Het liegend konijn sluit met dit nummer al
zijn zestiende jaargang af, maar er komt geen enkele sleet op de formule. Het
recept is dan ook even eenvoudig als overtuigend: Jozef Deleu selecteert goede
gedichten uit het werk van dichters, die nooit eerder werden gepubliceerd. De
verzen zijn, zoals dat luidt, ‘uit het nest geroofd’, maar het belangrijkst is
dat hier gevestigde dichters prijken naast prille nieuwkomers. Voor de eersten
is dit een forum om sommige van hun verzen onder de aandacht te brengen in afwachting
van de publicatie van een nieuwe bundel. Voor debutanten is Het liegend konijn een machtig
visitekaartje, dat al vaker de weg heeft geëffend naar een officiële publicatie
in boekvorm.
Ook de nieuwste aflevering brengt weer voor ieder wat. Marleen de Crée
presenteert een cyclus rouwgedichten onder de titel ‘Stilte in mij’: het zijn
intimistische verzen waarin de dichter eens te meer haar grote vakmanschap en
haar sterk inlevingsvermogen tentoonspreidt. Roland Jooris is geëvolueerd van
een scherp observator naar een diep denker van grenzen, van de manier waarop
wij dingen zien en via die waarneming tot beschouwing komen. Ook nu weer spelen
de beeldende kunsten een belangrijke rol bij dat poëtische proces, maar de
nieuwe gedichten lijken mij een stuk abstracter dan het vroegere werk. Hester
Knibbe presenteert eveneens splinternieuw werk, een aantal gedichten waarin het
thema van de menselijke kwetsbaarheid op intrigerende wijze wordt verbonden met
onze hedendaagse maatschappij van social media en toenemende natuurproblemen.
Naast die
oudere dichters zijn er uiteraard de vele anderen die hier hun beste beentje
voorzetten. Een volledige lijst geven is hier onmogelijk, en daarom beperk ik
mij tot een persoonlijke impressie. Zo is er onder meer werk van Johan de
Boose, Joost Baars, Annemarie Estor, Philip Hoorne, Marc Tritsmans, Lies van
Gasse en Marije Langelaar dat doet uitkijken naar hun volgende bundel.
Daarnaast maken opnieuw enkele talentvolle debutanten hun
opwachting. Jenny van den Berg maakt indruk met gedichten waarin een zekere
theatraliteit (verwant aan de podiumpoëzie) gecombineerd wordt met bijzonder
fijnzinnige impressies en beelden. Roos van den Eerenbemt schrijft een soort
van prozagedichten, vaak opsommend van karakter. Daaruit komt het beeld naar
voren van kwetsbare mensen die zich grotendeels lijken te verschuilen achter
medicijnen, schijnbaar nutteloze rituelen, de clichés die de sociale media ons
voorspiegelen. Ook in de poëzie van Asha Karami is onzekerheid
alomtegenwoordig. Onder haar pen wordt de dagelijkse realiteit een onherkenbaar
kluwen van betekenissen, voldoende om het ik permanent in een staat van
verwarring te brengen. En Meity Völke schrijft, wars van modieuze trends,
onvoorstelbaar mooie klassieke gedichten.
Wie van poëzie houdt, is allang
een trouwe lezer van Het liegend konijn. Dat kan onmogelijk anders.
Jozef Deleu (red.):
Het liegend konijn, Polis, Antwerpen 2018,. Jrg. 16, nr. 2, 256 p. ISBN 9789463103381. Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan