Robbert Welagen was naar aanleiding van zijn nieuwe roman
Raam, sleutel te gast in het
boekenprogramma Brommer op zee. Het
werd een ongemakkelijk gesprek – ‘het saaiste schrijversinterview ooit’,
oordeelde een kennis. Ondanks het feit dat de auteur bleef benadrukken dat het
gesprek een ontmoeting is, kwam het toch niet tot een diepgaande
gedachtewisseling. Ruth Joos deed alle moeite van de wereld om hem toelichting
bij het boek te ontlokken, maar dat lukte niet echt. En misschien was dat ook
niet nodig, want dat het interview een ontmoeting is, is eigenlijk de hele
samenvatting van Raam, sleutel. Er
gebeurt altijd weinig in Welagens boeken, dus over een spannend plot valt er al
niet te praten. En omdat Welagen niet over zichzelf schrijft, is het ook niet
mogelijk om het over zijn eigen wederwaardigheden te hebben. Hoogstens viel het
op dat de omstandigheden in de studio de beginsituatie in het boek reflecteren.
Raam, sleutel opent namelijk met een
vraaggesprek met schrijfster Karlijn. Zij wordt voor de televisie geïnterviewd over
haar debuut door literair journaliste Hanna, die na afloop even haar hand op
Karlijns knie legt. Een klein gebaar met grote gevolgen, want het windt Karlijn
op. Om langer in Hanna’s buurt te zijn, volgt ze de tv-ploeg naar buiten, maar
omdat het raam binnen opstaat, waait de deur dicht. Buitengesloten. Karlijn
belt haar vriend Arne, die op z’n fiets springt om de huissleutel te brengen, maar
hij wordt aangereden en sterft. Dat de dood van haar partner precies samenvalt
met de gevoelens die ontstaan voor een ander verwart Karlijn; meer nog: zijn
overlijden is haar fout, want als ze niet op dat flirterige gedrag was ingegaan,
was dit allemaal niet gebeurd.
Terwijl ze met die schuldgevoelens worstelt, start ze een
passionele relatie met Hanna. Het interview blijkt een ontmoeting die haar
leven op z’n kop heeft gezet: man dood, verliefd op een vrouw, dankzij het
interview (maar ook door het persoonlijke drama) wordt haar boek een
verkoopsucces. Omdat het schrijven aan een nieuw boek door die hele situatie
niet vlot, maant haar uitgever haar aan om dan maar daarover te schrijven, maar
het enige waar ze toe in staat blijkt, is met een grote vlakgom teksten uit
schriftjes en aantekeningen in boeken wegwissen. Wanneer Hanna Karlijn in haar
woning betrapt en duidelijk wordt dat die de sleutel van het appartement heeft
laten kopiëren en er vaker komt zonder dat Hanna dat weet, leidt dat tot een
breuk. Bovendien blijkt Karlijn de door Hanna in haar lievelingsboeken
aangestreepte passages uitgegumd te hebben… het voelt alsof ze Hanna daarmee
van een stuk leven heeft beroofd. Aan het eind neemt de uitgever Karlijn mee
naar Duitsland om er haar debuut te promoten en beslist ze om het verhaal van
haar voorbije maanden te boek te stellen.
Wat je net gelezen hebt, is dus
geen verhaal over een schrijfster die door een dom ongeluk haar partner
verliest en een verhouding krijgt met een vrouw. Het is het verhaal van een schrijfster die enzovoorts
enzoverder – het is het boek dat ze daarover schrijft. Dat is interessant in
het licht van wat Karlijn aan het begin zegt over schrijvers die voor hun
romans niet uit hun fantasie, maar uit hun autobiografie putten:
‘Over mezelf
schrijven gaat me niet goed af. Ik weet dat leeftijdsgenoten er nogal bedreven
in zijn, maar ik niet.’
De vraag is maar of zij dat uiteindelijk dan toch ook is
gaan doen, want haar levensverhaal lijkt wel erg veel op… een aantal romans. De
dood van Arne, een aardrijkskundeleraar, is vergelijkbaar met die van het
gelijknamige personage in de geologenroman Nooit
meer slapen van W.F. Hermans; Twee
vrouwen, Harry Mulisch’ boek over
een vrouw die na haar huwelijk met een man een lesbische relatie krijgt,
resoneert op de achtergrond en ook Hanna’s lijfroman, Carol van Patricia Highsmith, vertoont opvallend veel gelijkenissen
met het hier beschreven liefdesverhaal. Bovendien is het feit dat Karlijn de
gebeurtenissen die plaatsvinden, interpreteert als logisch-chronologisch uit
elkaar volgend in plaats van als (ongelukkig) toeval wel heel erg romanesk. En
dan is er nog het motief van het gommen, een symbool voor het trachten te
vergeten of het tabula rasa maken. Daarmee wordt echter niet het verleden
uitgewist, maar slechts die tekstpassages die corresponderen met het echte
leven.
Raam, sleutel gaat op het eerste gezicht
over de grote consequenties van een kleine handeling. Aan het begin van het
boek zegt Karlijn in het interview: ‘Ik vind het intrigerend hoe kleine
gebeurtennissen […] onvoorziene gevolgen kunnen hebben.’, waarop Hanna antwoordt:
‘Een van die kleine gebeurtenissen heeft inderdaad grote gevolgen’. Het thema
van Karlijns debuutroman wordt dus bewaarheid, zij het in een roman. Zo blijkt Raam, sleutel te gaan over de manier
waarop feit en fictie elkaar spiegelen. Doordat het hier om een door een man
verzonnen verhaal gaat over een schrijfster die haar eigen leven gebruikt voor
een boek, is Raam, sleutel ook een
kritiek op de autobiografische tendens in de hedendaagse Nederlandse literatuur.
(Let ook op de titel: nee, dit is geen sleutelroman, maar een roman waarin
sleutels een belangrijke rol spelen.) In die zin kan ook het moeizame interview
in Brommer aan zee begrepen worden.
Dat voegde nog een spiegelniveau toe aan Welagens constructie, en onderstreepte
tegelijk dat het niet om de auteur, maar om zijn boek gaat.
Robbert Welagen: Raam,
sleutel, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2021, 208 p. ISBN
9789038809062. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan