Letterkunde

BOEKEN NR. 7, DECEMBER 2015

Wim Huijser: Dichter bij Dordt

door MB

Dichter bij Dordt is een zeer gedetailleerde biografie over de dichter die het bekendst is geworden met het schrijven van zijn gorgelrijmen, C. Buddingh' (1918-1985), roepnaam Kees. Wim Huijser publiceerde al eerder uitgebreid over Buddingh' en stelde verscheidene bloemlezingen samen. Na jarenlang onderzoek in archieven, gesprekken met familieleden en collega-schrijvers als Remco Campert en Hans Sleutelaar kwam dit interessante verslag van een leven in de letteren tot stand.

Dat Cornelis Buddingh' behalve dichter ook een eminent vertaler, auteur van detectives en boeiende literaire essays was, is maar een van de talrijke aspecten over de schrijver die we na het lezen van deze kloeke studie onthouden. Vooral leren we de tweeledige persoonlijkheid van de Dordtse dichter kennen. Hij lijkt lichtvoetig door het leven te stappen, maar dat dit slechts één kant van zijn karakter, zoals we later zullen zien.

Wim Huijser paart het persoonlijke verhaal (het leven van Buddingh') aan het literaire. Daardoor worden bepaalde professionele keuzes die Buddingh' maakte duidelijk, bijvoorbeeld die om detectives te gaan schrijven. Literair gezien verklaart Huijser de voor Buddingh' bepalende invloeden zoals de kring rond Gard Sivik. Ook het belang van Buddingh's kennismaking met het literaire tijdschrift Forum wordt deskundig gesitueerd. Steeds weer echter blijkt dat Buddingh' zich aan de rand bevindt: van nieuwe stijlen, van ontwikkelingen. Hij blijft een waarnemer die van buitenaf het leven bekijkt zonder ooit ergens echt bij te horen. Toch heeft Buddingh' gedurende zijn leven tal van literaire contacten. Huijser beschrijft ze allemaal, zo lijkt het wel, en schetst zo een helder beeld van de globale literaire ontwikkelingen in het Nederland van de twintigste eeuw. Ook weet hij accuraat het belang van C.Buddingh' voor de Nederlandstalige literatuur aan te geven door er bijvoorbeeld op te wijzen dat naast Leo Vroman en Cees Nooteboom ook C. Buddingh' werd uitgenodigd eigen werk voor te lezen voor de reeks 45-toerenplaten die uitgeverij Querido vanaf 1959 in de reeks 'Stemmen van Schrijvers' uitgaf. Het lijkt het begin te zijn geweest van een reeks memorabele optredens, zoals dat van 1966 bij de manifestatie 'Poëzie in Carré'. Het was hier, door het voorlezen uit eigen werk door C.Buddingh', dat het voor veel mensen duidelijk werd dat poëzie niet altijd zwaar op de hand hoeft te zijn om goed te zijn. Zo is de beginstrofe van de 'De Blauwbilgorgel' tot de klassieken van de Nederlandse literatuur gaan horen:

'Ik ben de blauwbilgorgel,
Mijn vader was een porgel,
Mijn moeder was een porulan,
Daar komen vreemde kind’ren van.
Raban ! Raban ! Raban !'

Buddingh’ verzon de verzen over het vreemde mythische wezen toen hij in een sanatorium verpleegd werd voor tbc, het gedicht zou hem tot zijn dood blijven achtervolgen. Meer dan als schrijver van het light verse werd Buddingh' echter gekenmerkt door gevoelens van diepe melancholie. De gedichten met herinneringen aan mensen die hij leerde kennen in de tijd dat hij ziek was en onmondig te bed, zijn dan ook talrijk. Huijser haalt in dit geval het ontroerende 'In Memoriam Beertje van M.' aan, dat verscheen in de met Jan Campertprijs bekroonde bundel 'Het houdt op met zachtjes regenen' (1976). Het gedicht haalt herinneringen op aan Beertje van Mourik, een medepatiënt in het sanatorium. Buddingh' maakt zich in zijn onmacht kwaad op de onvermijdelijke en onrechtvaardige dood:   
‘Je weet, Beer, ik ben een vredelievend mens,
bijna even vredelievend als jij was, die net  
als ik, geen mug ooit kwaad zou doen, maar soms, als ik  
weer aan je denk, heb ik neiging om een machinegeweer  
te stelen, de straat op te rennen en domweg  
tussen al die vadsig-blozende gezichten  
links en rechts om mij heen te knallen en luidkeels  
uit te krijsen: “Daar! daar! daar! voor wat niemand  
Beertje heeft aangedaan!”’
 
En nog aangrijpender misschien, over een andere vriend die Buddingh' in het sanatorium leerde kennen (opgenomen in dezelfde bundel):
 
‘Toen ik nog een keer langskwam, Gerrit, was je gestorven,
ik weet zelfs niet meer waar je begraven bent.  
Er zullen er niet veel meer zijn die nog aan je denken,  
maar de wereld bleef leger, dat wel.’

In zijn werkwijze citeert Wim Huijser niet alleen, hij duidt de teksten ook in een uitgebreid notenapparaat. En hoewel hij ruim citeert uit dagboeken en brieven, slaagt Huijser erin neutraal te blijven ten opzichte van zijn onderwerp. Wel gaat hij dieper in op de harde aanval van W.F.Hermans op het werk van Buddingh' en de mentale klap die hij daarvan kreeg. Hermans brak in een krantenartikel het werk van Buddingh' tot aan de grond af, en pijnlijk genoeg nam niemand van zijn (literaire) vrienden het publiekelijk voor hem op.
 
Naast een schat aan informatie biedt de biografie ook een uitgebreid personenregister en een lange bronnenlijst. Dichter bij Dordt is een bijzonder interessant werk, een aanrader voor de liefhebber van de Nederlandstalige literatuur en een must voor iedereen geïnteresseerd in Cornelis Buddingh'.
 
Amsterdam : Nijgh en Van Ditmar 2015, 414 p., [16] p. pl. : ill. ISBN 9789038899930 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri