Seks en geweld
Haar wereldberoemde
landgenoot-Nobelprijswinnaar wordt genoemd in de recensie die in de
Volkskrant van haar boek verscheen, en het is ook wel te begrijpen waarom.
Net zoals García Márquez’ korte roman of novelle De kolonel krijgt nooit
post speelt Het teefje, de novelle of korte roman van Pilar
Quintana, in een afgelegen, arme streek van Colombia (bij García Márquez aan de
Atlantische, bij Quintana aan de Pacifische kust van het land gelegen), zijn de
hoofdfiguren een enigszins geïsoleerd echtpaar (hier de Afro-Colombiaanse
Damaris en haar man Rogelio), en spelen kinderloosheid en een dier een zeer
grote rol in het verhaal, en om vergelijkbare redenen (de haan van (de
vermoorde enige zoon van) de kolonel, hier het hondje van de steeds kinderloos
gebleven Damaris).
Er is zelfs deze gelijkenis: op zeker ogenblik spreekt de kolonel, tegen
de kinderen van het dorp die zich graag komen vergapen aan zijn vechthaan, de
volgende onvergetelijke zin: ‘Hou eens op met dat
gestaar naar dat beest – hanen slijten als je er zoveel naar kijkt.’
Daarvan is een soort echo hoorbaar in dit zinnetje van Damaris’ nicht Luzmila:
‘Dat dier gaat nog dood van al dat oppakken’, wat ze tegen Damaris zegt als die
het nog heel jonge hondje dat ze net van een buurvrouw heeft gekregen (uit het
nest van een vergiftigde teef), telkens weer aanhaalt en ermee troetelt. (Ze
draagt het diertje zelfs vaak bij zich in haar beha, maar dat hoeft Luzmila,
iemand die dieren ‘veracht’, niet te weten.) Tegelijk is de vergelijking
jammer, want al is Het teefje beslist een mooi en geslaagd boek – tegen García
Márquez’ Kolonel moeten zo goed als alle korte romans ter wereld het
afleggen. Laten we ons dus verder alleen bij Damaris en haar hondje bepalen.
Rogelio heeft
al drie honden, en zit niet bepaald te wachten op een vierde. En dan zeker niet
op een beest, een teefje dan nog (alleen maar ellende met ongewenst maar
onvermijdelijk nageslacht), dat kennelijk niet zal waken, maar alleen als
gezelschapsdier bedoeld is. Damaris houdt echter voet bij stuk: deze hond
blijft. Ze geeft het diertje de naam die ze voor haar nooit geboren dochter had
bedacht, Chirli, en omringt het met de tederste zorgen. ‘Damaris zei in
zichzelf dat het met het teefje helemaal anders zou gaan. Het was haar hond en
ze zou niet toestaan dat Rogelio haar ook maar iets aandeed [Rogelio is –
serieus – géén sadist en geen slechte man, maar hij ranselt zijn honden wel
ongenadig af ‘als ze iets hadden vernield maar ook zomaar, om het genot dat het
slaan hem bracht’], ze zou hem zelfs niet toestaan een kwade blik op haar
te werpen.’
Natuurlijk
is een en ander een substituut:
‘Tante Gilma had haar
verteld over een vrouw van achtendertig, heel wat ouder dan zij, die zwanger
was geworden en nu een prachtige baby had door tussenkomst van de jaibaná,
een inheemse arts die in het andere dorp veel gezag had. De consulten waren
duur, maar met het geld dat ze samen hadden verdiend konden ze de eerste
behandelingen betalen. En later zouden ze wel zien. De nacht dat Rogelio liet
weten dat hij de dag erop naar Buenaventura zou gaan om zijn stereotoren te
kopen, begon Damaris te huilen.
“Ik wil geen stereotoren,” zei ze,
“ik wil een baby.”
Snikkend vertelde ze hem over de
achtendertigjarige vrouw, over alle keren dat ze in stilte had liggen huilen,
over hoe afschuwelijk het was dat iedereen kinderen kon krijgen en zij niet,
over hoe steeds maar weer haar hart brak wanneer ze een zwangere vrouw, een
pasgeboren baby of een stel met een kind zag, over het martelende verlangen
naar een klein wezentje om aan haar borst te leggen en de pijn die ze voelde
als ze elke maand toch weer ongesteld werd. Rogelio hoorde haar aan zonder haar
te onderbreken en vervolgens omhelsde hij haar. Ze lagen in bed, zodat het een
omhelzing was met het hele lichaam en in die houding vielen ze in slaap.’
Maar ook de dure behandeling van de jaibaná had geen
kentering in hun onvruchtbare verhouding teweeggebracht, en intussen slapen zij
en Rogelio al jaren niet meer in hetzelfde bed, en überhaupt niet meer met
elkaar. Des te verrassender (zij het bij nader inzien wellicht ook weer niet zó
verrassend) is dan ook de wending die het verhaal neemt als het teefje op
zekere dag drachtig blijkt, en vervolgens ook een nest pups werpt... Het brengt
het slechtste naar boven in Damaris, op haar veertiende al wees geworden als
haar moeder (een vader heeft ze sowieso nooit gekend) om het leven komt ‘door
een verdwaalde kogel’.
De grote kracht van dit boek zit in zijn vermogen alles wat
erin wordt verhaald een aura van onontkoombaarheid te geven. Niet in de zin van
doem en noodlottige voorbeschikking, maar het heeft op een bepaalde manier een,
hoe moet je dat noemen, oudtestamentische sfeer: geen tierelantijnen, en wat
gebeurt, kan niet anders dan zó gebeuren. Quintana houdt de teugels van
haar verhaal strak in handen, het komt geen moment bij je op te denken: ‘Nou
ja, de auteur had hier net zo goed iets heel anders kunnen schrijven’ – een
gevoel dat een mens bij sommige andere fictie weleens bekruipt.
Seks en geweld: zo
zou je, op ietwat commerciële – maar daarom nog niet onware – wijze de
grondthema’s van dit boek kunnen samenvatten; geweld resulterend in de dood die
in dit verhaal al heel snel zijn opwachting komt maken (en waar Damaris, al
draagt ze er werkelijk geen schuld aan, ze was nog maar een kind van acht, zich
toch haar hele leven schuldig over zal blijven voelen). Een en ander gezet
tegen de achtergrond van de even machtige als onverschillige natuur (de
schimmel die alles steeds weer overwoekert, de insecten, de slangen, de
veelvuldige tropische stormen) – niet voor niets valt aan het slot de zinsnede
‘waar het oerwoud op zijn verschrikkelijkst was’.
Het teefje werd gelauwerd
met de Premio Biblioteca de Narrativa Colombiana 2018 en de Engelse vertaling
kreeg in de VS de Translation Award 2020. Een wereldwonder is deze roman niet
(ja, dúh, dat is zo goed als geen enkele roman) – maar die bekroningen
zijn zeker verdiend.
Pilar Quintana: Het teefje,
Meridiaan, Amsterdam 2021, 135 p. ISBN 97893169081. Vertaling van La perra door Luc de Rooij.
Distributie door VBK België
deze pagina printen of opslaan