Poëzie

BOEKEN NR. 6, JUNI 2021

Claude van de Berge: Gebed tot de leegte

door Dirk De Geest

De existentiële odyssee van Claude van de Berge duurt al een leven lang. Gaandeweg is de dichter daarbij geheel overgeschakeld van proza op poëzie, maar tegelijk is zijn poëzie erg geconcentreerd op de melodieuze en ritmische zin, op de litanie-achtige zegging met herhalingen: het resultaat is een boeiende mengvorm die men ‘proëzie’ zou kunnen noemen. Die geheel eigen toon, die een klemtoonrijke woordenschat combineert met zinnen die op elkaar voortbouwen sluit bijzonder goed aan bij het metafysische project dat de dichter voor ogen staat.  
 
In feite gaat Van de Berge op zoek naar de realiteit die achter de waarneming schuilgaat, naar het diepe kosmische verband dat de mens met de ruimte verbindt. Dat eenheidsprincipe krijgt in elke bundel als het ware een andere naam, net omdat het niet als een enkelvoudig concept te vatten valt. Het reikt immers noodzakelijk verder dan wat wij zintuiglijk waarnemen maar ook dan wat wij menen te weten. In deze bundel gaat het over de ‘leegte’, die echter niet zonder meer de keerzijde van de ‘volheid’ of de ‘aanwezigheid’ vormt. Het is een actieve kracht die elke vorm van bestaan mee ondersteunt maar die zich evengoed manifesteert in de stilte.
 
De pogingen om die grenservaringen op te roepen of te communiceren stoten vanzelfsprekend op de grenzen van de taal en van ons begripsvermogen. Daarom neemt de dichter zijn toevlucht tot nieuwvormingen of woorden die de permanente dynamiek moeten suggereren: geen ‘echo’ maar ‘voorecho’ van de stilte, ‘nieuwbron’ en ‘alzijn’ enzovoort. Ook paradoxen behoren tot het arsenaal dat wordt ingezet om dat ultieme mysterie op te roepen. De dichter bezint zich in deze bundel ook meermaals op zijn eigen roeping en op zijn onvermogen om een perfecte taal te vinden. Dat menselijke onvermogen wordt overigens gekoppeld aan de kosmische samenhang die eenvoudigweg elk begrip te boven gaat. Het is de typische zoektocht van de mysticus, een weg die voor Van de Berge steeds duidelijker is. Zijn ‘gebed’ is echter niet gericht tot een gepersonaliseerd Opperwezen maar tot de ‘leegte’, de horizon van afwezigheid waartegen elke zingeving zich aftekent. De motto’s van de bundel zijn dan ook ontleend aan zowel de christelijke mysticus Eckhart als aan de Oosterse Bhagavad Gita.
 
Dit is dan wel hooggestemde gedachtepoëzie maar dat neemt niet weg dat over elk detail van de verwoording is nagedacht. Van de Berge is een meester in het gedragen ritme, met volzinnen die van begin tot einde reiken in een overkoepelende beweging, maar die tevens de finesse hebben van bijkomende bepalingen en tussenzinnen. Het draagt ertoe bij dat deze teksten niet alleen gelezen worden maar in feite vragen om hoorbaar uitgesproken te worden. Even functioneel zijn de symbolen die uitgroeien tot elementen van de kosmos: de vier oerelementen, de opeenvolging van dag en nacht. Diverse grenzen spelen daarbij een cruciale rol als zones die de overgang van uitersten symboliseren: het spoor, de oever, de horizon… In deze bundel wordt daarnaast ook ingezet op personificaties: de wereld komt aan het woord en wordt vermenselijkt, terwijl omgekeerd de mens (een ‘wij’ dat diverse gedaanten aanneemt) tot een minieme schakel in dat omvattende raderwerk wordt herleid. Net die woordkracht draagt ertoe bij dat deze gedichten blijven hangen, ook bij lezers die niet helemaal meegaan bij deze zoektocht voor ingewijden.  
 
Claude van de Berge: Gebed tot de leegte, Poëziecentrum, Gent 2021, 70 p. : ill. ISBN 9789056551896

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri