De Belgisch-Amerikaanse schrijver Luc Sante (°1954) groeide
op met de notie van reizen, zowel in de ruimte als in de tijd. Geboren in
Verviers en geëmigreerd naar New Jersey werd de jonge Luc, met regelmatige
reizen naar België en terug, een speelbal tussen twee culturen op twee
verschillende continenten, waarbij New Jersey steeds het beeld van de
progressieve toekomst en Verviers dat van het stagnerende verleden ontsloot.
Uiteindelijk kon hij als prille tiener voor Amerika en het Engels kiezen, om
zijn toekomst vorm te geven. Maar op het einde van de rit blijft een ontworteld
gevoel overheersen in een leven dat cultureel door zowel New York als Parijs
gevoed werd. Zijn identiteit die in geografische en historische lagen verspreid
ligt, kan hij enkel nog reconstrueren zoals in zijn memoires The Factory of Facts (1998 – vert. De feitenfabriek):
‘I can't in
any way be conclusive about what made me. All I can do is to reconstruct the
site, and imagine the factory at work’.
De verborgen geschiedenis die zich in opeenstapelende en
verspreide lagen aan het oog onttrekt, is wat essayist, criticus, vertaler en
docent Luc Sante blijvend fascineert. Daarbij flaneert hij niet enkel door zijn
eigen leven, maar ook door de grootsteden New York en Parijs. Over zijn thuishaven
New York schreef hij in 1991 het nog steeds onvertaalde boek Low Life. Zijn meer gefragmenteerde en in
de tijd verspreide omzwervingen door Parijs resulteerden pas vorig jaar in The Other Paris (2015 – vert. Het andere Parijs). Het surrealisme is
Santes grote voedingsbodem in de exploratie van de grootstad waarbij hij
willekeurig tussen het afval wroet om zich tegen beter weten in een weg naar
het verleden te banen.
Sante illustreert die dwangmatige zoektocht naar verloren
geschiedenis over obscure mensen met zijn eerste job als verantwoordelijke van
de afdeling paperbacks in een tweedehandsboekhandel:
‘I'd get
not only the paperbacks, but people would die and their relatives or executors
would package their lives. I'd get photographs and postcards and letters and
all kinds of junk. [….] It became almost an obsession with me. It was a great
thing to sort through this documentation and try to imagine what the lives
behind all this junk had been. I'd find myself feeling rather intimate toward
people I had never met and whom I could only speculate on, based on these
assorted impedimenta and artifacts. I had a feeling like that with these
photographs of people surrounded by their familiars. It was also that the
pictures themselves were so beautiful as photographs, and that they really
spooked me. It goes into some territory that's more metaphysical than anything.
It's beyond anything having to do with the history of New York City.’ (Interview met Karen Schoemer
in The New York Times, 21.02.1993)
Het is deze notie die aan de grondslag ligt van de
essayistische grootstadsportretten Low
Life en The Other Paris, waarin
Sante in een aantal trefwoorden, flanerend naar het verleden graaft. Beelden
maken daar een onlosmakelijk deel van uit om het anekdotische verleden tot
leven te brengen. Waar dat in Low Life
nog beperkt was en later aangevuld werd met het specifieke fotoboek Evidence (1992 – ‘crime scene
photographs with commentary’), werd het (zwart-witte) beeldmateriaal in Het andere Parijs sterker geïntegreerd.
Zij het als kanttekeningen die de tekst moeten ondersteunen. Waar Low Life sterker gestructureerd is door
een aantal trefwoorden in grotere entiteiten samen te brengen, beperkt Het andere Parijs zich tot twaalf
trefwoorden/hoofdstukken die elke vanuit een andere hoek het (verborgen) verleden
van Parijs belichten.
Parijs is hier niet enkel de sublieme stad, maar ook de stad
om door te wandelen, langs platgegooide wijken die het huidige stadsbeeld
bepalen en de armere bevolking naar de faubourgs verdreven. Het Parijs dat
gekleurd werd door het canaille, de prostitutie en de apaches, en de
voortdurende drang om te overleven. Stad van kunstenaars en oproerkraaiers
overgoten met absint. Het beeld dat Sante ophangt van Parijs blijft echter tot
op zekere hoogte dat van een buitenstaander, die een aantal keer in zijn leven
ondergedompeld werd in de grootstad. De ontelbare kilometers die hij afgelegd
heeft door New York zal hij nooit in Parijs kunnen evenaren. Een belangrijke
toegevoegde invalshoek is die van de observerende filmkenner: als docent oude
film heeft Sante duizenden kilometers pellicule doorlopen die zijn beeld van
het oude Parijs mee hebben bepaald.
Bijna een kwarteeuw na Low
Life blijft de persoonlijke aanpak van Luc Sante aanspreken in Het andere Parijs : stad van het volk. Zijn
illustratieve cultuurgeschiedenis van de gewone man in het Parijse stadsbeeld
is een aantrekkelijke aanvulling op de meer tekstuele Parijse
geschiedschrijvingen van Graham Robb (Parijzenaars)
en Alfred Hussey (Parijs, de verborgen
stad).
Luc Sante: Het andere Parijs, Polis Antwerpen, 2016, 349 p. ISBN 9789463101141. Vert. van The Other Paris door Hans van Riemsdijk
deze pagina printen of opslaan