat beide verhalen autobiografische elementen bevatten. In het eerste verhaal, ‘Een man en een dienstmaagd’, groeit de ik-figuur als kind op in een zogenaamd ‘kwijnhuis', een tehuis voor wegkwijnende zieken. De jongen is zonder ouders opgegroeid, haat zijn bejaarde medebewoners, gruwt van de klusjes die hij moet opknappen en wordt op zijn eerste werk geslagen en op school gepest. Hij vat een bizar soort liefde op voor de dienstmaagd Stasinska: hij wil haar niet liefhebben, maar wel overheersen. Deze relatie vormt de kern van het verhaal. Het geworstel met het seksuele is bovendien een terugkerend onderwerp bij Ungar. In het tweede verhaal, ‘Verhaal van een moord’, wordt door de ik-figuur vanuit een gevangenis teruggekeken op de omstandigheden die hebben geleid tot het plegen van een moord. Hij schrijft zijn verhaal op en vertelt daarbij over zijn gedachten en motieven. Het verhaal: een gebochelde kapper manipuleert de vader van de ik-figuur tot hij krankzinnig van angst wordt. Zowel de kapper als de verteller compenseren hun zwakheid door te manipuleren en geweld te gebruiken. Er wordt weleens beweerd dat Ungar zich voor dit verhaal door Dostojevski heeft laten inspireren.
 
De verhalen hebben heel wat overeenkomsten. De ik-figuur, de knaap, groeit op zonder liefde en affectie, in eenzaamheid. In het eerste verhaal vertrekt de vader kort na de geboorte en verdwijnt de moeder. De jongen wordt geslagen en bespot. Het tweede verhaal heeft dezelfde uitgangspositie: ‘Mijn jongensjaren werden niet begeleid door liefde zoals die van andere mensen. Niemand is ooit aardig geweest.’ De moeder is afwezig en de vader kan nauwelijks voor zijn zoon zorgen. Deze knaap wordt eveneens fysiek mishandeld en gepest. Ook in De verminkten zal het hoofdpersonage zonder liefde opgroeien en mishandeld worden, met als gevolg dat het latere functioneren als volwassene grondig wordt verstoord. In ‘Een man en een dienstmaagd’ zal de ik-figuur uitgroeien tot een kille kapitalist die mensen als gebruiksvoorwerpen gebruikt. In ‘Verhaal van een moord’ wordt de jongen een moordenaar. In beide verhalen moet de vraag worden gesteld in hoeverre de jeugd van de knaap in kwestie heeft geleid tot afwijkend gedrag. In het tweede verhaal is de ik-figuur ervan overtuigd dat zijn misdaad terug te voeren is op zijn jeugd. In beide verhalen is bovendien sprake van wraak. Wraak omwille van de liefdeloze opvoeding, omwille van de afgewezen liefde en wraak om de eer van de vader te redden. Opmerkelijk is ook dat de hoofdpersonen geen naam krijgen. Misschien is de reden hiervoor wel dat Ungar niet het verhaal wil schrijven van personen, maar wel van het boosaardige zelf. Op die manier is het verminkte al het hoofdonderwerp in het literaire debuut van Ungar .
 
Hermann Ungar bezit de gave om de vervreemding, het wrede en het kwaadaardige op een zakelijke manier weer te geven. Een groot deel van de aantrekkingskracht van Ungar ligt in het contrast tussen de taal en de onderwerpen: haat en agressie worden op een terughoudende en zelfs kille manier beschreven. Bij Ungar zijn de individuele geschiedenissen slechts een voorwendsel om het universele te duiden: de mens is fundamenteel eenzaam, hulpeloos en psychisch verminkt. Knapen en moordenaars is niet enkel een prachtig boek, maar het is ook belangrijk om de evolutie in het oeuvre van Ungar te kunnen begrijpen. Huub Beurskens heeft de verhalen bovendien erg soepel vertaald.
 
Hermann Ungar: Knapen en moordenaars, Koppernik, Amsterdam, 2022, 128 p. Vertaling van Knaben und Mörder door Huub Beurskens. ISBN 9789083174495

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri