Op de cover van Dingen die we verloren in het vuur staat een meisje in een rode
jurk dat haar lange haren borstelt. Een nadere blik leert dat ze geen voeten
heeft maar hoeven, aan het eind van harige poten in de plaats van benen, haar
hoofd is bovendien getooid met twee horens. We kunnen vermoeden dat ze niet zo
onschuldig is als haar blonde lokken doen uitschijnen en ook dat we ons in een
vreemde wereld zullen onderdompelen wanneer we dit boek van de Argentijnse
Mariana Enriquez openslaan.
Dat vermoeden wordt vanaf de eerste pagina bevestigd. Een
schoolmeisje dat zich op bevel van een geest gruwelijk verminkt, de geest van
een mentaal gehandicapte moordenaar die het op kleine kinderen gemunt had, een
vrouw die geobsedeerd raakt door een menselijke schedel, een depressieve
maatschappelijk werkster die het huis van haar buurman binnendringt omdat ze
vermoedt dat hij een kind mishandelt: het zijn maar enkele van de bizarre
personages die deze verhalenbundel bevolken. De auteur schetst in deze verhalen
een portret van een land in verval, waar corruptie, geweld, drugs en zwarte
magie tot de orde van de dag behoren. Een land waar vrouwen over het algemeen
niet dol zijn op hun man (ze vinden hem saai, vies, dom of agressief) en mannen
meestal ook niet verzot op hun vrouw (ze noemen haar gestoord, slaan haar of
steken haar in brand als ze dreigt hen te verlaten).
Ja, deze verhalen zijn gruwelijk
en kruipen onder je vel op een manier die tegelijkertijd fascinerend en
onaangenaam is. Het is de horror van het alledaagse, de troosteloosheid,
gekruid met een dosis magie. Hoewel de verhalen niet helemaal realistisch zijn,
bevinden ze zich ook niet volledig in het irreële. Het is zoals de
onderzoeksrechter in ‘Onder het zwarte water’ zegt over de getuigenis van een
aan crack verslaafde jonge vrouw:
‘De rede fluisterde
haar in dat het zwangere meisje alleen op geld uit was, maar iets in dat
verhaal klonk op een bizarre manier als echt, als een in de werkelijkheid
beleefde nachtmerrie.’
De twaalf verhalen uit deze bundel zijn sfeerscheppingen die
raken aan krankzinnigheid. Bijzonder is dat ze deze niet aan de rand van het
verhaal en van de samenleving plaatsen, maar wel als centraal personage er
middenin. Wie alles uitgelegd wil zien, is eraan voor de moeite. Enriquez
handelt niet in verklaringen, wel in evocaties. Wie bereid is dit spookhuis met
twaalf kamers met een open geest te betreden, wordt beloond met een ervaring
die nog lang na de laatste pagina bijblijft
Amsterdam : Atlas/Contact 2017,
272 p. Vert. van Las cosas que perdimos en el fuego
door Peter Valkenet. ISBN 9789025448356. Distributie: Veen Bosch en Keuning
Meer besprekingen over Argentijnse literatuur
deze pagina printen of opslaan