Bavo Dhooge was mij voornamelijk bekend als
thrillerschrijver en van de gimmick dat al zijn boektitels beginnen met de
letter s. Dat geldt ook voor zijn nieuwste boek, De schreeuw van de sax,
waarmee hij zich een getalenteerd auteur van historische romans toont.
Bijzonder aan dit boek is dat de verteller ervan een saxofoon is, en niet
zomaar een, maar wel het allereerste exemplaar dat Adolphe Sax vervaardigde.
Die sax
vertelt de levensgeschiedenis van zijn maker – op zich een knotsgek verhaal –
en dan volgen we hem op zijn veroveringstocht door de muziekgeschiedenis.
Hector Berlioz is enthousiast wanneer hem het nieuwe instrument gepresenteerd
wordt, maar overlijdt te vroeg om er echt mee aan de slag te gaan; Claude
Debussy, aan wie de sax toevalt, is minder overtuigd, maar bezorgt hem uiteindelijk
toch zijn eerste adelbrieven. Dankzij een opdracht van mecenas en
amateursaxofonist Elisa Hall, die bij hem een stuk bestelt, en vooral dankzij
haar vasthoudendheid, want de componist tracht ondanks ruime betaling de klus
uit te stellen en te negeren. Uiteindelijk zal diens ‘Rapsodie’ na zijn dood
een van de belangrijkste klassieke composities voor het instrument blijken. Vervolgens
wordt de sax ingezet in het kader van militaire ensembles en dan natuurlijk als
onontbeerlijk geluid in de jazz.
Dhooge volgt de sax tijdens al diens hoogtepunten en laat hem
vertellen over de mensen die belangrijk geweest zijn in de ontwikkeling van het
instrument. Gaandeweg verschuift evenwel de focus weg van de muziekgeschiedenis:
de verteller gaat van hand tot hand en bij sommige personages die hem in handen
krijgen ligt de nadruk minder op het instrument, maar meer op het wereldgebeuren.
Dat is bijvoorbeeld het geval als de sax getuige is van de deportatie een
joodse familie of wanneer hij in Hitlers Adelaarsnest belandt. Daarna zijn er
nog wel hoofdstukjes waarin de saxofoon daadwerkelijk als instrument een
belangrijke (bij)rol speelt.
Zo neemt de astronaut Ronald McNair op zijn tweede missie een
sax mee en bespeelt deze ook in de ruimte (later zal hij tijdens de ramp met de
Challanger om het leven komen), en ook tijdens de inauguratie van president
Bill Clinton steelt de sax de show (waarna hij bij Dhooge ook getuige is van
het slippertje van de president met Monica Lewinsky). Tijdens de covid-epidemie
is hij door toeval ook nog aanwezig bij het sterfbed van Manu Dibango, de
Kameroenese saxofonist. Die hoofdstukjes doen een weinig geforceerd aan en zijn
bedoeld om toch maar het verhaal vanaf het ontstaan tot vandaag te kunnen
vertellen. Misschien ware ‘de eeuw van de sax’ voldoende geweest als
verhaalstof, namelijk vanaf de ontwikkeling van het instrument tot de immense
populariteit ervan in de jazzscene? Uiteindelijk belandt de allereerste sax in
het muziekinstrumentenmuseum in Brussel waar hij rust vindt nadat hij zijn hele
verhaal gedaan heeft. Een heftig verhaal, want hij is getuige geweest van alle
belangrijke gebeurtenissen vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw…
De schreeuw
van de sax is een cultuurgeschiedenis van de saxofoon met een bijzonder vertelperspectief.
Nieuw is die insteek niet, Dhooges boek doet ontzettend denken aan de roman Mara
van Wolf Wondratschek, waarin een beroemde cello zijn eigen levensverhaal
vertelt. Niettemin valt er weinig af te dingen op deze vlot geschreven roman
die de wereldgeschiedenis vanuit een verrassend standpunt benadert.
Bavo
Dhooge: De schreeuw van de sax,
Horizon, Antwerpen 2023, 256 p. ISBN 9789464103434. Distributie Overamstel
Uitgevers
deze pagina printen of opslaan