Met Niets dat hier hemelt heeft
Tomas Lieske een waar meesterwerk geschreven. Het boek doet qua thematiek sterk
denken aan zijn eerdere roman De
vrolijke verrijzenis van Arago. Waar deze voorganger begint met een
kind dat na een ernstig ongeluk terug in de tijd reist, eindigt Niets dat
hier hemelt daar mee. Dat wil echter niet zeggen dat Lieske in herhaling
valt. Hoewel hij nog steeds dezelfde thema’s exploreert – de grens tussen leven
en dood, de grens tussen werkelijkheid en verbeelding en vooral de grens tussen
heden en verleden – weet hij dit weer op een geheel eigen manier te doen in
deze roman.
Setting
is het fictieve dorp De Veense Ecken: een afgelegen dorp waar iedereen elkaar
kent en alles van buiten vreemd is. Zoals de naam van het dorp al suggereert,
is het omringd door een veen. Deze setting doet denken aan het dorp Wenst uit
de recente verhalenbundel Sellinger
van Allard Schröder. Maar het is meer dan alleen de setting die deze twee
boeken gemeen hebben: zowel bij Schröder als bij Lieske huist er iets in het
veen dat niet van deze wereld is.
In Lieskes veendorp is er een strikte scheiding tussen de
dorpelingen die van het veen houden en er de weg weten en de vreemdeling die
het veen als vals en diep ziet. Eén van die dorpelingen is de twaalfjarige
Benjamin Visator, de hoofdpersoon van het boek. In zijn jonge leven heeft hij
al veel meegemaakt. Hij groeit op zonder moeder en als zijn vader bij een
ongeluk om het leven komt, blijft hij achter met zijn dementerende oma. Op het
meisje Rosa na, is er niemand van de dorpelingen die naar hem omkijkt. Zo vormt
zijn leven een kleine en gesloten wereld binnen de reeds kleine en gesloten
wereld van het dorp.
Die gesloten wereld wordt in het begin van de roman opgeschrikt door de
kost van nieuwe bewoners van het jachtslot: een gezin met elf kinderen met
namen als Andreas, Bartolomy en Taddeüs. Deze kinderen ontdekken in het veen
een veenlijk: een ruiter op een paard. De vondst bevestigt dat in het veen
niets hemelt: het veen houdt de doden juist op aarde. Zorgvuldig worden het
dier en zijn berijder blootgelegd. De dode blijft een bijzondere
aantrekkingskracht hebben op de jongens en ze dwingen Benjamin om het paard te
beklimmen. Vanaf dat moment valt hij samen met de ruiter en verschuiven de
grenzen tussen zijn wereld en die van de ruiter.
Is Benjamin een dorpeling die
van het veen houdt? Of is hij slechts een bezoeker voor wie het veen vals en
diep blijkt te zijn? Of is hij wat de broers met de apostolische namen denken
dat hij is: een offer? Maar waarvoor dan? En wat gaat er nog meer geofferd
worden met de komst van de nieuwkomers in het dorp?
Want alsof het bovenstaande nog
niet genoeg is, zit er nog een verhaallijn in het boek. De dorpsbewoners worden
regelmatig opgeschrikt door vrachtwagens die door het dorp rijden en ’s nachts
worden ze wakker gehouden door een mysterieus licht dat uit het veen komt. Dat
licht is echter niet bovenmenselijk, maar zo aards als maar zijn kan. In het
veen wordt gewerkt, maar waaraan? En wat zijn de gevolgen daarvoor voor de
dorpelingen?
Lieske
heeft met Niets dat hier hemelt een spannende roman geschreven waarin er
steeds nieuwe vragen ontstaan, zonder dat de oude direct beantwoord worden.
Maar het boek bestaat uit zo veel meer dan spanning. Lieske schetst met verve
een eigen wereld in een gesloten setting waarin alles kan. De wereld schept aan
de ene kant een tijdsbeeld van de jaren dertig, maar is aan de andere kant ook
een literair spel met Bijbelse intertekstualiteit en een filosofisch spel met
de grens van heden en verleden, en de grens van leven en dood. Dat wordt
aangevuld met een vleugje gothic novel zonder dat het een horrorverhaal
wordt.
Tomas
Lieske: Niets dat hier hemelt, Querido, Amsterdam 2023, 261 p., ISBN
9789021475943. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan