Roland Jooris blijft onverminderd zijn poëtische zoektocht naar
het wezenlijke voortzetten. Zowel de essentie van de werkelijkheid als die van
de taal vormen het einddoel van zijn zoektocht. Aanvankelijk koos Jooris
daarbij voor de nieuw-realistische benadering van de beschrijving met oog voor
veel sprekende details. Tegelijk viel toen al op hoezeer hij gefascineerd werd
door het werk van een schilder als Roger Raveel, die hyperrealisme expliciet
koppelde aan geometrische patronen (cirkels en vierkanten), aan stilering en
met veel aandacht voor contouren en silhouetten. Net die spanning tussen
realiteit en artistieke constructie hield toen al de dichter Jooris bezig, en
in de loop van de jaren is dat traject almaar duidelijker op de voorgrond
getreden.
Ook
de gedichten uit Vertakkingen worden gekenmerkt door een uitgepuurde
zegging en een tastend zoeken naar abstracte formuleringen en een abstract
inzicht in wat de werkelijkheid en onze waarneming vermag. Die tocht zit in
zekere zin al vervat in de opbouw van de bundel, die de lezer voert van
‘Stapvoets’ en ‘Benaderen’ tot ‘Ginds’, ‘Naderhand’ en ‘Terloops’. Het zijn
sprekende titels van de afdelingen. Ze laten zien hoe de menselijke
aanwezigheid belangrijk blijft, maar in feite tot een zijdelings fenomeen wordt
teruggebracht. In plaats daarvan komen coördinaten die wijzen naar de ruimte en
de tijd, maar ook hier kiest Jooris niet voor de subjectieve verschijnselen
maar voor de manier waarop het menselijke perspectief die gegevens kleurt.
Ruimtelijkheid is een kwestie van waarnemen en interpreteren, en daardoor ook
noodzakelijk een temporeel gegeven.
Alles aan deze poëzie draagt bij
tot die thematiek. De korte regels met hun woordkarigheid dwingen de lezer om
te verspringen, om verbanden te leggen, om zelf de sprong te maken die ook de
dichter maakt. Alles wordt zo als het ware even stilgelegd waardoor
afzonderlijke woorden en indrukken op zichzelf staan, en pas in het vervolg een
samenhang met andere uitspraken krijgen. Ieder gedicht demonstreert zo zelf de
vertakkingen waarvan in de titel sprake is. Daarbij ontstaat in de meeste
verzen een dynamiek die subtiel voert van het (nauwelijks) waarneembare tot het
abstracte: de afwezigheid, de onpeilbaarheid… De dichter neemt vaak zijn
toevlucht tot een negatief taalgebruik om die ervaring van revelatie onder
woorden te brengen, waardoor zijn lyriek herinnert aan de aloude mystiek.
Toch valt op
hoeveel negatieve ervaringen daarbij aan bod komen: meermaals is sprake van
tegenkanting, van confrontatie en onbegrip. Daarnaast valt op hoe vaak de
verzen ook het poëtische proces zelf trachten te verwoorden. Het is een
werkwijze die van de lezer toch wel moeite vraagt, geduld en
doorzettingsvermogen. Wie die moeite opbrengt gaat echter, in het spoor van de
dichter, mee op zoek naar het ongezegde, naar de waarheid achter onze
waarneming, naar de zin van de afwezigheid in het leven.
Roland Jooris: Vertakkingen, Querido, Amsterdam 2021, 55 p. ISBN 9789021425795. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan