Johanna Pas is alvast in Vlaanderen een
publieke figuur door haar werk als activiste voor de LGBTQ+-beweging, in het
bijzonder als zaakvoerder van de voormalige Antwerpse boekhandel ‘Kartonnen
Dozen’. Veel minder bekend zijn haar literaire activiteiten. Met de publicatie
van de dichtbundel Was zal daarin
ongetwijfeld snel verandering komen. Was
is inderdaad een bundel met boeiende en indringende gedichten, waarin het thema
van de fluïde identiteit een centrale rol speelt. Hoewel de bundel
overduidelijk autobiografisch is en nauw verweven is met het leven van de
auteur – haar genderidentiteit, haar ziekte, haar familiebanden – doet Pas er
alles aan om dat louter persoonlijke niveau te overstijgen en aan haar teksten
een universelere dimensie te geven.
In vier afdelingen overloopt zij
haar leven, waardoor Was een soort
van bildungsverhaal lijkt te presenteren. De eerste reeks gedichten brengt de
kindertijd op het toneel, met een ik dat zich een buitenstaander voelt en de
bestaande (verstarrende) structuren die menselijke verhoudingen vastleggen
gadeslaat. Het kinderlijke perspectief neemt soms de proporties aan van een
sprookje of fantasieën over een andere afkomst, maar tegelijk schuift er de
blik van de volwassen dichter over: wat aanvankelijk ontwapenend leek wordt
daardoor ontmaskerd als naïef of ironisch. Die positie blijft in alle gedichten
van de bundel werkzaam en draagt bij tot allerlei betekenisnuances. Het ik
analyseert haar eigen bestaan, maar tegelijk probeert zij inzicht te krijgen in
de manier waarop de wereld in elkaar zit: hoe macht en gender met elkaar zijn
verbonden, hoe individuen voortdurend ‘gesocialiseerd’ worden, hoe moeilijk het
is om ‘jezelf ‘ te vinden, temeer daar zo’n persoon tot stand komt in relatie
tot een steeds wisselende wereld. Het zijn belangwekkende eigentijdse kwesties,
en in die zin is deze poëzie tegelijk actueel en universeel.
Gaandeweg komt daarbij het thema van de kwetsbaarheid als
dominant naar voren. Dat heeft niet alleen betrekking op de breekbaarheid van
relaties, maar wint aan intensiteit door de levensbedreigende ziekte die de
vanzelfsprekendheid van het bestaan bedreigt. In het licht van het mogelijke
einde is er nood aan bezinning, aan een blik die zowel achteruit als vooruit
kijkt. De mens lijkt te verworden in dat proces van aftakeling en onzekerheid,
maar tegelijk wint de levenskracht aan intensiteit en aan betekenis. Het is
alsof het ik nu pas echt de gelaagdheid van het bestaan kan vatten en onder
woorden brengen, met veel inzicht in het proces van verwerken en verwoorden.
Pas schrijft intimistische verzen die tegelijk aangrijpen,
die als het ware een nieuwe huid vormen voor het ik maar ook voor de lezer.
Haar gedichten hebben iets vanzelfsprekends, ze lijken nauwelijks gezocht, maar
hun trefzekerheid is het werk van vijlen en polijsten. Thematisch kiest de
auteur voor authenticiteit en niet voor romantische verbloeming, maar net die
openheid maakt haar verzen zo levensecht. Pas is alvast een aanwinst voor onze
poëzie.
Johanna Pas: Was, of Hoe ik
mijn huid verloor, Poëziecentrum, Gent 2023, 47 p. ISBN 9789056550806
deze pagina printen of opslaan