Met de binnenkomst van de familie Rivera in een zeer eenvoudig appartementencomplex
in de staat Delaware, VS, begint de tweede roman van Christina Henríquez, haar
doorbraak naar een groot publiek. Die gaat over een klein stukje verleden, de
mate van welbevinden en het zich settelen van een groep immigranten uit
minstens zeven landen van Zuid- en Midden-Amerika. Een deel is gevlucht voor de
politieke ellende in het land van herkomst, een ander, kleiner, deel, zoals de
familie Rivera, komt vanwege persoonlijke omstandigheden. De dochter van Alma
en Arturo Rivera, Maribel, is in Mexico van een ladder gevallen en heeft daar
tamelijk ingrijpende hersenellende aan overgehouden. Ze reageert traag of niet,
vindt omgang met anderen ingewikkeld en moet dus naar speciaal onderwijs. Alma
en Artura meenden dat dat het beste kon in de VS. In Deleware bloeit Maribel op
door de omgang met een buurjongen in het complex, Mayor. Hun licht sentimentele
liefdesgeschiedenis is feitelijk het leidende verhaal, wat de roman een beetje
richting romannetje trekt. Helaas wordt de beeldschone Maribel lastiggevallen
door een asociale jongen uit de streek, het begin van, ongeloofwaardig
uitgewerkte, fatale ellende.
Elk hoofdstuk heeft een andere ik-verteller. Verreweg
het meest aan het woord zijn Alma (de moeder van Maribel) en Mayor. Het
wisselen van verteller is een bekend procedé, maar ook eentje met
valkuilen. De belangrijkste: hoe geef je elke ‘ik’ een eigen geluid? Dat lukt
de auteur niet. Alle personages praten in dezelfde gemakkelijke en vriendelijke
stijl, op eentje na, Micha Alvarez. Bij hem probeert de schrijfster een beetje
platte taal. Die is echter op een paar vloeken na tamelijk braaf. Maribel
krijgt geen eigen hoofdstuk, dat zou een kunststukje geweest zijn! Wat ook niet
helemaal overtuigt, is de heel snelle verbetering die bij Maribel optreedt.
Vrijwel meteen kan ze met Mayor een tamelijk genuanceerd gesprek voeren. Voor
een psychologische lading hoef je dit boek ook niet te lezen. Er zit een flinke
portie schuld(gevoel) bij het personage Alma, waar ze in het verhaalheden nog
wat aan toevoegt. Maar dit probleem wordt oppervlakkig behandeld en vriendelijk
opgelost.
Opvallend
is dat eigenlijk niemand van de immigranten boos is, ondanks de beroerde
(werk)omstandigheden. Het is immers economische crisis, dus daar kan Amerika
niets aan doen. Het is echt nog steeds het land van de kansen, zoals Rafael, de
vader van Mayor, Fito de huisbaas en Arturo (in de laatste zin van het boek)
dankbaar opmerken. Slechts één personage, Micho, stelt voorzichtig dat de VS
een deel van het probleem van de immigranten zijn, maar verder is hij een en al
positiviteit. <br
/> De actuele waarde van de roman voor de VS is
duidelijk, we krijgen voortdurend berichten door over grensincidenten en ‘latino’s
die onze banen inpikken’. En ook waarom het daar zo pupolair is: een
feelgoodboek over warme immigranten in een prachtig land. Het boek is
opgedragen aan Henríquez’ vader, die naar de VS kwam, en kijk nu eens: een zeer
succesvolle dochter! Voor Europa kan die actualiteit liggen in de huidige
vluchtelingencrisis. Wellicht is dat de reden dat de Nederlandse editie het
VS-element uit de titel gehaald heeft. In een letterlijke vertaling had er
gestaan: ‘Het boek van onbekende Amerikanen’. De Amerikaanse cover, met die
‘Spaans-Amerikaanse’ vlecht is wel overgenomen. Voor Europeanen én Amerikanen
is er dat kleine hoofdstukje van Micho, die in heldere taal uitlegt waarom al
die mensen eigenlijk naar onze landen willen komen.
Amsterdam : Cargo 2015, 269 p. Vert.
van: The book of unknown Americans door Annelies Jorna. ISBN 9789023497035
deze pagina printen of opslaan