Enkele jaren lang
heeft het Vlaams Fonds voor de Letteren, ter gelegenheid van Gedichtendag, een
essay opgevraagd bij een belangrijke dichter. Dat resulteert in fraaie
beschouwingen, weliswaar erg uiteenlopend, van Paul Bogaert, Luuk Gruwez,
Charles Ducal, Erik Spinoy en Jan Lauwereyns. Het was een poging om poëzie in
al haar facetten onder de aandacht te brengen, maar voor een breed publiek
bleven die essays soms te hoog gegrepen. Ik koester die boekjes echter in mijn
collectie, als sleutel tot het dichtwerk van de betrokkenen maar ook als
inspiratiebron om na te denken over poëzie.
Na een paar jaar stilzwijgen
wordt het initiatief nu hernomen, maar in een enigszins andere formule. Dichter
van dienst is ditmaal Peter Holvoet-Hanssen, en dat is in meer dan een opzicht
een gelukkige keuze. Hij ademt poëzie, en daarenboven slaagt hij erin om dat
enthousiasme bij jong en oud over te brengen, via allerlei projecten (onder
meer als stadsdichter van Antwerpen) en via zijn lezingen en performances. Een
klassiek essay kon, met andere woorden, niet verwacht worden.
In de plaats daarvan komt een multimediaal project dat een
reis door de poëzie wil verbeelden, zowel ruimtelijk als door de tijd. Dat
wordt gerealiseerd door middel van een grote poster waar striptekenaar Brecht
Evens een soort van poëtische landkaart heeft gemaakt, met rivieren en plaatsen
die alle verbonden worden met fragmenten uit gedichten in allerlei talen. Het
is bijzonder exotisch en suggestief, net zoals de visie van Holvoet-Hanssen
zelf op de poëzie als een soort van avontuurlijke reis die voert langs alle
continenten, maar ook van de hemel tot de onderwereld.
Op de achterzijde volgt dan een
essay van Holvoet-Hanssen, opgedeeld in diverse trajecten. Het is vooral een
persoonlijke getuigenis en een hartstochtelijk pleidooi voor het lezen van
gedichten. Holvoet-Hanssen roept een aantal anekdotes op uit zijn eigen
schooltijd, met gedichten van Van Ostaijen die als onverklaarbare muziek in de
oren zijn blijven klinken. Algemeen valt inderdaad op hoe hij vertrekt van
muzikaliteit en van orale poëzie. Voor hem maakt de voordracht integraal deel
uit van de literaire ervaring. Dat blijkt ook uit de voorbeelden die hij
citeert: orale fragmenten uit de middeleeuwen of uit andere culturen. Het is
echter allerminst een academische uiteenzetting. Voortdurend laat de dichter
ook elementen (personages of gebeurtenissen) uit zijn eigen literaire werk
opduiken en weer verdwijnen.
In tal van opzichten is dit essay dus ‘alternatief’. Dat
maakt het ongemeen boeiend en fris. Tegelijk is het de vraag in hoeverre lezers
die niet vertrouwd zijn met het eigengereide universum van Holvoet-Hanssen hier
de weg niet zullen verliezen. Er is immers geen rechtlijnig betoog (behalve dat
thema van de liefde voor de Muze), er zijn enkel uitwegen, uitweidingen, sporen
van een eeuwige reis. Ook de vormgeving is, hoe origineel ook, een zekere
handicap voor bibliotheken. De tekst is uitermate broos en moeilijker
hanteerbaar gezien het grote formaat van de landkaart. Dat valt echter
makkelijk te verhelpen, want de kostprijs is verwaarloosbaar. Voor de prijs van
een filmticket haal je makkelijk vijf van deze kaarten in huis, en het avontuur
is daarbij meegenomen.
Antwerpen Polis
2017, ill. ISBN 9789463102063. Distr.: Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan