Een jaar
geleden verscheen Het kleinste gemene veelvoud, het eerste deel van Pirkko Saisio’s
Helsinki-trilogie, in Nederlandse vertaling door Annemarie Raas. Pas 25 jaar
nadat het origineel gepubliceerd werd. Deze zomer verschenen ook het tweede
deel, Tegenlicht en het laatste deel, Afscheid in vertaling.
Saisio won 21
jaar geleden de prestigieuze Finlandiaprijs met haar trilogie. Het kleinste
gemene veelvoud begint met de dood van haar vader. Die gebeurtenis
katapulteert haar terug naar haar kindertijd. Die beschrijft ze vanuit het
perspectief van zichzelf als jong kind -- in de derde persoon -- maar
becommentarieert de situaties vanuit het heden in de eerste persoon. De stijl
die ze hanteert maakt de inhoud enorm meeslepend. De lezer voelt mee met het
kleine meisje, dat als enig kind opgroeit in een communistisch gezin, al heel
vroeg aanvoelt dat ze nooit aan de hooggespannen verwachtingen van haar ouders
– en bij uitbreiding de maatschappij – zal kunnen voldoen.
In Tegenlicht wordt het
kleine meisje een onzekere jonge vrouw die de zomer in Zwitserland doorbrengt
als au-pair. In haar verbeelding ziet ze zichzelf als Maria uit The Sound of
Music, maar de werkelijkheid is ontnuchterend hard. Ze wordt al snel
geplaagd door een zonnesteek en vreemd genoeg is het in de desolate Zwitserse
bergen dat de wereld van ‘gevallen meisjes’ en homoseksuele liefde aan haar
openbaard wordt. Die sociale openbaring laat zich ook thuis voelen. Ze laat het
niet na om haar ouders het vuur aan de schenen te leggen op ideologisch vlak.
Saisio neemt
de lezer woord per woord mee in de bildung die ze als jonge vrouw doormaakte.
Beetje bij beetje ontdekt de jonge Pirkko de complexiteit van de wereld van de
late jaren 1960. De stijl die ze hanteert, is even visueel als in het eerste
deel van de trilogie. De montage van indrukken en kernherinneringen neemt je
echt mee in het hoofd van de jonge Pirkko. Alleen is de oudere, bemiddelende en
troostende stem die haar jongere ik becommentarieert, nauwelijks aanwezig in Tegenlicht.
Sommige passages zijn geschreven in de eerste persoon, andere in de derde, maar
de dialoog tussen de twee is afwezig. Je zou kunnen zeggen dat er daardoor net
iets minder pit in het verhaal zit. Anderzijds past het ook bij het beeld van
een jonge vrouw die opzoek is naar zichzelf, naar onafhankelijkheid, een eigen
stem. Tegenlicht vormt als het ware de achtergrondbelichting (een andere
vertaling van de Finse titel ‘Vastavalo’) van Afscheid. Het is
noodzakelijk om het laatste deel te kunnen schrijven en is er onlosmakelijk mee
verbonden, maar staat, van de drie delen, ook wel het meest op de achtergrond.
Die eigen stem ‘oefent’ ze uitgebreid in het derde en laatste deel van de
trilogie, Afscheid.
‘Je moet deuren openen; je
moet ze sluiten.
Je moet niet vergeten de deuren achter je dicht
te doen. Je moet niet vergeten adem te halen.’
De eerste zinnen van Afscheid
vatten de essentie van de trilogie. Het leven is deuren openen, sluiten en soms
ook op een kier laten. Het overkomt je en overspoelt je vaak. Blijven ademen,
even stilstaan, is noodzakelijk.
In dit laatste deel zien we Saisio als twintiger en
dertiger, een jonge vrouw die haar seksualiteit en eigen persoonlijkheid
ontdekt. Het nette watergolfkapsel en de degelijke rokken en jurken maken
plaats voor een kort kopje en broeken. De dramaturge (en later actrice) in
opleiding verkent de wereld die in het tweede deel stilaan begon te ontluiken.
Al snel botst ze ook als jonge vrouw op de verwachtingen die mensen van haar
hebben, en op haar eigen onzekerheid.
‘Ze wordt toegelaten tot het
Studententheater.
Ze begrijpt die beslissing niet.’
Als kind zag ze
zichzelf als schrijfster, niet als actrice. De beslissing om toegelaten te
worden ligt echt buiten haar, bij anderen, en ze kan het niet vatten. Het toont
hoe groot de kloof is tussen wat zij voelt en hoe de anderen haar zien.
In Afscheid
neemt Saisio niet enkel definitief afscheid van haar onschuldige tienerjaren.
De kloof tussen zichzelf en de rest van de wereld wordt stilaan groter. Wanneer
ze haar eerste romance met een andere vrouw, Clownsoog genaamd, beëindigt,
lijkt dit ook te gebeuren omwille van de verwachtingen die anderen van Pirkko
hebben. Van haar moeder leerde ze dat smeken iets vernederends en doms is.
Wanneer Clownsoog haar smeekt te blijven, blokkeert Pirkko en ziet ze enkel
iets wat haar moeder – en in het verlengde daarvan dus ook zij – dom en
vernederend vindt. Wanneer Havva Clownsoogs plaats inneemt, lijken de rollen
omgekeerd. Dit brengt Pirkko zo van de kaart dat ze, intussen als alleenstaande
moeder, in een zware depressie belandt.
Saisio neemt afscheid van haar
eerste grote geliefden, maar ook van haar ouders. Je outen in een tijd dat
homoseksualiteit nog strafbaar was in Finland, was niet eenvoudig. Hoeveel
afstand haar moeder ook neemt, hoeveel kwetsende dingen ze ook zegt, Pirkko
blijft hunkeren naar haar bevestiging.
Ze neemt ook afscheid van het communisme.
Als activistische theatermaker draagt ze lang de ideologie van Berthold Brecht
uit in haar werk. Ze staat ook mee op de barricades om homoseksualiteit uit het
Finse strafrecht te halen. Samen met enkele medestudenten viert ze uitbundig
feest, en betreurt ze stiekem ook het feit dat een deel van het verborgen
avontuur zal verdwijnen. Wanneer Havva, haar geliefde, het communistische
partijstandpunt verdedigt dat homoseksualiteit absoluut geen prioriteit heeft,
en Pirkko ontdekt dat in de Sovjetunie en de DDR homoseksualiteit strafbaar
blijft, begint haar met de paplepel ingegoten liefde voor het communisme ook te
tanen. De oorspronkelijke titel van het derde deel, Punainen erokirja,
betekent zoveel als ‘Het rode boekje van afscheid’. De verwijzing hoeft niet
uitgelegd te worden. En ergens is het jammer dat die laag in vertaling uit de
titel verdwenen is.
Het afscheid van Havva, met wie ze plande een dochtertje – het
Zondagskind – groot te brengen, bezorgt haar een finale, bijna dodelijke slag.
In Afscheid
voltooit Pirkko haar bildung, met vallen en opstaan. Net zoals in het eerste
deel gaat Saisio weer vaker in dialoog met zichzelf en plaatst ze zo voetnoten
bij haar eigen verhaal:
‘Avond na avond, nacht na nacht (voor mijn gevoel
repeteerden we dit toneelstuk onvoorstelbaar lang) staat ze in de muziekzaal
[…]’
Die
voetnoten verdwijnen overigens in de fragmenten uit de vroege jaren 2000,
wanneer ze dit boek schrijft. Het boek is immers voltooid, en voetnoten zijn
niet meer nodig. Die extra laag binnen het vertelperspectief geeft het derde
deel dezelfde urgentie die het eerste deel had.
‘Ik ga koffiezetten.
Daarna ga ik ergens heen.
Ik moet ergens heen.’
Zo luiden de laatste twee zinnen van haar trilogie. Het
leven kan echt beginnen nu.
Pirkko Saisio: Tegenlicht, De Geus, Amsterdam 2024, 222 p.
ISBN 9789044548273. Vertaling van Vastavalo door Annemarie Raas. Distributie
L&M Books
Pirkko Saisio: Afscheid, De Geus, Amsterdam 2024,
266 p. ISBN 9789044548297. Vertaling van Punainen erokirja door Annemarie Raas.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan