Meer dan tien jaar geleden startte René Huigen
met een lang verhalend gedicht over een vaag personage dat Steven heet. Nu is
het drieluik – waarvan eerder al in 2005 en 2013 twee delen afzonderlijk
verschenen – eindelijk voltooid, zodat de lezer kennis kan nemen met het hele
opzet van dat ambitieuze project. Wat voorligt is immers een uitvoerig epos in
tienlettergrepige versregels, geheel volgens de regels van het genre. Het epos
opent immers met een aanroeping van de Muzen, en ook verderop in de diverse
afleveringen keren gelijkaardige aansprekingen meermaals op.
Op die manier zet de dichter zichzelf als het ware uit de
wind, aangezien zijn inspiratie en zijn tekst mee afhankelijk zijn van de goddelijke
steun. Uiteraard valt zo’n uitspraak vandaag met een korrel zout te nemen, maar
de ironische Huigen laat toch niet na zijn uiteenzetting te kruiden met een
gigantisch aantal verwijzingen naar de klassieke mythologie, naar de
geschiedenis, naar de filosofische denkbeelden van vijfentwintig eeuwen westers
erfgoed, en zoveel meer. Op die manier ontstaat een tekst vol ambitie, een
zoektocht naar betekenis die veel op het spel zet en allerminst beperkt blijkt
tot postmoderne spielerei.
Het verhaal zelf dat in Steven!
centraal staat is inderdaad niet toevallig dat van een existentiële zoektocht
die de vorm aanneemt van een reis. Als hij door zijn bedenker tot leven wordt
gewekt, gebeurt dat uitgerekend in Lissabon, de stad van de legendarische
dichter Pessoa, die bekendstond voor de manier waarop hij zich als schrijver
van uiteenlopende identiteiten bediende. Steven is zo het model van Huigen, die
de mosterd haalde bij een personage uit het werk van een Portugese gigant.
Bij aanvang wordt Steven wakker, en meteen wordt duidelijk
hoe kwetsbaar en onzeker hij als persoon is. Zijn gedachten gaan alle kanten
uit, en daarbij valt vooral op hoe hij zijn eigen situatie tracht te plaatsen
in diverse filosofische, theologische en ideologische kaders. Dat leidt tot
verregaande ervaringen van ontregeling, die beurtelings uitmonden in
waangedachten, in de confrontatie met het onzegbare sublieme en in destructieve
beelden. Die zoektocht naar de zin van het bestaan wordt aangevuld met tal van
ontmoetingen tijdens de omzwervingen in Lissabon en op zee. Steven maakt de
strijd mee van de engelen, reist door de hel en ontmoet heiligen, en telkens
geeft dat aanleiding tot plastische beschrijvingen en monologische gesprekken.
Van cruciaal belang zijn vooral de confrontatie met enkele (vermeende)
vaderfiguren, die hem begeleiden en instrueren op zijn tocht: mensen (de
dichter Pessoa of een metafysische ingenieur) maar evenzeer de god Hypnos.
Realiteit en visioenen gaan daarbij onafgebroken in elkaar over.
In het sluitstuk lijkt
het erop als Steven zich kan verzoenen met de hoogst banale realiteit, maar de
offers die hij moet brengen zijn zwaar. Hij komt tot zelfkennis en een zekere
relativering van zijn eigen bestaan, en dat inzicht brengt hem ertoe zich
publiek te gaan vertonen als kunstenaar. Hij wordt echter door de massa mis
begrepen en uiteindelijk vormen bedelaars en andere verschoppelingen voortaan
het gezelschap waar hij thuishoort. Thuis is vertrouwd maar tegelijk ook banaal
en in zeker opzicht marginaal. De aanvaarding lijkt dan ook even ironisch als
de grootheidswanen die de held hebben voortgedreven in zijn odyssee.
Steven! is niet alleen een bijzonder epos, het is ook en zelfs
vooral een staaltje van woordkunst. Huigen haalt werkelijk alles uit de kast om
de hooggestemde visioenen vorm te geven, om ingewikkelde filosofische stelsels
uit de doeken te doen, om het milieu van Lissabon en omstreken op een haast
tastbare manier op te roepen. Zowel stilistisch als thematisch is dit een
meesterstuk, een Boek met hoofdletter dat vraagt om een herhaalde lectuur. De
lezer vindt en verliest er zichzelf in het spoor van een vaag maar niettemin
uiterst fascinerend personage.
René Huigen: Steven!, De Bezige Bij, Amsterdam 2019, 199 p.
ISBN 9789403148304. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan