Bart Meuleman is
in de eerste plaats werkzaam in het theater, maar daarnaast bouwt hij ook aan
een literair oeuvre met een geheel eigen toon. Afgelopen jaar verscheen
bijvoorbeeld een erg eigenzinnige autobiografische roman, De jongste zoon (2014), en nu ligt een nieuwe dichtbundel voor. Typografisch
wordt meteen duidelijk hoe Meuleman een grotere bedachtzaamheid dan
gebruikelijk van zijn lezers vraagt: de gedichten zijn afgedrukt met een
dubbele interlinie, waardoor de afzonderlijke regels als het ware telkens een
aparte aandacht vragen, nog los van de grotere tekst waarbinnen ze figureren.
De lezer wordt daardoor gedwongen tot een trage, geconcentreerde lectuur.
Die typografie past voortreffelijk bij wat Meuleman voor
ogen staat. Zijn taal oogt immers relatief eenvoudig en herkenbaar, maar dat is
bij nader toezien schijn. Hetzelfde geldt voor de autobiografische inslag van
de bundel. De slotreeks, ‘Stories of my life’, lijkt een soort van
dagboekaantekeningen te bevatten, met telkens een dag van de week als titel.
Bij nader toezien gaat het echter niet alleen om persoonlijke, maar ook om
collectieve denkbeelden (met een ‘wij’ of een soort van anonieme spreekwijze).
Daardoor verandert de verwachte anekdotiek in een soort van beschouwelijke
manier van denken en dromen. Het is iets dat ook in de andere cycli consistent
opduikt. In de eerste reeks, ‘Glimlachend zacht verstand’, wordt de overleden
vader niet alleen opgeroepen maar ook aangesproken; dat ‘je’ zorgt ervoor dat
ook de argeloze lezer in de beschreven ervaringen en emoties wordt meegezogen.
Die vrij afstandelijke toon neemt echter niet weg dat het
universum van Meuleman sterk melancholisch is gekleurd. Voortdurend
confronteert de dichter zichzelf met het gemis, met wat verloren ging, maar ook
met wat anders had kunnen verlopen. Het leven lijkt zo als het ware een
aaneenschakeling van ‘net niet’-gebeurtenissen. Van het eerste tot het laatste
vers gaat het over ‘verlies’; niet toevallig begint de bundel met ‘over
verlies’ om te besluiten met ‘dit is dan somberte […] plezierbootjes / maar dan
zonder plezier’. De dominante toon is inderdaad die van een zekere weemoed,
maar die sfeer wordt vooral opgeroepen via concrete objecten en
herinneringen.
Tegelijk wil de dichter ook geen
medelijden opwekken, integendeel. Al te grote emoties worden in de teksten op
een schitterende wijze gecounterd door relativerende opmerkingen, door subtiele
contrasten, door een soort van humoristisch effect. Op die manier wordt de
lezer ook – in het spoor van de dichter – heen en weer geslingerd tussen pessimisme
en levenslust, tussen het persoonlijke en het algemeen-filosofische, tussen
heden en verleden. Het ‘lied’ dat de dichter zingt, is altijd net iets anders,
en net daaraan verleent deze bundel een duidelijke meerwaarde. Bart Meuleman
manifesteert zich met Mijn soort muziek
alleszins als een vooraanstaand dichter.
Amsterdam : Querido 2015, 65 p. ISBN 9789021459103
deze pagina printen of opslaan