Vanaf zes jaar

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2020

Hovhannes Toemanjan, Harmen van Straaten (ill.): Het vogeltje en andere Armeense sprookjes

door Katrien Maris

6+ - In 2019 herdacht Armenië de honderdvijftigste geboortedag van schrijver Hovhannes Toemanjan (1869-1923). Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de Armeense literatuur en wordt eerbiedig ‘Dichter aller Armeniërs’ genoemd omdat hij op de barricades stond voor de Armeense vluchtelingen ten tijde van de tragedie in het Ottomaanse rijk. De UNESCO voegde deze herdenking toe aan de lijst met belangrijke culturele herdenkingen van 2019. Als onderdeel van deze herdenkingsplechtigheden vertaalde Anna Maria Mattaar, met de steun van het ministerie van Cultuur van de Republiek Armenië, deze bundel met vijfentwintig sprookjes en volksverhalen van Toemanjan naar het Nederlands.
 
Een aantal van deze sprookjes zullen ongetwijfeld bekend in de oren klinken. De gelijkenissen met bepaalde Grimm-sprookjes zijn immers opvallend. Zo doet ‘Broertje lam’ denken aan ‘Broertje en zusje’. Broertje verandert hier echter in een lam in plaats van een reekalfje. Hier komt Toemajans voorliefde voor rijmen bovendien mooi tot uiting want hij schreef dit verhaal volledig op rijm.‘ Het geitje’ lijkt een sobere versie van ‘De wolf en de zeven geitjes’. Moeder geit heeft nu één kleintje en de wolf probeert slechts één keer tevergeefs binnen te dringen. Het hoofdpersonage uit ‘De dappere Nazaar’ is eigenlijk een angsthaas, die door een opeenstapeling van toevalligheden en verkeerde interpretaties als een held wordt beschouwd. Wie zijn lotgevallen leest, herinnert zich meteen ‘Het dappere snijdertje’. ‘Koning Tremel’ vertoont een duidelijke parallel met ‘de gelaarsde kat’ (Charles Perrault). De rol van de ijdele kat wordt dit keer gespeeld door een sluwe vos die zijn meester, een arme molenaar, bij de koning introduceert als koning Tremel.  
 
Toemanjan verweeft soms bijzonder gruwelijke beelden in zijn verhalen. Zo lezen we in ‘Het meisje zonder armen’ hoe een jaloerse vrouw haar eigen baby in de wieg doodsteekt en het bebloede mes in de schortzak van haar beeldschone en door iedereen geliefde schoonzus verstopt. En de gruwel gaat nog verder: het arme meisje wordt onterecht veroordeeld en haar armen worden afgehakt.
 
Regelmatig wordt er een wijze levensles meegegeven. Een mooi voorbeeld hiervan is ‘De kruik vol goud’. Twee doodeerlijke boeren vinden op hun land een kruik gevuld met goud. Wanneer ze dit melden aan de koning, wil hij die kruik meteen opeisen. Maar hij ziet in de bewuste kruik enkel slangen en uiteindelijk mogen de boeren over de kruik beschikken. Toemanjan, die ervan houdt om af en toe een persoonlijke noot toe te voegen, doet er nog een schepje bovenop en besluit met een vermanend vingertje: ‘Moge het jullie goed gaan, en moge het die hebberige koning slecht vergaan’.
 
Maar niet elk verhaal is even makkelijk te interpreteren. Zo vertelt de ik-persoon in ‘Het jokkende jagertje’ bijvoorbeeld: ‘Ineens, wel heb ik ooit, zagen we dat in dat waterloze meer drie witte eenden zwommen, die aan het gillen waren. Twee waren er dood, en één leefde niet meer’. Het is eigenlijk één lange opsomming van bizarre leugens. En wat te denken van ‘Het vogeltje’? Het diertje onderneemt een ingenieuze ruiltocht, maar het verhaal eindigt bruusk wanneer het plots een saz, een snaarinstrument, te pakken krijgt en dan maar troubadour wordt. Bij zulke verhalen blijf je met een onbestemd gevoel achter.
 
Her en der vinden we in de tekst vreemde, bijna plechtige aansprekingen, zoals ‘Peetvader Vos’, ‘Broeder Bijl’ of ‘Petemoei’. Ook het gebruik van minder courante woorden is opvallend. Menig lezer zal zich bijvoorbeeld afvragen wat een vaars, een juk land, een karavanserai of een poed olie is. Toemanjan laat bovendien duidelijk zien dat hij de zoon van de dorpspastoor is. In de tekst zijn regelmatig kleine verwijzingen naar God verweven zoals ‘God zij met je’ of ‘moge God het verhoeden’. Al deze details maken dat de tekst vaak wat stroef leest en een tikkeltje ouderwets aanvoelt.
 
De typische tekeningen van Harmen van Straaten, in fijne zwarte lijnen en geschilderd in frisse kleuren, geven het geheel een hedendaags en humoristisch tintje. Van Straatens lijnvoering is zo dun dat de lezer geprikkeld wordt om zijn illustraties extra aandachtig te bekijken en wie dit doet, zal heel wat emoties op de gezichten ontdekken. Zo is er bij voorbeeld de tekening van Nazaar, die op zijn ezel op avontuur vertrekt. Zijn ogen zijn groot opengesperd van angst, terwijl zijn onverzorgde snor futloos naar beneden hangt. Zijn oosterse, rode hoedje geeft hem iets clownesk en tegelijkertijd doet zijn wit, lang gewaad denken aan een veroordeelde die naar het schavot wordt geleid. De ogen van de grijze ezel zijn al even groot van angst. Zelfs zijn nekharen en drie staartharen staan rechtop. Een grappig detail is dat zijn miezerige staart zo lijkt op een gevaarlijke hooivork. De enorme roze snuit en de open hangende bek met onregelmatige tanden maken dat het dier er ook nog dom en een tikkeltje lui uit ziet. Het beeld van twee typische antihelden.
 
Dit is zeker niet het meest toegankelijke sprookjesboek. Toch hebben Anna Maria Mattaar en Harmen van Straaten op een mooie manier hun krachten gebundeld om dit kostbaar stukje Armeense literatuur te introduceren in het Nederlands taalgebied.
 
Hovhannes Toemanjan, Harmen van Straaten (ill.): Het vogeltje en andere Armeense sprookjes, Rubinstein, Amsterdam 2019, 149 p. : ill. ISBN 9789047627081. Vertaald door Anna Maria Mattaar. Distributie Pelckmans Uitgevers

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri