In korte stukjes die chronologisch zijn
gestructureerd en vlot in elkaar haken, blikt Hugo Horiot (Dijon, 1982) in De keizer, dat ben ik terug op het
parcours dat hij ondanks/dankzij zijn autisme heeft afgelegd. Daarbij koppelt
hij terug naar veel van de voorvallen uit zijn kindertijd, die zijn moeder ruim
twintig jaar eerder heeft verwerkt in haar autobiografische roman Le Petit Prince cannibale (1990), nu
tegelijk met haar zoons relaas vertaald als De
Kleine Prins zwijgt.
Zo komen we te weten waarom
hij tot zijn zesde weigerde te praten en te kauwen. Ook kaart hij zijn
driftbuien van weleer aan. Die staken de kop op als hij uit de cocon werd
gehaald die hij creëerde door eindeloos aan wielen te draaien, zijn manier om
zijn hart te doen kloppen op het ritme van de Aarde - in deze context steevast
met een hoofdletter.
‘De rest van het Heelal draait
ook en maakt zo de oneindigheid, die waarschijnlijk een zaak is van cirkels en
bollen die in elkaar draaien en zo de beweging doen ontstaan van het leven dat
bestaat uit geboren worden, doodgaan en opnieuw geboren worden’.
Een jaar of vier was hij, toen
zulke denkbeelden al in zijn hoofd rondzongen. Voor een groot deel waren ze
ingegeven door zijn vader, een dokter. Doordat ze hem verwijderden van
leeftijdsgenoten werd hij een eiland midden in de wereld van anderen en vond
hij nauwelijks ergens aansluiting.
School heeft hij dan ook ervaren als een regelrechte
strafkolonie. Dat hij zich in het tweede middelbaar opgaf om
klassenvertegenwoordiger te worden, had allerminst met de functie te maken. Hij
wilde simpelweg de macht grijpen en daarom gaf hij een verzorgde en
weldoordachte speech. Eenmaal verkozen, haatte hij de rol. Het euforiegevoel
dat hij had gekregen door succesvol een publiek te bespelen, bleef hem wel bij
en werd de kiem van zijn latere acteurscarrière.
Hij werd nog verder die richting
uit gestuurd, toen een tienervriend voor de Franse les een documentaire ineen
wilde boksen met de Kleine Prins uit Françoise Lefèvres besteller in de
hoofdrol. Hugo Horiot was meteen gewonnen voor het idee en beleefde ook veel plezier
aan het draaien van de film. De fragmenten die ervan te zien zijn op zijn
website ondersteunen de authenticiteit van het beeld dat de
schrijver in zijn boek oproept van zichzelf als kind.
Hugo Horiot schreef De keizer, dat ben ik in een tweetal
weken. De noodzaak waardoor hij werd gedreven spreekt uit de compromisloze
heftigheid in zijn aangrijpende verhaal. Soms geeft hij uiting aan zijn woede
om het vele onbegrip dat er heerst over autisme. Naar het einde toe neigt die
woede naar bitterheid, wanneer hij een aantal categorieën van mensen een veeg
uit de pan geeft om de kleingeestigheid in hun benadering van het anders-zijn
dat autisme is. Ook richt hij giftige pijlen op al wie kritiek had op zijn
moeders verbetenheid om hem uit de geïnstitutionaliseerde zorg te houden.
Immers, voor hem staat het vast dat hij nooit had bereikt wat hij heeft bereikt
zonder haar liefde en toewijding.
Door ons een inkijk te gunnen in zijn belevingswereld toont
Hugo Horiot overtuigend aan hoe veelkantig de logica kan zijn achter de
ogenschijnlijk ondoorgrondelijke gedragspatronen waarmee autisme voor
niet-ingewijden gepaard gaat.
Hugo Horiot: De keizer, dat ben ik,Oevers, Koog aan de Zaan
2018. 169 p. ISBN 9789492068170. Vertaling van L'empereur, c'est moi door Kris
Lauwerys en Isabelle Schoepen. Distributie Ekedag Boeken
deze pagina printen of opslaan