Adonis – al bijna
zeventig jaar de pennaam van de Syriër Ali Ahmed Saïd (°1930) – wordt elk jaar
weleens genoemd voor de Nobelprijs Literatuur. Dat hij die nog nooit gewonnen
heeft, is tegelijk een wonder en niet verwonderlijk. Adonis (nadruk op de
verlengde i) is wellicht de grootste Arabische dichter van deze tijd. In het
Arabisch heeft zijn werk de slagkracht van een auteur die zich van niets iets
aantrekt, zelf de regels schrijft en zonder gêne duizend jaar poëtische
geschiedenis naar zijn hand zet. In vertaling wordt de tekst, het kan niet
anders, een schaduw van zichzelf.
Toch is Wat blijft een moedige poging om de
draagwijdte en waarde van Adonis' werk weer te geven in het Nederlands. De
bloemlezing put uit bundels van de afgelopen 25 jaar en vertegenwoordigt de
hoofdthema's uit Adonis' uitgebreide oeuvre: geworteldheid en ballingschap,
conflict, klassieke geschiedenis, maar ook sensualiteit en natuurlijk de
liefde. Ook de veelheid aan vormen die Adonis zich eigen maakt, is hier mooi
vertegenwoordigd.
Kanttekening: de Arabische
poëzie heeft zich eeuwenlang gevormd naar de strenge regels van de qasida, een
ritmische, rijmende dichtvorm die stamt uit pre-islamitische tijden. Tot ver in
de twintigste eeuw bleef die grotendeels onveranderd. Voorzichtig, westerse
voorbeelden als T.S. Eliot achterna, speelde de Arabische dichtwereld na de
Tweede Wereldoorlog met een eigen versie van het vrije vers. Maar het was
Adonis die de voor het eerst echt loskwam van de restricties van vorm, ritme en
rijm.
Lees Wat blijft gerust als een staalkaart van de manieren waarop hij dat
deed. Neem 'Concert 11 september 2001 voor Christus': dit is protest in
dichtvorm, vlijmscherp van inhoud en onnavolgbaar van vorm. Draai de bladzijde
om en daar staat 'De dichter 1', vier treffende regels zonder meer. Welke vorm
hij ook kiest, Adonis gaat genadeloos op doel af. Hij schuwt de lastige vragen
niet (‘Zijn de heilige boeken in een put gevallen?’, uit ‘Een lied van
verlangen naar alles’), daagt uit (‘Na zijn dood zegt hij tegen de vorst: Jij
bent er niet meer, evenmin / als jouw koningschap en / jouw legers / en ik ben
er nog’, uit ‘De dichter 2’),
maar toont zich ook van zijn tederste kant (‘Ik ben meer in jou dan in
mijzelf’, uit ‘Golven II’).
Al in 1956 vluchtte Adonis weg uit zijn geboorteland Syrië.
Daarna woonde hij afwisselend in Beiroet en Parijs. Heen en weer gekaatst
tussen oost en west is hij bij uitstek een balling: hij kan niet wortelen, is
altijd displaced. Het is verleidelijk
om zijn poëzie te lezen met één oog op de tragische vluchtelingenstroom die
vanuit Syrië een weg naar Europa zoekt – al is dat, minstens voor zijn oudere
werk, hineininterpretierung. Als het
toch even mag, dan hier:
De geschiedenis kent
oorlogen en ontelbare puinhopen <br
/> terwijl de verliezen, hoe veel en hoe duur
in de storm van het veranderde
leven
niet meer zijn dan
een pluisje dat zich vermaakt op de nek van de aarde
Het verlangen te leven
beweegt
en ademt onder het
puin na verliezen
Niets kan
een geboortekreet stoppen
Uit ‘Details – 13’
Amsterdam : Maas 2016, 98 p.
Vert. uit het Arabisch door Kees Nijland en Assad Jaber. ISBN 9789491921179
deze pagina printen of opslaan