De Zweedse Karolina Ramqvist (1976) is een journaliste, die
in haar thuisland ook faam maakt als schrijfster. In 2015 kreeg ze de Per Olov
Literatuurprijs, die sinds 2005 jaarlijks wordt uitgereikt aan een Noordse
auteur die volgens de jury op weg is naar een internationale doorbraak.
De berenvrouw
is Karolina Ramqvists vijfde en recentste roman. Het is haar eerste werk dat
naar het Nederlands is vertaald. De vrouw uit de titel is Marguerite de la
Rocque, een adellijke Française uit de zestiende eeuw, die door een
onwaarschijnlijke speling van het lot in aanraking kwam met de Canadese
wildernis.
Alles
begon met de dood van haar vader. Toen hij overleed, was Marguerite nog minderjarig
en werd ze onder de bescherming geplaatst van een voogd, met name Jean-François
de la Rocque de Roberval, een vriend van Frans I, de toenmalige koning van
Frankrijk. In 1541 werd Roberval benoemd tot opperbevelhebber van een
grootscheepse, koloniale expeditie naar het noorden van Canada. Na een grondige
voorbereiding vertrok hij met zijn vloot vanuit La Rochelle. De opvarenden waren
in hoofdzaak mannen. Roberval nam echter ook Marguerite en haar dienster mee.
Tijdens de
twee maanden durende overtocht gaf Marguerite zich over aan een van de
expeditieleden. Dit seksuele schandaal kwam haar duur te staan: Roberval liet
haar samen met de edelman in kwestie en met haar dienster op een onbewoond
eiland achter, met slechts scheepsbeschuit en enkele vuurwapens als
overlevingspakket.
Het eiland lag in het noordelijke deel van de Saint Lawrencebaai, een
zeestraat tussen Labrador, Newfoundland en Quebec. Beren en veelvraten waren er
de meest bedreigende dieren. Ongeveer achttien maanden zou Marguerite op het
eiland vastzitten. De man die ze liefhad, haar dienster en ook het kind dat ze baarde,
kwamen er om door een combinatie van ziekte en ontbering. Marguerite zelf werd
gevonden en gered door de bemanning van een Bretoense vissersboot.
Karolina Ramqvist begon
zich meer en meer met haar verbonden te voelen tijdens een crisisperiode die ze
zelf doormaakte en die gepaard ging met somberte en uitputting. Telkens weer greep
ze terug naar drie historische bronnen over Marguerites wedervaren. Als
feministe focuste ze daarbij ook op de machtsverhoudingen tussen mannen en
vrouwen. Een interessante bedenking die ze in die context opwerpt, is of zij door
háár verhaal van Marguerite te willen schrijven, op haar beurt ook niet de
macht over de Française dreigt over te nemen.
De ruimte voor speculatie die de
historische bronnen openlaten, probeert Karolina Ramqvist met veel
inlevingsvermogen in te vullen, maar ze komt al doende vooral dichter bij
zichzelf. Zo voert haar intensieve research haar langs haar eigen angsten, en
langs het verdriet en de pijn waarmee ze als mens en moeder worstelt. Daarnaast
verkent ze de drijfveren van haar schrijverschap en gaat ze dieper in op haar zelfgekozen
isolement, dat er een voorwaarde voor is.
Ze heeft het over de oude
geschriften die ze uitpluist en schrijft uitgebreid over hoe ze het internet afschuimt
op zoek naar informatie over Marguerite en haar entourage. Ze besteedt veel
aandacht aan een weekend met haar tienerdochter in en rond Parijs, een trip die
eveneens is ingegeven door haar queeste. Het leest dan ook als de making-of van
het boek.
Met De
berenvrouw suggereert Karolina Ramqvist dat ze gelooft in de kracht van
literatuur om een weggelaten vrouwenstem weer op te roepen. Ze voegt evenwel weinig
toe aan de bestaande geschiedenis. Haar relaas, een lang uitgesponnen combinatie
van non-fictie en autofictie, staat vooral ten dienste van haar zelfonderzoek.
Karolina
Ramqvist: De berenvrouw, Nijgh
& Van Ditmar, Amsterdam 2021. 302 p. ISBN: 9789038809052. Vertaling van Björnkvinnan door Janny Middelbeek-Oortgiesen. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan