Het Midden-Amerikaanse land Nicaragua heeft
een bedroevend verleden achter de rug met in de vorige eeuw een lange periode
waarin het gebukt ging onder de Somoza-dynastie en in recentere tijden de
tragische ontwikkelingen rond de politiek van president Ortega, ex-guerrillero
nota bene. Om nog te zwijgen over de periodieke natuurrampen. Een staalkaart
van deze ellende wordt de lezer voorgelegd in het chronologisch overzicht
waarmee deze roman wordt afgesloten.
Maar dit is wel degelijk een
roman. Historisch in zijn brede contouren, grotendeels fictief wat de invulling
met concrete personages betreft. Het verhaal speelt zich af in de jaren 1933-‘34,
toen de eerste van de drie Somoza’s, Anastasio, zich opmaakte om in het land de
absolute macht te usurperen. Centraal in het relaas staat de fantasieloze maar
plichtsgetrouwe boekhouder Fanuel Alvarez, die tegen zijn zin in betrokken
raakt bij een heikele zaak met kwalijk ruikende politieke repercussies. Het
burgermannetje dat hij is wordt daar willens nillens in meegesleurd, hetgeen
hem zowaar tot staatsvijand nummer één promoveert, op een heilloze vlucht jaagt
en compleet tot een vreemde maakt voor zichzelf. Gefrustreerd en hogelijk
verbijsterd door de corruptie die hij op alle niveaus ervaart, vindt hij net op
tijd de weg terug, om opnieuw het individu te worden dat hij voordien was: de
doordeweekse burger die zijn hachje poogt te redden te midden van het politiek
geweld.
Om zo
dicht mogelijk bij de toenmalige realiteit te blijven, heeft de auteur
klaarblijkelijk heel wat studiewerk verricht en persoonlijke contacten gelegd,
zowel hier te lande als in Nicaragua zelf. Dat resulteerde niet enkel in een
vrij accurate historische omkadering maar ook in het inpassen van
karakteristieke volksgebruiken, tot zelfs eetgewoonten toe. Zijn verhaaltrant
is grotendeels lineair, zonder veel verrassingen. Mooist zijn van begin tot
eind de fraaie volzinnen waarmee hij als alleswetende verteller zijn betoog
opbouwt en die hij keer op keer vlekkeloos neerlegt. Iets anders is wanneer
zulk verheven taalgebruik ook in de mond gelegd wordt van de spelers in dit
verhaal: verzorgd klinkt het allemaal wel – dat zeker! – maar je waant je
eerder aan een koninklijk hof dan in de Nicaraguaanse jungle.
Is deze roman, Berten Pil’s
eersteling, perfect in orde wat historisch kader en algemeen stilistische
vormgeving betreft, dan zorgt het innemen van verschillende vertelstandpunten
meer dan eens voor licht contradictoire situaties, waardoor je de indruk krijgt
dat het verhaal met de auteur op de loop gaat. Of de lezer zich daaraan zal
storen is niet zeker, omdat de hoofddoelstelling – het aan de kaak stellen van
genadeloze machtsusurpatie - onverminderd overeind blijft. Wellicht heeft die
lezer het er evenmin moeilijk mee dat de centrale figuren nogal stereotiep en
met weinig uitdieping geborsteld zijn, of dat de samenhang niet altijd optimaal
is. Het weze de auteur van dit interessante werk vergeven, want het is
hoegenaamd geen sinecuur om tegelijk een uitheemse situatie in te kleuren, een
tijdsgeest uit te benen en daar dan ook nog mensen van vlees en bloed in te
droppen.
Berten
Pil: De boekhouder van La Calzada, Primavera Pers, Leiden 2019, 336 p. ISBN 9789059972735. Distributie De Vries-Brouwers
deze pagina printen of opslaan