Nederlands proza

BOEKEN NR. 3, MAART 2020

Maarten Asscher: Een huis in Engeland

door Jooris van Hulle

In deze autobiografische familieroman brengt Maarten Asscher zijn herinneringen in kaart aan de mooie momenten die hij als kind en puber doorbracht in het onooglijke dorpje Kew bij Londen, bij Opa en Oma Roosje, zijn grootouders aan vaderskant. In de verantwoording, opgenomen aan het slot van het boek, wijst Asscher op het direct-accurate karakter van zijn boek: ‘voor een vergaande fictionalisering leende het verhaal zoals ik het wilde vertellen zich niet.’
 
Voor zijn terugblik kiest hij een originele invalshoek: hij lijdt aan slapeloosheid (‘het lukt me niet mijn geest uit te zetten’) en hoopt met het oproepen van het innerlijke jeugdparadijs eindelijk de rust te vinden die hij blijvend najaagt: ‘Wie weet, valt dan in dat innig dierbare huis in Engeland de onbezorgde slaap terug te vinden die ik nadien ben kwijtgeraakt.’
 
Minutieus haalt hij zich het beeld van het huis voor ogen: de lezer krijgt letterlijk en figuurlijk een inkijk in de verschillende kamers van de woning in Kew, samen met de auteur die ‘in het hiernamaals van zijn herinneringen graaft’ wandelt hij mee met de jonge Asscher en diens grootouders door The Botanic Gardens, waar nu trouwens door Maarten en zijn broer Erik een gedenkplaat werd aangebracht op een van de rustbanken.
 
Niet alleen de innerlijke herinneringen spelen voor de auteur een rol bij de terugblik: hij bladert in de notieboekjes die oma Roos hem heeft nagelaten en die hem toelaten het beeld van haar scherp te stellen. Zo vernemen we onder meer dat zij ooit een dichtbundeltje publiceerde, dat zij in Engeland lezingen hield en zo de broodnodige sociale contacten wist te leggen.
 
Cruciaal in Asschers zoektocht naar het verleden van zijn grootouders is de vraag waarom zij nooit hebben willen of kunnen spreken over de oorlogstijd. Wat Asscher weet is dat zij met hun drie kinderen in Westerbork verbleven en er hoe dan ook in geslaagd zijn aan de overplaatsing naar een vernietigingskamp te ontkomen. En waarom zijn grootvader dan uiteindelijk de beslissing heeft genomen naar Engeland uit  te wijken, wordt hem duidelijk wanneer zijn tante Judith, de zus van zijn vader, de ‘waarheid’ (maar is die wel eenduidig te interpreteren?) aan het licht brengt: ‘Mijn vader had er geen zin in. Weer die jonge kinderen. Dus heeft hij zich naar Londen laten overplaatsen.’
 
Met het ‘weer die jonge kinderen’ heeft tante Judith het over de tweeling van de in het concentratiekamp omgekomen zus van oma Roosje. Overkoepelend motief bij deze wel diep ingrijpende terugkeer naar het ‘huis waar ik nooit ouder word’ is het besef van de onomkeerbaar voortschrijdende tijd en de in wezen toch steeds onbetrouwbaar blijvende manier waarop herinneringen zich aandienen: ‘In plaats van mij de werkelijkheid te herinneren, herinner ik mij mijn eerdere herinneringen.’ Zo krijgt deze ‘roman van een kleinzoon’ (de ondertitel van de roman) een universeel karakter en zal hij vele lezers weten aan te spreken.
 
Maarten Asscher: Een huis in Engeland, De Bezige Bij, Amsterdam 2020, 238 p. ISBN 9789403182100. Distributie Standaard Uitgeverij 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri