Nederlands proza

BOEKEN NR. 3, MAART 2023

Rob van Essen: Februari

door Henk van Viegen

De maanden-serie van uitgeverij Das Mag is net over de helft. Het is een speels vormgegeven, herkenbare reeks, met de omslagtekening steeds van Jasmijn ter Stege en het boekontwerp van Frank August. Hoe aardig om te zien ook, de boekjes zijn best aan de prijs: 19,90 euro per deel. Zeker als je beseft dat er na het verhaal van de maand vijftien enigszins loze pagina’s volgen, een stuk of zeven met de kalenderdagen in blokjes en ongeveer evenveel voor het maken van aantekeningen. Vervolgens kunnen we een preview lezen van het boekje van de maand erna.    

Annelies Verbeke trapte interessant af met September, pakte haar oude agenda’s (15 jaargangen) erbij, en keek steeds naar de maand september. In haar afrondende hoofdstukje concludeert ze dat haar leven door kunst en literatuur bij elkaar wordt gehouden, en komt ze met een geestige septemberverklaring. Manon Uphoff start Oktober met een jeugdherinnering, dierendag, de vraag waarom de dieren angstig zijn in oktober en vertrekt daarna naar de Griekse onderwereld. Bregje Hofstede (December) begint haar pornografische verhaal (een ‘studie’) in de zomer, en laat haar hoofdpersonage simpelweg in december opnieuw afreizen naar het Franse platteland. Bij de een is de integratie van de maand in het verhaal wat sterker dan bij de ander.
 
In Februari is de ik-figuur, een schrijver (Rob van Essen blijkt later uit de beschrijving van zijn boeken en de naam van hoofdpersonages), zit boven een leeg vel te bedenken wat hij zal tekenen op de pagina februari van de verjaardagskalender van zijn vrouw L. Het is de enige maand die nog geen illustratie heeft, wat is er toch zo moeilijk aan die maand? Tijdens het mijmeren slaat hij, ook om de kou te lijf te gaan, want veel stoken doe je in deze tijden niet, aan het tikken. Eigenlijk zouden er twee verjaardagskalenders moeten zijn, eentje waarop februari eindigt met 28 en eentje met 29. Hiermee is het schrikkelmotief geïntroduceerd, zeker als de ik weet wat hij zou kunnen tekenen: Schrikkelman. Die is ooit, een jaar of 20 geleden, verzonnen door de mislukte schrijver D., het type dat iedereen wel eens heeft zien rondlopen: lange leren jas, het leer artistiek gecraqueleerd. Wellicht steken er papieren uit, met stukken tekst die soms wel stukjes maar geen roman willen opleveren.  
 
D. mag dan geen roman hebben voltooid, hij kan eigenlijk best goed vertellen, blijkt na een bijeenkomst op de uitgeverij. Of de ik, de auteur, heeft er een mooi verhaal van gemaakt, dat kan natuurlijk ook. D. verhaalt van een wonderbaarlijke reis naar de VS, alleen de reis per vrachtschip al. Hij ontmoet er een Roemeen die verdwijnt (zelfmoord?) en een Zweed die een prachtig verhaal vertelt over een andere Zweed (wellicht was hij het zelf) die zelfmoord wilde plegen en wonderbaarlijk gespaard bleef. In Amerika bezoekt D. het Lovecraft-museum, met een beheerster die een slaapstoornis heeft, en daarna gaat het richting Maine. In de bus valt een verpleegster op zijn schouder in slaap. In het stadje Bangor wil D. Stephen King opzoeken, om een idee voor een horrorroman of -film te pitchen. En jawel, daar zijn we dan bij Schrikkelman. Dat zou de titel worden van deze roman, en de hoofdpersoon, iemand die elke schrikkeldag gruwelijk wraak neemt op iedereen die direct of indirect te maken heeft met de moord op zijn vrouw en kinderen. De ik herinnert zich meteen met veel vreugde het lezen van De torens van februari van Tonke Dragt (‘Geen enkele maand had zo’n boek’), waarin het hoofdpersonage elke vier jaar de mogelijkheid kreeg terug te keren naar de normale wereld.
 
King, ‘spreekuur houdend’, tronend achter een hoog bureau, vindt het een goed idee, maar ziet weinig mogelijkheden voor een spannende uitwerking. Zijn argument hiervoor is geniaal, en loeisimpel. De ik-figuur verzint nog even een vervolg op D.’s verhaal, over de Roemeen en de Zweed, een soort epiloog. Vervolgens haalt hij die weer onderuit met een ander verzinsel.
 
Intussen is voor de ik-figuur duidelijk geworden wat er voor hem zo rottig is aan februari, wat er mis is met die maand. Dan vindt L. ook nog een ondersteunende verklaring (schrijver helpt schrijver). Het moeten tekenen voor het februariblad heeft verhelderend gewerkt.
 
Februari zit niet alleen geweldig goed in elkaar, elke episode of scène levert ook nog een mooie mijmering of bespiegeling. Over verjaardagskalenders, magic pixie dream grils, de jaren tachtig, en een schitterend beeld voor een gefnuikte schrijverscarrière: gestrand in februari! Je wordt ook uitgedaagd mee te denken over hoe D. zijn verhaal samenstelt. Volgens de medetoehoorders X. en Y. en de ik kraakt het hier en daar van het verzinnen, en ook van het jatten, ze noemen namen van schrijvers, titels van boeken en genres. De lezer kan er wellicht nog wat aan toevoegen, ik moest sterk denken aan Harry Mulisch’ novelle Voorval bij het lezen van het verhaal van de Zweed. Het commentaar en de terzijdes van D.’s luisteraars zijn ook nog eens oergeestig -- aan humor ontbreekt het sowieso niet in het boekje.
 
‘(laten we verhalen)’ is het motto van Februari en het is wel duidelijk geworden dat dat een hoop plezier kan opleveren. Van Essen slaagt er ook echt in om te voldoen aan wat de uitgeverij de lezer belooft: je uit te nodigen anders naar de tijd van het jaar te kijken. Zijn verhaal beslaat de pagina’s 9-93, van de 120, maar met dit deel van de reeks haal je die 19,90 er echt wel uit: je gaat het verhaal zeker herlezen.
 
Rob van Essen: Februari, Das Mag, Amsterdam 2023, 120 p. ISBN 9789493248588. Distributie De Wolken

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri