Sinds zijn roman Hoe ik talent voor het leven kreeg
(2016) tot boek van de maand werd verkozen op De wereld draait door kan men moeilijk nog om Rodaan Al Galidi
heen. Dat boek was natuurlijk ook een uitstekende roman die heel wat losmaakte.
De media-aandacht die het boek vervolgens kreeg, heeft van Al Galidi een
literair fenomeen gemaakt.
In de verhalenbundel Duizend-en-een
nachtmerries laat hij een andere kant van zijn talent zien (dat zich
daarnaast ook uit in poëzie). Dit boekje bevat een hele reeks korte verhalen
waarin Al Galidi met grote inventiviteit de kleine kanten van de mens blootlegt.
De verhalen zijn soms van een bedrieglijke eenvoud. In wezen gaat het echter om
kleine parabels over de menselijke natuur: precies daarin ligt het bedrieglijke
van de eenvoud. Zoals dat hoort bij parabels, bevatten de verhalen behoorlijk
wat wijsheid en inzicht. Die worden echter met veel humor en zin voor
absurditeit opgediend, waardoor dit een rijke bundel is geworden waarin Al
Galidi ons met enige milde spot een spiegel voorhoudt.
De verhalen richten zich op
menig doelwit. Niet elk schot is raak, maar er zijn vele fraaie miniaturen. Zo
biedt Al Galidi een hilarische parodie op cursussen meditatie en yoga zoals die
vanuit verschillende nationaliteiten worden benaderd. Hij steekt ook de draak
met onze eindeloze neiging om ‘op zoek te gaan naar onszelf’, al dan niet onder
leiding van modieuze literaire bestseller-gidsen als Paulo Coelho, waar Al
Galidi heel efficiënt mee afrekent.
Uiteraard situeert een
aanzienlijk deel van de verhalen zich in de leefwereld van de vluchteling, de
migrant en de moslim; waarbij Al Galidi de kunst verstaat om vooral de
universaliteit van de menselijke kleinheid, domheid en/of bekrompenheid te
vatten. De auteur nodigt ons ook uit om ons te ergeren aan de dramatiek waarmee
we in wezen kleine onbenulligheden tot grote problemen opblazen. Dat wordt met
name onder meer duidelijk in het slotverhaal, waarin de frustraties van
verwaande Nederlanders in het niets verzinken naast de trauma’s die
oorlogsvluchtelingen moeten doorstaan.
De taal is altijd trefzeker, de
stijl beknopt, en de inzichten nooit didactisch of drammerig. Integendeel: de
poging van de auteur om eigentijdse seculiere parabels te verzinnen slaagt
wonderwel, en elk van de vijfendertig verhalen heeft een eigenheid, zowel naar
thematiek als naar benadering. Door de korte afstand en de alomtegenwoordige
humor slaagt Al Galidi er ook in om een lichtvoetigheid van toon te bewaren,
waardoor de lezer zich nooit geschoffeerd voelt wanneer hij/zij zich met zijn
eigen kleinheid geconfronteerd ziet.
Duizend-en-een nachtmerries is een kleine verzameling die de
virtuoze verbeelding en vertelkracht van de auteur nogmaals onderstreept;
ongetwijfeld in afwachting van een volgende grote roman. In elk geval zou men
zich vergissen indien men denkt dat het hier om kleiner werk gaat: kort mogen
de verhalen dan al zijn, de spiegel die ze ons voorhouden heeft vaak meer dan
één perspectief.
Rodaan Al Galidi: Duizend-en-een nachtmerries. Verhalen, Jurgen Maas,
Amsterdam 2017, 173 p. ISBN 9789491921407. Distributie: EPO
deze pagina printen of opslaan