Nederlands proza

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2019

Jelle Dehaen: De schaduw van Caesar

door Jooris van Hulle

Met zijn debuutroman De schaduw van Caesar grijpt Jelle Dehaen terug naar het epistolaire genre. In brieven gericht aan zijn vriend Lucius Pomponius Atticus, die in Griekenland een teruggetrokken leven leidt, blikt Marcus Cornelius Balbus terug op zijn leven, en vooral dan op de periode van zijn publieke optreden in het Rome van de bijzonder woelige eerste eeuw v.C. Onder de niet tegen te houden veroveringsdrang van Rome, waarbij overwinning na overwinning wordt behaald en vreemde mogendheden, van Hispania tot Asia, onderworpen worden, sluimert een gistende ontevredenheid bij de inwoners van de Urbs Aeterna. Balbus werpt zich op als de vriend, raadgever en uiteindelijk als persoonlijke rivaal van Gaius Julius Caesar als het erop aankomt een antwoord te formuleren op de vraag wie nu de echte machthebber is. In wezen gaat De schaduw van Caesar over macht en de excessen waartoe die leidt. Over Caesar noteert Dehaen:  
 
‘Net als elke belangrijke man wordt hij constant gekweld door de angst dat het volk niet meer van hem houdt.’ Of verder:  
 
‘Wie ooit van de macht geproefd heeft, al was het maar met het tipje van zijn tong, kan die zoete smaak nooit meer uit zijn mond spoelen.’
 
Het portret van Caesar dat de lezer aangereikt krijgt via zijn ogenschijnlijk in de schaduw opererende kompaan Balbus, is allerminst flatterend. Caesar leed aan de ‘morbus comitialis’, een vorm van epilepsie. Dat Balbus ooit direct getuige was van een aanval en daarbij Caesar levens redde, bindt hen aan elkaar. Balbus zal er blijvend zijn voordeel weten uit te trekken zeker omdat niemand in Rome er weet mag van hebben.
  <br /> Het is overigens Balbus die in Rome als een echte intrigant de zaak van Caesar, die als veroveraar meestal in verre oorden verblijft, behartigt. Hoe het er op het thuisfront aan toe ging, oogt niet steeds even fraai. Waar en wanneer er gestemd moet worden – een mooi voorbeeld is de bevordering van Caesar tot pontifex maximus - , wordt kwistig met steekpenningen gewerkt. Balbus staat meerdere keren op de rand van het totale failliet, maar slaagt er toch telkens weer in de zaak ten goede te keren. Ook in zijn persoonlijke leven moet voor Balbus alles wijken voor zijn ongebreidelde zucht naar macht. Zijn huwelijk met Caecilia is een strategische zet, die het verbond van Caesar met Pompeius moet wettigen. Of er ook van liefde sprake is… Als Balbus aan de weet komt dat zijn Caecilia een minnaar heeft, luidt het:  
 
‘Haar ontrouw deert me niet. Ik begrijp dat zelfs het walgelijkste varken zo nu en dan over haar buikje gekrabd wil worden.’  
 
De schaduw van Caesar werpt mede door de vlotte verteltrant een verhelderend licht op de politieke machtspelletjes die uiteindelijk tot de moord op Caesar hebben geleid in 44 v.C. In de slotbrief van de roman, waarin Lucius zich richt tot princeps Augustus en gedateerd is in 22 v.C. – de republiek is dan al opgeheven – komt aan het licht dat het brein achter de moord op Caesar wel degelijk Balbus was. De geschiedenis herdacht in een fictioneel kader, Dehaen heeft er een boeiend geheel van gemaakt.

Jelle Dehaen: De schaduw van Caesar, Houtekiet, Antwerpen, 2018, 252 p. ISBN 9789089246936. Distributie VBK België 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri