Naast ex-uitgever van onder meer Arnon
Grunberg en eminent muziekkenner gespecialiseerd in het betere levenslied, is
Vic van de Reijt een groot liefhebber en connaisseur van het leven en werk van
Willem Elsschot. Uit deze interesse werd in 2011 de biografie Elsschot geboren – 2011, dat is 30 jaar
na het eerste artikel dat hij aan zijn idool wijdde. Maar het is zoals de
meester het zelf stelde: ‘Waar zwangerschap bestaat volgt het baren van zelf,
ten gepasten tijden’. In De ontdekking
van Elsschot werden alle artikels verzameld die Van de Reijt tussen 1981 en
2018 over Alfons de Ridder alias Willem Elsschot schreef, 40 in totaal – al
werd er wel wat ‘gefoefeld’ om bij dat ronde getal uit te komen.
Alles begon met Aarts’ Letterkundige Almanak voor het Willem
Elsschotjaar 1982. De eerste almanak van uitgever C.J. Aarts was eind 1979 verschenen
onder redactie van Dick Welsinck en Willy Tibergien en bevatte allerlei
lijstjes, zoals een kalender met bijzondere verjaardagen van een aantal Nederlandstalige
schrijvers, een overzicht van literaire prijzen én adreslijsten van Nederlandse
en Vlaamse schrijvers – van privacywetten was toen nog lang geen sprake. In
ieder geval had men bijvoorbeeld Maurice Gilliams in juli 1980 een kaartje
kunnen sturen voor zijn 80ste verjaardag op het adres: Lange Gasthuisstraat 13
in Antwerpen.
Omdat er voor de derde almanak ‘niet
genoeg wijzigingen en aanvullingen’ waren in de omvangrijke adressenrubriek,
kwam er plaats voor enige artikels over de gefêteerde van het jaar, in casu
Willem Elsschot, en Van de Reijt die samen met uitgever Aarts in de zomer van 1981
een expeditie naar Antwerpen had ondernomen ‘om een exemplaar van het Wereldtijdschrift
boven water te brengen’, mocht de honneurs waarnemen. Sindsdien verschenen er
elk jaar wel een of meer bijdragen over Elsschot van zijn hand in kranten,
tijdschriften of boeken. De recentste artikels werden gepubliceerd in De God van Nederland, ‘hét literair-cultureel-satirisch kwartaalblad’, dat
helaas zelden of nooit in een Vlaamse boekhandel wordt aangetroffen.
Omdat de artikels zo goed
als ongewijzigd werden opgenomen, hier en daar weliswaar voorzien van een
voetnoot, was overlapping en herhaling onvermijdelijk. Wie alle bijdragen na
elkaar zou lezen, wat niet aan te raden valt, zou zich wel eens kunnen ergeren
aan alweer dezelfde anekdote, opnieuw hetzelfde citaat – al is er ook sprake
van voortschrijdend inzicht. Een constante is Van de Reijts strijd tegen enkele
hardnekkige Elsschotmythes, zoals de aanname dat het vroege werk van Elsschot
miskend werd of dat hij uitsluitend door toedoen van Jan Greshoff na een
periode van tien jaar zwijgen in 1933 opnieuw begon te schrijven. Vermakelijk blijft
‘de veldtocht tegen Anne-Marie Kets-Vree’, die in 1979 een bundel samenstelde die
in tegenstelling tot wat hij pretendeerde verre van ‘de volledige verzamelde
werken’ van Elsschot beschikbaar maakte. En dan is er ook nog zijn recensie van
een amateuristisch Elsschotbiografietje met de dodelijke beginzin: ‘Eens in de
zoveel jaren verschijnt een boek dat zó onnozel is dat het als verplichte
leerstof dient te worden voorgeschreven aan eerstejaarstudenten Nederlands’. Bij
de lectuur van deze bijdragen zie je de auteur bijna zitten gniffelen aan zijn
schrijftafel.
Uiteraard is veel van het materiaal dat Van de Reijt
door de jaren heen verzamelde en in zijn artikels verwerkte, naderhand in zijn
biografie terechtgekomen. Toch bevat deze bundel ook heel wat gegevens die
buiten de scope van dat boek vielen,
zoals de bijdragen over collega-Elsschotianen, onder wie uitgever C.J. Aarts,
de zanger Luc De Vos en de dichter Drs. P. Daarmee vormt deze overigens mooi
vormgegeven, van een titel- en personenregister voorziene en adequaat
geïllustreerde bundel een absolute must-have
voor de ware Elsschotliefhebber.
Vic
van de Reijt: De ontdekking van Elsschot. Athenaeum–Polak & Van Gennep, Amsterdam
2019, 270 p. : ill. ISBN 9789025308582. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan