Letterkunde

BOEKEN NR. 5, MEI 2019

Sander Bax: De literatuur draait door

door Lisanne Vroomen

Van de vos en de egel, of de invloed van massamedia op de literatuur
 
Literatuur is als seks: wie denkt dat het om geld draait, heeft het niet begrepen. Wie seks tegen betaling heeft, zal liefde- en passieloos handelingen herhalen die bij een eerdere klant tot succes hebben geleid: routineus pijpen en aftrekken. Op dezelfde manier zal ook de broodschrijver handelingen herhalen die eerder tot succes hebben geleid, maar die verstoken blijven van liefde en passie. De schrijver zal routineus plotwendingen en spanningsbogen toevoegen wetend dat dit het publiek aanspreekt. Als literatuur enkel om geld gaat draaien, zal dit tot gevolg hebben dat er slechts boeken verschijnen waarin gezegd wordt wat het publiek graag wil horen. Het zal het einde betekenen van boeken die zeggen wat gezegd moet worden, maar wat het publiek niet wil horen. Het zal het einde betekenen van literaire vernieuwing en van het maatschappijkritische boek. Zie hier in het kort mijn (pessimistische) idee over literatuur en geld. Ik heb besloten mijn recensie hiermee te beginnen, omdat ik tijdens het lezen van De literatuur draait door van Sander Bax – een boek over literatuur en moderne massamedia – vaak aan deze literatuuropvatting gedacht heb.
 
Sander Bax publiceerde eerder De Mulisch Mythe (Meulenhoff 2018), over hoe Mulisch zich positioneert in de media en hoe hij door anderen gepositioneerd wordt. In De literatuur draait door haakt Bax aan bij dit thema, maar dan met een breder perspectief: de positionering van niet slechts Mulisch, maar van ‘de schrijver’ in het mediatijdperk. Hiervoor onderscheidt hij eerst twee definities van literatuur. De eerste is de klassieke twintigste-eeuwse definitie waarbij ‘echte’ literatuur gezien wordt als onafhankelijk, vernieuwend en meerduidig. Het is literatuur die zich onttrekt aan de wetten van de markt en daardoor (in de terminologie van Pierre Bourdieu) autonoom is. De andere definitie wordt door de media geleverd. Hier spelen drie regels een rol, namelijk: het belang van succes (in de vorm van prijzen en verkoopcijfers), fascinatie met het waargebeurde en gerichtheid op het gepolariseerde politieke debat. Bax gaat in zijn boek na hoe die drie regels het gesprek over literatuur in de massamedia van de eenentwintigste-eeuw beïnvloeden. Dit doet hij in drie delen, waarbij elk deel één van de regels onder de loep neemt. Uitgangspunt hierbij zijn recente voorbeelden van media-aandacht voor een boek of auteur. Deze duidelijke opbouw in combinatie met de koppeling aan concrete en actuele voorbeelden maken het boek van Bax erg toegankelijk.
 
Literatuur wordt volgens de regel van het succes een normaal product dat moet functioneren als elk ander product. Hoe meer consumenten het product aanspreekt, hoe hoger de verkoopcijfers, hoe beter het boek zal zijn. Deze economische logica heeft consequenties voor de inhoud van de literaire bestseller, zoals die van Kluun en Koch. Hij moet toegesneden zijn op de gemiddelde lezer en zal daarom de heersende normen, waarden, vooroordelen en ideologieën bevestigen. De lezer moet het boek kunnen lezen zonder de eigen leefwereld ter discussie te stellen. Het moeten dus boeken zijn die zeggen wat de lezer graag wil horen. De regel van het succes is schadelijk voor de diversiteit: Bax haalt aan dat uit onderzoek gebleken is dat de meeste vertellers witte mannen zijn. Vrouwelijke of niet-witte vertellers komen minder vaak voor. Zonder afbreuk te willen doen aan de door Bax geconstateerde ontwikkeling vraag ik me wel af hoe divers de Nederlandse literatuur was voordat deze regel van het succes een rol speelde.  
 
Het tweede deel van Bax’ boek gaat over de fascinatie van de media met ‘echte’ en ‘authentieke’ verhalen, zoals autobiografieën. Bax behandelt enkele casussen waarbij auteurs hierop inspelen om zich te verzekeren van media-aandacht. Hun werk past hierdoor bij wat de media willen horen. Ze spelen vaak een spel met fictie en werkelijkheid. Probleem daarbij is dat de media niet uit de voeten kunnen met fictionaliteit en boeken gaandeweg gaan interpreteren als non-fictie. Als een auteur uitgenodigd wordt in een praatprogramma is de auteur daar volgens Bax eerder aanwezig als personage uit zijn eigen werk, dan als de schrijver ervan. Het verschil tussen literatuur en roddel lijkt hiermee te verdwijnen en daarmee ook het kritisch potentieel van fictie.
 
In het laatste deel gaat Bax in op boeken die de taal van de media overnemen, dat wil zeggen de taal van het populistische debat. Kenmerkend voor het populisme is dat het de politiek simplificeert van een complex cluster tot een duidelijk tegenstelling tussen twee polen, zoals ‘de elite’ en ‘het volk’. Net als het autobiografische en waargebeurde, trekt ook het politieke en geëngageerde boek media-aandacht, mits het aan twee voorwaarden voldoet: de schrijver moet duidelijk zijn over zijn positie in het debat en zijn politieke standpunt moet aansluiten bij de manier waarop dit standpunt meestal ingevuld wordt door de media. Het mag dus niet te veel afwijken van de norm en niet te genuanceerd zijn: het moet passen bij het populistisch discours. Dit is jammer, omdat geëngageerde literatuur juist kritisch kan kijken naar de norm en nuance kan bieden. In De vos omschrijft Dubravka Ugresic de vos als symbool voor de schrijver, omdat hij staat voor pluralistische morele normen. Ze verwijst hiermee naar het essay The Hedgehog and the Fox van Isaiah Berlin uit 1953. Hij maakt onderscheid tussen de egel die voor elk probleem maar één oplossing heeft, namelijk zich oprollen, en de vos die verschillende technieken gebruikt. De simplistische, populistische retoriek past in deze visie bij de egel. Als ik de analyse van Bax langs dit idee leg, kom ik tot de conclusie dat de schrijver als egel juist beter in de smaak valt bij de media.
 
In zijn conclusie houdt Bax twee visies naast elkaar. Allereerst wijst hij op een gevaar: de regels van de media leiden ertoe dat literatuur normbevestigend moet zijn om succesvol te zijn. Toch blijft Bax ook hoopvol: hij wijst erop dat hij onder de indruk is van de manier waarop sommige schrijvers het spel van de media meespelen. Zitten er dan toch vossen onder de schrijvers van vandaag? Verder benadrukt hij dat de casussen uit zijn boek duidelijk maken dat het allerminst stil is geworden rondom de literatuur. Dit doet mij denken aan het proces tegen W.F. Hermans over beledigende uitspraken van zijn personage Lodewijk Stegman over katholieken in Ik heb altijd gelijk. Hermans heeft deze rechtszaak gewonnen: de uitspraken van zijn personage konden hem niet aangerekend worden. Men zegt wel eens dat op het moment dat Hermans gewonnen heeft, de literatuur verloren heeft: de literatuur staat in deze autonome visie immers los van de werkelijkheid en is daardoor monddood. Als uitspraken in boeken enkel in de fictieve wereld van het boek relevant zijn, is literatuur geen serieuze gesprekspartner meer in het maatschappelijke debat. Nu speelt literatuur echter wel weer een rol in het debat, maar ten koste van de regels van de literatuur zoals we die tot nu toe kenden.
 
Sander Bax geeft in zijn boek een goede en grondige analyse van de Nederlandse media en de manier waarop ze omgaan met literatuur. Daarnaast laat hij ook zien hoe literatuur zich verhoudt tot de media en hoe literatuur zich aanpast om aan de regels van de media te voldoen of om er juist een spel mee te spelen. Dit belangrijke boek zou verplichte kost moeten zijn voor iedereen die geïnteresseerd is in het literaire veld in de moderne wereld en zou ook goed een rol kunnen vullen binnen de studie Nederlands.
 
Hoewel ik De literatuur draait door zeker een goed boek vind, wil ik toch drie kleine kanttekeningen erbij maken. Allereerst heb ik mijn bedenkingen bij de hoopvolle conclusie, niet zozeer omdat ik een pessimist ben, maar vooral omdat die conclusie niet aansluit bij de rest van het boek. In elk deel laat Bax zien hoe de rol van de media schadelijk is voor de klassieke opvatting van literatuur, maar - en dit is belangrijker - ook voor de diversiteit van het literaire aanbod en voor de maatschappijkritische functie van literatuur. Zijn hoopvolle conlcusie komt daardoor te onverwacht.
 
Als tweede kanttekening zou ik in het boek graag meer aandacht hebben gezien voor de vraag naar oorzaak en gevolg. Wordt het autobiografisch schrijven populair doordat er veel media-aandacht voor is, of is er veel media-aandacht voor omdat het populair is? Dezelfde vraag kan gesteld worden voor geëngageerde romans en romans over de actualiteit. Ik begrijp dat deze vraag niet gemakkelijk is en dat de waarheid waarschijnlijk ergens in het midden zal liggen. De uitwerking ervan zal eerder een vossendiscussie zijn dan een egelantwoord, maar dat maakt het niet minder belangrijk om hier aandacht aan te besteden.
 
Als derde mis ik een internationaal perspectief. Bax richt zich op Nederlandse auteurs en het Nederlandse medialandschap met de nadruk op De wereld draait door en Pauw & Witteman. Hoewel ik absoluut begrijp dat Bax zich beperkt heeft tot één land - de analyse van alleen de Nederlandse media en het Nederlandse literaire veld is uiteraard al een flinke klus – roept zijn boek bij mij automatisch de vraag op of hoe dit fenomeen in andere landen is, waarbij ik vooral geïnteresseerd ben ik de situatie in Vlaanderen/België. Bax’ grondige analyse van het Nederlandse veld en de duidelijke opbouw die hij hierbij hanteert, kan in ieder geval een aanzet vormen om ook elders de discussie over de schrijver en het mediatijdperk op te pakken.
 
Sander Bax: De literatuur draait door, Amsterdam: Prometheus 2019, 382 p., ISBN 9789044640281. Distributie Pelckmans Uitgevers 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri