Op zijn 85ste blijft Willy Spillebeen nog
steeds een vitaal dichter. Het adjectief ‘vitaal’ slaat daarbij niet enkel op
de productiviteit die de schrijver onvermoeibaar aan de dag legt (die zopas ook
nog Engelse poëzie vertaalde), maar ook op het karakter van zijn lyriek. Uit Microkosmos spreekt een sterk geloof in
de mens als emotioneel en rationeel wezen, ook al is zijn bestaan bijzonder
nietig in het licht van de kosmos en de eeuwigheid. Die humane inslag kenmerkt
overigens Spillebeens oeuvre vanaf het prille begin, zijn poëzie maar ook zijn
romans. Tegelijk is de schrijver allerminst blind voor de kleinheid van de
mens, die zich al te weinig bekommert om zijn eigen heil, dat van zijn medemens
en zijn omgeving. Typerend daarvoor is de haiku die als motto van de nieuwe
bundel fungeert:
‘Microkosmos mens
is aarde hel en hemel
in miniatuur.’
De daarop volgende thematische
afdelingen werken die visie op de kwetsbare, haast tegenstrijdige mens nader
uit. Zo is de openingsreeks bijvoorbeeld geconcentreerd rond het menselijke
lichamen: de belangrijkste organen (hersenen, longen, hart) en de zintuiglijke
vermogens. Het dichterlijke ik analyseert hoe de meeste van die levensfuncties
met de ouderdom tekenen van ernstige slijtage vertonen, maar tegelijk opent net
dat besef van lichamelijke ongemakken de ogen voor een diepere zingeving, voor
een nauwlettende aandacht voor wat wezenlijk is: het besef van kwetsbaarheid
zet net het metafysische verlangen naar meer in gang, maar tegelijk opent het
de weg naar de blijvende herinneringen uit het verleden en de prille jeugd die
door kleine zintuiglijke waarnemingen levendig worden opgeroepen en permanent
bewaard. De ouderdom verschijnt zo als een doem waaraan niet te ontkomen valt,
maar ook als een zegen en een vorm van zingeving.
Die zoektocht naar zin is wat
Spillebeen in deze bundel voortdrijft, en vaak formuleert de dichter zijn
waarheden in een soort van aforistische vorm, als inzichten die tot nadenken
stemmen. Ook een andere formule uit de wijsheidsliteratuur komt vaak aan bod:
de fabel, waarbij de observatie van dieren in feite ook leidt tot levenslessen
voor de mens. Die fascinatie voor de biologie dateert al van lang geleden, maar
in deze bundel wordt de symbolische draagwijdte van deze waarnemingen veel
explicieter verwoord. Soms is de toon nogal belerend, maar anderzijds weet de
dichter wel treffend het gedrag van dieren weer te geven. Hetzelfde geldt
trouwens ook voor de manier waarop hij in zijn gedichten mensen in enkele
details portretteert. De meeste van die persoonlijke verzen zijn
autobiografisch geïnspireerd, met jeugdherinneringen en een aandoenlijke reeks
over de overleden geliefde, met wie de dichter een groot deel van zijn leven
intens heeft gedeeld. Anderzijds zijn er gedichten over historische alchemisten
die heel wat encyclopedische gegevens bevatten.
Die spanning tussen een
persoonlijke poëzie en de zoektocht naar een dieper, meer algemeen inzicht
resulteert in een nogal dubbelzinnige poëzie. De denker Spillebeen is boeiend
en vaak overtuigend, maar de lyricus is mij toch liever. Bij momenten weet
Spillebeen de lezer te raken met een beeld of een treffende frase, en dat
inzicht blijft doorgaans langer bij: dat is bij uitstek de kracht van poëzie.
Willy
Spillebeen: Microkosmos, P, Leuven 2019, 77 p. ISBN 9789492339768
deze pagina printen of opslaan