Vertaald proza

BOEKEN NR. 3, MAART 2025

Oliver Lovrenski: Toen we nog jong waren

door Liebeth Vantorre

‘en AAN ALLEN
te druk bezig met het in leven
houden van hun verhaal
om het te kunnen vertellen
mogen we onszelf  
ooit vergeven
voor alles wat werd
gezegd, gedaan en vergeten’
 
Het motto van Toen we nog jong waren hakt er gelijk in, zeker als je weet dat Oliver Lovrenski nog geen 20 was toen hij in 2023 debuteerde.
 
Lovrenski liet zich inspireren door zijn eigen jeugd in de buitenwijken van Oslo. De zoon van de Noorse dichter Håvard Rem en een Kroatische moeder geraakte in zijn puberteit op het verkeerde pad en dacht dat hij nooit 17 zou worden. In een interview met Mette Kierstein in Soundvenue (september 2024) vertelt hij dat hij op die leeftijd zijn leven in een grauwe buitenwijk van Oslo achter zich liet en als telemarketeer aan het werk ging. Hij had in zijn jonge leven al heel wat meegemaakt en geëxperimenteerd en las ergens dat schrijven therapeutisch werkt. Een psycholoog was te duur, dus begon hij te schrijven. 24 op 7 werkte hij eraan. Na 6 maanden werken als telemarketeer trok hij met wat spaargeld door Italië, Kroatië en Slovenië. Zo kon hij goedkoper leven dan in Noorwegen en zich volledig op zijn boek storten.
 
Rappen zei hem niets, want zingen kon hij niet. Hij probeerde ook een klassiekere vorm, maar dat maakte het verhaal nog depressiever dan het al was. Toen hij quasi per ongeluk een boek van de jonge Noorse schrijfster Maria Skaranger in handen kreeg, ging er een wereld voor hem open. Schrijven in spreektaal maakte het verhaal authentieker, grappiger en ontroerender tegelijkertijd.
 
erfenis of milieu
Het boek, dat grotendeels geïnspireerd is op zijn eigen ervaringen, wordt verteld vanuit het perspectief van de Kroatische Ivar. We volgen hem en zijn vrienden Arjan, Marco en Jonas doorheen hun puberteit. De slimme jongetjes uit het eerste middelbaar worden niet echt voldoende uitgedaagd op cognitief vlak en kennen een moeilijke thuissituatie. Al snel verzeilen ze in de wereld van de drugshandel en de verslaving. De vragen die steeds weer terug keren zijn: in hoeverre kunnen ze hier zelf uitstappen en in hoeverre zijn de jeugdzorg en het onderwijs afgestemd op jongeren in hun situatie?
 
Toen we nog jong waren is opgebouwd uit korte fragmenten, voorzien van een korte titel. Er zijn vervolgfragmenten die genummerd doorheen het hele boek doorkomen, zoals ‘de oma van jonas 1’ tot en met 4. Andere titels zijn antwoorden op vragen die gesteld worden in het fragment (‘erfenis of milieu’, ‘1 ui 4 paprika’s 2 dl gekookte rijst en 200 gr gehakt’), of vertalingen naar het Somalisch of Kroatisch van uitspraken in het fragment. Het zijn anekdotes, flarden gesprek, zonder leestekens en hoofdletters, geschreven in wat in Noorwegen ‘kebab-Noors’ genoemd wordt. Achteraan het boek voorzag Lovrenski een verklarende woordenlijst om de met Arabisch en Somalisch doorspekte straattaal uit zijn jeugd begrijpelijker te maken. Hoewel de context en tijd volledig anders zijn, roept het boek – vreemd genoeg – qua vorm herinneringen op aan het werk van Louis Paul Boon.

4 dl liefde
Vrouwen spelen een grote rol in Toen we nog jong waren. Als lezer leef je mee met de moeder van Ivar die, net door zo onderbelicht te zijn in het verhaal, een prominente rol speelt. Ze probeert haar zoon terug naar huis te trekken door recepten te koken die zijn Baba (grootmoeder) bereidde. Ivars verdriet om zijn grootmoeder is groot, net zoals dat van Oliver. Hij sluit het boek af met ‘voor Baba ik zou willen dat je me nu kon zien’. Lovrenski vereeuwigde zijn grootmoeder op zijn bovenarm in de vorm van een tattoo. De herinnering aan Baba komt regelmatig terug in het boek, zoals in het prachtige fragment ‘6 broden 2 eieren en 4 dl liefde’:
 
‘en het waren echt goeie momenten die in mijn hoofd en hart bleven zitten en nog steeds weet ik niet wat ze in het beslag deed, of het suiker, kardemom, ecstasy of alleen maar liefde was’
 
Ook vriendinnetjes spelen een prominente rol. Ivars iets oudere vriendin houdt hem voortdurend een spiegel voor. Na een tijdje dumpt ze hem, ook al ziet ze hem graag. Ze kan hem niet redden.
 
BROERS
De grote afwezigen in het verhaal zijn de vaders. Die zijn ofwel niet meer in beeld, of in de gevangenis, mentaal afwezig door depressie of verslaving, of fysiek te aanwezig. Zo heeft de stotterende Jonas zichzelf opgeofferd om bij zijn agressieve vader te wonen, zodat zijn broertje bij zijn moeder kan blijven (die niet voor de twee kinderen kan zorgen). Bij gebrek aan vader zorgen de jongens voor elkaar. Deze broers ‘by choice’ sleuren elkaar mee in een spiraal van geweld en drugs, maar behoeden elkaar ook voor angst, verdriet en complete escalatie. Volgens Lovrenski stelt hij dit in het boek rooskleuriger voor dan wat het in werkelijkheid was, maar men kan zich wel iets voorstellen bij de heersende broederschap tussen jongens die in de grootste miserie opgroeien. Als Marco, die zichzelf als een verloren zaak beschouwt, zijn vrienden toch wat probeert in te tomen, schakelt hij van zijn met Somalisch doorspekte Noors over naar schoolmeester-Noors:
 
‘want ineens klinkt hij als een oude leraar noors met een bril om zijn nek en een grijze baard, ik zweer je, je zou hem moeten horen: jonas, ik ben zo teleurgesteld in je gedrag, je bent compleet totaal onbekwaam, volledig verstoken van normale vaardigheden, basiskennis, kritisch denken enz enz’
 
Dit weerkerende element van de ‘beschaafd Noors’ sprekende Marco, vat in enkele hilarische zinnen hoe de jongens worstelen met hun identiteit. Netjes Noors spreken staat voor integratie, een goede job en goed leven met een vrouw en kinderen. Hun slang spreken staat voor de authentieke band tussen de broers, maar ook een leven dat in een neerwaartse spiraal beland is.
 
hopeloze vragen die geen antwoord hebben
Het intense en gevaarlijke leven van de jongens zorgt voor verlies. Verlies van een geliefde, verlies van de band met hun familie, verlies van het oog op een betere toekomst. Wanneer Jonas, een zachte, ietwat naïeve jongen, zijn oma verliest, is hij het spoor compleet bijster. Kort nadat hij alsnog bij zijn moeder kan gaan wonen, sterft hij.
 
‘vooral vraag ik me af of hij zich alleen voelde
hij haatte het om alleen te zijn’
 
Met Lovrenski liep het beter af dan met Ivar. Hij zette zijn ervaringen om in een meesterwerk dat meteen literaire prijzen won. Als jongste schrijver ooit ontving hij de Noorse Boekhandelprijs. Ook de kunstenaarsprijs van de stad Oslo viel hem ten deel en hij werd genomineerd voor maar liefst drie andere prijzen.
 
Toen we nog jong waren lees je in één ruk uit en kan je blijven herlezen. Bij elke lezing vind je nieuwe verwijzingen, knipogen en pareltjes. Een ijzersterk debuut.
 
Oliver Lovrenski: Toen we nog jong waren, Oevers, Zaandam 2025, 250 p. ISBN 9789493367203. Vertaling van Da vi var yngre door Wouter De Jong. Distributie De Wolken

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri