Met deze bijzonder lijvige uitgave poogt Rémon van Gemeren
een volledig beeld te geven van de Nederlandse schrijver Louis Couperus (1863
-1923), auteur van klassiekers als De Stille Kracht, Eline Vere en
Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan.... Van Gemeren maakte al
eerder naam dankzij de vele artikelen die hij over Couperus schreef in Arabesken,
het tijdschrift dat volledig aan deze enigszins mysterieuze schrijver is
gewijd. Trouwens, in de jaren tachtig van de vorige eeuw al publiceerden
Frédéric Bastet en Albert Vogel levensbeschrijvingen over de man – werken die
overigens algemeen de status van klassieker meekregen omwille van hun grondige
aanpak.
Wat
kan Rémon van Gemeren daar nog aan toe voegen? Hij had zich tot doel gesteld
het clichébeeld van Louis Couperus – dat van een dandy, van een Tachtiger die
gehuwd was met zijn nicht om zijn verdoken homoseksualiteit te maskeren, van
een mysterieuze aristocraat die leefde met de herinnering aan Indië – te
ontkrachten. Daartoe wilde hij zich vooral baseren op het literaire werk.
Familieleden van Couperus hadden alle documenten die betrekking hadden op zijn
leven, na zijn dood laten vernietigen, overeenkomstig de wens van de schrijver.
Zo komt het dat meerdere periodes in zijn leven ‘goeddeels bedekt liggen onder
het zand van de tijd’, aldus Van Gemeren. Hij trachtte daarom in de teksten van
de schrijver de mens Couperus terug te vinden.
Hoewel
sommige van Couperus’ werken overduidelijk autobiografisch zijn, zoals zijn
roman Metamorfoze (hoofdpersoon Hugo Aylva roept er zelfs op een gegeven
moment in uit: ‘Ik ben metamorfoze!’), wordt het spel niet altijd zo helder
gespeeld. Zelf was Louis Couperus van mening dat zijn eigen leven er weinig toe
deed: het ging immers om zijn wérk, dat los van de schrijver gezien diende te
worden. En over dat werk zei hij in één van zijn beschouwingen : ‘Begrijpt ge
het? Dat, als ik lieg, de leugen mij een zaligheid is, een wellust, een extaze
kan worden! Dat ik altijd gelogen heb! Dat ik nooit anders zàl dan liegen!’ Van
Gemeren zag zich dus voor een lastige klus geplaatst door zijn eigen onderwerp.
Feit of fictie, wat is echt?
De biografie is opgebouwd uit vier chronologische delen –
die tevens de aardrijkskundige wandel van Couperus reflecteren: Van oost
naar west (1863-1891), Van noord naar zuid (1891-1905), Van zuid
naar noord (1905-1915) en Van west naar oost (1915-1923). De delen
zijn op hun beurt weer onderverdeeld in een drie à viertal hoofdstukken. Een
in- en uitleiding, een uitstekend en pittig notenapparaat en niet te vergeten
een register ronden het omvangrijke werk af.
Qua
volledigheid kan de missie van Rémon van Gemeren bij voorbaat geslaagd heten.
De biograaf gaat in op Couperus' leven in Nederland, alsook op zijn reizen naar
Italië en het Verre Oosten (Indonesië, China en Japan). De lezer van Couperus
krijgt een zeer grondige analyse van het literaire werk, alsook een uitgebreide
uiteenzetting van de maatschappelijke omstandigheden waarin het leven van
Couperus zich afspeelde. Van Gemeren illustreert zijn standpunten met veel
citaten van Couperus zelf, maar ook van tijdgenoten en kenners. Hij gaat
daarenboven in op de toenmalige receptie van zijn werk en toont Couperus’
reactie op de kritieken aan zijn adres.
De
tekst zelf leest vlot, maar de hoeveelheid (interessante!) informatie kan
overdonderend zijn, zeker voor wie voor het eerst met Couperus in aanraking
komt. Kennis van het primaire werk van Couperus is bijgevolg aan te bevelen,
hoewel niet strikt noodzakelijk. Zeker nodigt dit boekwerk uit om naar het
oorspronkelijke werk van Couperus terug te grijpen. In dat opzicht is Couperus
een uitstekend werk. Geïllustreerd met zwart-witprenten.
Amsterdam : Prometheus 2017, 958
p. ISBN 9789035140882. Distributie: WPG Uitgevers
deze pagina printen of opslaan