Exact vijf jaar na diens overlijden publiceert uitgeverij De Bezige Bij postuum een mythisch Mulisch-verhaal, eentje waar al meer dan een halve eeuw over gespeculeerd, gefilosofeerd en naar uitgekeken werd: De ontdekking van Moskou. Tot tweemaal toe werd de roman officieel aangekondigd. Ook werd er uit voorgepubliceerd. Toch bleef hij uit, bleef hij binnen Mulisch' handbereik in zijn werkkamer. Tot nu. Hoewel Harry Mulisch voor zijn dood toestemming tot publicatie gaf, kunnen
we ons afvragen waarom hij het boek niet afmaakte en gepubliceerd wilde zien
toen hij nog leefde. Was het werkelijk niet goed genoeg?
Feit is dat Mulisch met De ontdekking van Moskou zijn lezers een boek
wilde bieden dat kan tippen aan de gelaagdheid van een ui: laag boven laag
boven laag boven laag. Of ter verduidelijking: Een schrijver genaamd Dirk
Herxen lijdt aan kanker en verdwijnt spoorloos nadat hij vertrok naar Italië.
Wel wordt in Italië een manuscript van hem gevonden. Hij bleek aan een roman te
werken waarin hij het verhaal opvoert van A, die in Moskou een roman tracht te
schrijven over een expeditie naar Moskou in de vijftiende eeuw. Die expeditie
was vergeefs. Hoofdpersonage in A's roman is B, een schrijver die in opdracht
van de bisschop die de expeditie opzette, een reisverslag bijhoudt. Na de
verdwijning van Herxen wordt diens manuscript overgeleverd aan zijn zwager
J.Brugman, die eveneens schrijver is en de tekst van commentaar voorziet.
Wanneer Brugman komt te overlijden, wordt aan H.M. (Harry Mulisch) gevraagd de
roman af te ronden. Wat uitmondt in het voorzien van voetnoten bij de
commentaar van J. Brugman. Er komen dus niet minder dan vijf schrijvers aan het
woord. Jawel, Mulisch zag het groots.
Aanleiding voor
De ontdekking van Moskou - de roman sudderde al sinds de jaren '60 - vond
Mulisch in een geschiedenisboek over het geografische isolement waarin de
Russen zich in de 15de eeuw bevonden. 'Een expeditie, uitgezonden door een Oostenrijkse
bisschop om Moskou te ontdekken, keerde onverrichterzake terug.’ De kiem was
gezaaid. Toch blijkt al snel dat niet de expeditie het hoofdthema vormt van de
roman, dan wel de schrijvers en hun schrijfproces. Een roman over het schrijven
zelf dus, en over de strubbelingen waarmee een schrijver te kampen heeft.
Deze thematiek komt niet uit de lucht gevallen. In
1961, toen Mulisch de eerste bouwstenen van De ontdekking van Moskou legde,
maakte de schrijver een crisis door. Ten eerste op literair vlak: Mulisch
schreef een dozijn versies van zijn roman, geen enkele daarvan voltooide hij.
Maar ook op persoonlijk vlak werd hij geteisterd. Dat valt te lezen in
bijgevoegde analyse van erfenisbeheerder Arnold Heumakers:
‘Katalysator voor Mulisch persoonlijk was de confrontatie met Adolf
Eichmann, de organisator van wat de nazi's eufemistisch de Endlösung der
Judenfrage plachten te noemen. Voor het eerst drongen aard en omvang van de
verschrikking ten volle tot hem door. […] Een soort morele paniek maakte zich
van Mulisch meester en zette ook zijn literaire en poëticale opvattingen onder
druk. Het sleutelwoord hierbij luidde: verandering. Eichmann, zo heeft Mulisch
altijd gezegd, was een van de weinige personen die hem hadden veranderd.’
Mulisch zat dus in een crisis. En dat sijpelt door in
De ontdekking van Moskou, in de moeilijkheden die de verschillende schrijvers
ondervinden tijdens hun schrijfproces. Zo lezen we bijvoorbeeld:
‘Met ieder woord dat ik schrijf, werk ik mij verder in de nesten.
[…] Het beste zou natuurlijk zijn, nu mijn pen neer te leggen, om erger te
voorkomen onmiddellijk naar bed te gaan, en mij morgen eerst van de feiten op
de hoogte te stellen. Maar om te beginnen heb ik geen slaap, en verder is er
grote kans, dat ik niets zal vinden. […] Dus ga ik verder op deze manier:
slordig, niet geïnformeerd maar snel materiaalvormend’.
Ook Mulisch lukte het niet zijn roman te voltooien. De verschillende
pogingen mochten niet baten. Het boek eindigt dan ook abrupt: ‘Hier breekt het
ms. af.’ Daar moet je het als lezer mee doen, mag je dan zelf verder mee aan de
slag. Waarheid is wel dat je amper dichter geraakt bij een schrijver aan het
werk. ‘Waar ik op stukgelopen ben, is trouwens niet de vorm maar de personages.
Ik had wel een verhaal, maar geen karakters. Ze leefden niet’, zegt Mulisch er
zelf over.
Maakt dit De ontdekking van Moskou tot een
overbodige publicatie? Dat mag niet gezegd. Interessant is namelijk te zien hoe
dit gedoemde manuscript de voedingsbodem werd voor andere van zijn literaire
werken, met als meest verbluffende voorbeeld De Aanslag. Ook de titel
recycleerde Mulisch voor zijn magnum opus, De ontdekking van de hemel. Wat
overblijft, De ontdekking van Moskou, voelt bijgevolg aan als een karkas
waarvan al het vlees is weggepeuzeld. Daardoor zal het boek voor
literatuurwetenschappers en Mulisch-fans misschien likkebaarden zijn, maar voor
de doorsnee literatuurliefhebber lijkt het, eerder dan een romen, een aaneenschakeling
van hersenspinsels van een groot genie. Een muur van complexiteit heeft het
verhaal verloren doen gaan, en dat moet ook Mulisch geweten hebben.
Amsterdam : De Bezige Bij, 301 p. : ill. ISBN 9789023496960
deze pagina printen of opslaan