Nederlands proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2019

Peter Buwalda: Otmars Zonen

door Tom Rummens

Het heeft hem veel tijd gekost en de wereld werd een beetje ongeduldig. Maar acht jaar na zijn bedwelmende debuut Bonita Avenue is Peter Buwalda erin geslaagd. Hij heeft zijn tweede roman geschreven, en hij lost de hooggespannen verwachtingen ruimschoots in, om niet te zeggen dat hij ze overtroffen heeft. In Otmars Zonen, het eerste deel van een trilogie overigens, laat Buwalda de taal weer spetteren als een Chinees vuurwerk.
 
Meer dan zeshonderd pagina’s lang volgen we de levens van Ludwig Smit, Isabelle Orthel en Johan Tromp. De roman opent wanneer Ludwig aankomt op het Siberische Sakhalin, waar ook de twee andere hoofdpersonages zich op dat moment bevinden. De plaats wordt geteisterd door een sneeuwstorm, niemand geraakt er nog weg, ze zijn tot elkaar veroordeeld. En tot hun verleden, want de roman speelt zich grotendeels af middels flashbacks – er valt ook gewoon weinig te beleven op de godverlaten plek waar de protagonisten zich bevinden.
 
Het verhaal samenvatten levert alles welbeschouwd maar weinig meer op dan wanneer je dat bij een doordeweekse thriller zou doen. Ludwig ontmoet Hans Tromp, een machtige oliebaas, op Sakhalin. Tromp blijkt Ludwigs verwekker te zijn, maar ze hebben elkaar nooit eerder ontmoet. Dan ontmoet Ludwig Isabelle Orthel (die we kennen als nevenpersonage uit Bonita Avenue, waar ze de universiteitsrector Siem Sigerius verleidde en op die manier van zijn voetstuk stootte). Zij woonde vroeger samen met Ludwig, is als onderzoeksjournaliste gespecialiseerd in de olie-industrie en ook zij heeft een verleden met Tromp, zij het van een heel andere orde.
 
Het is een perfect uitgedacht verhaal, maar tegelijk de perfecte speeltuin voor Buwalda, die zo ruim de kans krijgt om een intrigerend web van relaties en intriges te schetsen, alsof hij Otmars Zonen eerder met een weefgetouw dan op een computer heeft geschreven. Steeds meer en steeds intenser wordt Otmars Zonen een roman over wat het betekent om familie te zijn, over de onvoorwaardelijke liefde maar ook de vaak bodemloze rancune die een bloedband met zich meebrengt.
 
Eerder dan de plot, die op zich al behoorlijk indrukwekkend is, is het de stilistische kwaliteit die van Otmars Zonen zo’n ongelooflijke roman maakt. Met zwierige zinnen leidt Buwalda zijn lezers rond in het universum dat hij zelf, uiteraard, het beste kent. Meermaals word je daarbij op het verkeerde been gezet, maar Buwalda beheerst als geen ander de kunst van het doseren. Steeds net genoeg informatie geeft hij zijn lezers mee, geen letter te weinig maar vooral ook geen komma te veel.
 
Ook de talloze verwijzingen waarin Buwalda grossiert, naar zijn (en onze) helden uit de Nederlandstalige literatuur (W.F. Hermans, om er maar eentje te noemen), naar het verloren gegane derde deel van Beethovens pianosonate Opus 111, naar BDSM en de literaire verwoording ervan in de boeken van Pauline Reage en uiteraard ook Markies De Sade. Buwalda slaat je ermee rond de oren, veel en gulzig maar net verteerbaar, waardoor Otmars Zonen een duivels, verslavend boek is geworden. Een boek dat abrupt eindigt, en dus zijn we veroordeeld om vanaf nu geduldig te wachten op het volgende deel. Een deel waarvan we uiteraard hopen dat het minstens even bedwelmend is, maar bovenal dat het geen acht jaar op zich zal laten wachten.
 
Peter Buwalda: Otmars Zonen, De Bezige Bij, Amsterdam 2019, 607 p. ISBN 9789403123004. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri