Laat ik maar meteen zeggen dat Zij van theatermaker,
regisseur en acteur Maaike Neuville geen debuut is van dertien in een dozijn.
Dat Neuville het aangedurfd heeft zich op het gladde ijs van de
#MeToo-thematiek te bewegen, kan niet zomaar worden afgedaan als inspelen op
wat ‘in’ is. Neuville heeft zich allerminst willen beperken tot een relaas van
hoe een en ander gebeurd zou (kunnen) zijn. Overigens: of en tot op welke
hoogte het verhaal over de 39-jarige toneelspeelster Ada Peeters ook echt
refereert aan het leven van de schrijfster, is bijzaak (hoewel in interviews
vooral naar een antwoord op deze vraag/vragen werd gepeild).
In de manier waarop Neuville de
taal naar zich toetrekt, maakt zij het verhaal van Ada tot een
universeel-menselijk verhaal. Alleen al met de titel van haar roman neemt zij
duidelijk afstand van wat als een egodocument gepresenteerd had kunnen worden. Zij
omvat ook in een cirkelbeweging het relaas waarin Ada dan verder in de ik-vorm
aan het woord wordt gelaten. Het effenaf schitterende openingshoofdstuk legt de
focus op het lichamelijke:
‘Misschien is het dat wel dat ze doet. Zich indekken. Met
olie. Ze is haar gezicht vergeten, glijdt over de beroerde lichaamsdelen, alles
is één nu’
In
het slothoofdstuk vallen beleving en schrijven samen:
‘Zij is de taal die ze weer uitvindt, zij het woord, zij de
dans, zij de krijger, zij de zwijger…’
In de dwingende herhaling van
‘zij’ convergeren de eerder in de roman aangezette verhaallijnen tot een
sluitend geheel.
Wat dan in de ik-hoofdstukken aan bod komt, is (relatief) herkenbaar: op
weg naar een voorstelling die ze gaat spelen in de stad van haar vroegere docent
aan de toneelschool beweegt Ada zich in haar overpeinzingen tussen nu (de vraag
die haar bezig houdt: zal ‘hij’ aanwezig zijn in de zaal) en toen, de momenten
waarop zij als opgroeiend meisje geconfronteerd werd met de mannenwereld waarin
macht en bezitsdrang de boventoon voeren: ‘Ik zinder van het vergeten verleden
[…] ik bewandel mijn grenzen en ontmoet de mannen die ze hebben geschonden.’ Er
is de toneelleraar, er is de vader in het gezin waar zij als babysit kwam, er
is – en dat vat zowat samen waar de thematiek rond draait – de relatie met de
vaderfiguur. Nee, geen incest hier, maar een complexe verhouding waarin de
dichter het gevoel is blijven dragen dat zij de vader moest zien te redden.
Ietwat al te voor de hand liggend is hier de allusie op het Ifigenia-verhaal
(ooit de eerste rol die Ada speelde):
‘Zij wilde haar vader die zij
niet kende, die zij nooit gekend heeft, dat was niet de bedoeling, hij leidde
legers, dat is wat hij deed, zij wilde hem beschermen, nee, redden.’
Dat Neuville binnen
het geheel van haar roman een ingehouden stem laat opklinken, maakt van Zij
zoveel meer dan een pamflet. Ter illustratie deze bedenking van Ada:
‘Ik weet nu wat ik al
die jaren met me meedroeg zonder het te weten. Diepgeworteld wantrouwen
stroomde door mijn aderen. En ik wist dat niet. Het weerhield me van het
dansen. En ik zag het niet. Omdat ik al die schendingen steeds heb weggedrukt
en nooit met open ogen heb ervaren. Uit schaamte. Zelftwijfel. Onwetendheid.
Wat doet een mens als haar grens wordt overschreden? Ze vlucht.’
Hoe tekenend is dan
de scène waarin de ik, op het moment dat ze in een taxi zit, in een soort
ontdubbeling naast haar het meisje ziet dat ze ooit is geweest: ‘Het spijt me
dat je je zoveel pijn hebt gedaan aan mannen. Het spijt me dat ik dat heb
toegelaten. Het spijt me dat ik je niet beter heb beschermd.’
Dat Ada aan het slot van haar
relaas, ‘een evenwichtsoefening tussen zelfbehoud en overgave’ nog eens
nadrukkelijk haar boodschap komt te verwoorden, hoefde niet. Zo staat het er:
‘Ik zal spreken, denk ik, en hij zal mij niet helemaal geloven, maar ik doe dit
niet voor hem, wel voor mij en wie weet voor alle meisjes, vrouwen met een
bevlogen held […]. En als ze toch hun noodlot tegemoet lopen, zoals ik dat
altijd heb gedaan, dan hoop ik dat ze hun mond opendoen, wars van schaamte en
zelfverwijt. Mij heeft dat twintig jaar gekost.’ De attente lezer zal dat tegen
die tijd al lang hebben doorgehad.
Maaike
Neuville: Zij, De Bezige Bij, Amsterdam 2023, 171 p. ISBN 9789403111520.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan